column
‘If music be the food of love, play on’,
Jacques de Vroomen
de eerste versregel van Shakespeares Driekoningenavond. Hertog Orsino hoort muziek. Zijn hart stroomt over van verliefdheid en dan is het verband gauw gelegd. Liefde en muziek horen bij elkaar. In de literatuur is dit vaak verwoord, voor mij het indrukwekkendst in de mythe van Orpheus en Euridice.
Orpheus, de grootste musicus aller tijden, kan zijn lier zo schitterend bespelen, dat zelfs de natuur zichtbaar meeluistert. Als hij zijn instrument beroert, gaan vogels zwijgen en het water van de beek vergeet te stromen. Orpheus wordt verliefd op Euridice. Op hun trouwdag slaat het noodlot echter toe. De bruid sterft door de beet van een giftige slang. Orpheus is gek van verdriet en gaat naar de ingang van de onderwereld. Nog nooit heeft Charon op zijn veerboot over de Styx een levend mens meegenomen. Maar de muziek van Orpheus bewerkt ook dit wonder. Als hij ten slotte aankomt bij Hades, de God van het dodenrijk, weet Orpheus ook hem met zijn instrument zo te bekoren dat Euridice mag terugkeren naar het rijk der levenden. De terugkeer vergt een tocht van enkele dagen. Euridice zal achter Orpheus lopen, op één voorwaarde: Orpheus mag niet omkijken. Vlak voor de uitgang van het dodenrijk raakt hij in paniek. Loopt Euridice wel acher hem? Hij kijkt om en ziet nog net hoe zij als schim verdwijnt in het rijk van de dood, nu definitief.
Ik schreef hierboven dat liefde en muziek bij elkaar lijken te horen. Maar ook liefde en dood. In de mythe van Orpheus en Euridice bindt de liefde de strijd aan tegen de dood. En om sterker te staan in die strijd gaat de liefde een bondgenootschap aan met de kunst. Liefde en kunst zullen samen de dood verslaan. Hades bezwijkt voor dit krachtige bondgenootschap. Zo lijkt het tenminste even.
Maar Hades is een sluwe vos. Hij zegt dat Euridice mag terugkeren naar het leven. Maar hij weet dat het niet door zal gaan. Hij weet dat een zo verliefde jongen als Orpheus het onmogelijk laten kan om om te kijken. Ook tegenover het bondgenootschap van liefde en kunst trekt de dood aan het langste eind.
In een programmaboekje van een opvoering van Romeo en Julia las ik onlangs. ‘Uiteindelijk vinden de twee geliefden elkaar in de dood.’ Een verwoording van de hoop van Orpheus. Maar er klopt niets van. Romeo en Julia zijn dood, morsdood. En eenmaal dood valt er niets meer te beminnen, de dood is de definitieve waterscheiding. Ook voor kunst en liefde. Hoe onverteerbaar het ook voor ons is.
Voor ons niet minder dan voor Orpheus. Hades laat zich helaas niet bij de neus nemen.