| |
| |
| |
Het baren van boeken
Ted van Lieshout over Tedboeken
Al voordat Ted van Lieshout naam had gemaakt als schrijver, wist hij dat hij twee boeken zou schrijven. Het ene moest gaan over twee broers van wie de jongste sterft, het andere over de ervaringen uit zijn jeugd met een volwassen man. Beide gebeurtenissen zijn autobiografisch. Van Lieshout vindt dat je als schrijver moet vertellen over dingen die je zelf hebt meegemaakt: ‘Ik vind het belangrijk dat je gebruikmaakt van gevoelens en gebeurtenissen in je eigen leven. Ik vind dat eigenlijk een must. Dat is wat je kunt delen.’ Verhalen die verzonnen zijn, vindt Van Lieshout eigenlijk ‘niks meer aan’: ‘Ik vind het toch wel leuk als er iets intermenselijks achter zit.’ Het is zijn bedoeling gevoelens te delen die mensen nu eenmaal met elkaar gemeen hebben.
Hannie Humme en Mireille Oostindië
| |
Gebr.
Het eerste verhaal dat Van Lieshout schreef, ging over een misbruikt kind. Hij wilde de ervaringen uit zijn jeugd met een volwassen man beschrijven. Maar dit werd helemaal niets. Hij besloot dan eerst maar eens ‘binnen te komen’ als schrijver. In 1986 verschenen zijn eerste boeken: Raafs Reizend Theater en Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen. In het laatstgenoemde boek loste Van Lieshout al een belofte in door de naam van zijn overleden broer te noemen.
Dat hij nog een boek zou schrijven over de dood van zijn jongere broer stond toen al vast. In 1992 begon Van Lieshout aan Gebr., een boek over Luuk, die zijn jongere broer Maus verliest aan een dodelijke ziekte. Het duurde vervolgens nog vier jaar voor het boek verscheen. Van Lieshout: ‘Ik heb het nog een keer weggelegd in de la, omdat ik halverwege zat te snotteren achter mijn computer, omdat ik gewoon opnieuw was gaan rouwen. Dat had natuurlijk geen zin.’
Naast het verhaal van de dood van een broer wilde Van Lieshout ook schrijven over een coming out. Daarom moest de leeftijd van de hoofdpersonen naar beneden: in het boek zijn de broers tieners, in werkelijkheid stierf Van Lieshouts broer, die een jaar jonger was, op zijn tweeëntwintigste. Van Lieshout verplaatste het boek naar maart 1973, de periode van zijn eigen coming out. Ook moest hij zijn oudere zus en jongste broer ‘elimineren’ om de probleemstelling - ‘Ben ik nog broer nu ik geen broertje meer heb?’ - duidelijk aan de orde te kunnen stellen.
Op het moment dat Gebr. dan eindelijk af was, vertrouwde Van Lieshout niet
Ted van Lieshout (Foto: Ted van Lieshout)
meer op zijn eigen oordeel. Met de uitgever sprak hij af dat er een proeflezer ingeschakeld zou worden om de kwaliteit van het boek te beoordelen. Met een gerust hart stuurde Van Lieshout het manuscript naar de uitgever. Die las het en liet vervolgens weten: ‘Hier hoeft geen proeflezer aan te pas te komen, ik zie zo wel dat het goed is.’ Van Lieshout wilde het boek nadat het in druk verschenen was voor een laatste maal lezen. Hij vond dit vreselijk moeilijk, kon niet meer stilzitten, liep tijdens het lezen heen en weer in zijn grote appartement. Na het lezen voelde hij dat het zo goed was. De volgende ochtend werd hij wakker met pijn in zijn heupen van het lopen. Aan zijn goede vriend Aidan Chambers beschreef hij dit voorval. Chambers faxte terug: ‘Ja, logisch heb je pijn in je heupen, je hebt net een nieuw boek
| |
| |
gebaard!’ Van Lieshout: ‘En dat vond ik een hele goede, want zo is het eigenlijk ook wel.’
| |
Zeer kleine liefde
Over het voorval met de man in zijn jeugd had Van Lieshout inmiddels al wat gedichten geschreven, maar die waren nog niet opgevallen, ondanks het beladen onderwerp. Van Lieshout was in gedachten wel bezig met een boek, maar wilde dat in eerste instantie voor volwassenen schrijven. Het wilde maar niet vlotten. In 1993 kreeg hij een brief van de meneer uit zijn verleden. Die bood zijn verontschuldigingen aan en wilde dat Van Lieshout hem vergaf. ‘Ik begreep best wel hoe dat zat. Ik vertel in mijn boeken alles! En ik snapte best dat hij bang is geweest of geworden en dacht: “Verrek, dadelijk ben ik aan de beurt!”’ Van Lieshout besprak de brief met Aidan Chambers. Deze zei dat Van Lieshout maar eens een ontmoeting voor moest stellen. Van Lieshout was het daar eerst niet mee eens: ‘Het is nu natuurlijk een oude man en ik wilde liever het beeld houden dat ik had.’ Chambers zei toen: ‘Doe het dan voor het boek dat er misschien in zit.’ Van Lieshout schreef dus een brief terug en vroeg om een ontmoeting. De meneer beloofde te bellen, maar dat heeft hij nooit gedaan.
In 1997 wilde Van Lieshout niet langer wachten. De eeuwwisseling hielp daarbij een handje: ‘Ik wilde het probleem niet meenemen naar de volgende eeuw.’ Terwijl Van Lieshout aan het boek werkte, ontdekte hij iets belangrijks: het probleem, het geheim waar hij over schreef, was niet zijn geheim, maar dat van de meneer.
| |
Jeugdboek
Met het voltooide manuscript ging Van Lieshout niet naar zijn vaste uitgeverij, Leopold; hij vond Zeer kleine liefde geen kinderboek en hij besloot het om die reden aan een andere uitgeverij aan te bieden. Bij die uitgeverij werd het boek geweigerd, het zou toch te veel een kinderboek zijn. Van Lieshout: ‘Ik dacht: “Als dat nou zo is, als het een kinderboek is, en ik ben jeugdschrijver van beroep, waarom ga ik dan niet kijken of ik het manuscript zo kan maken, dat ik het zélf geschikt vind voor de jeugd?” Toen heb ik de knop in mijn hoofd omgedraaid. Dit bleek zelfs het boek ten goede te komen; allerlei dingen vielen helderder op hun plaats.’ Deze beslissing gaf ook ruimte voor meer uitleg, Van Lieshout hoefde niet meer zo rigide vast te houden aan de feiten. Bovendien werd het schrijven gemakkelijker: ‘Ik had ook meer mijn dichtersstem open, zal ik maar zeggen. Als ik voor volwassenen ga schrijven, ga ik deftige dingen doen - “niettegenstaande, desalniettemin”. Op het moment dat ik voor kinderen werk, is dat meteen over.’ Van Lieshout vindt het nog steeds een boek voor volwassenen, maar ‘je kunt het als kind absoluut lezen.’ Met een sober omslag verscheen het boek in 1999 bij Leopold. Door het schrijven van Zeer kleine liefde heeft Van Lieshout weer de leiding in de relatie met de man: ‘Doordat hij niet belde, had hij de regie in handen. Dus ik heb de regie maar weer overgenomen.’
In Zeer kleine liefde is deze omslag goed te lezen: aan het begin van het boek maakt de lezer kennis met een vrij onbezorgd jongetje, dat zijn gevoelens weergeeft in gedichten. Na het voorval met de meneer, die aangeeft voor hem te willen zorgen, moet de jongen behoorlijk wat verwerken. In het slotgedicht is hij zelf de zorgfiguur geworden: ‘Hoe diep u slaapt / wil ik u vragen / door te spreken / maar als ik praat / zal dat de tere / stilte breken, / dus zeg ik niets / en zwijg / en dek u zachtjes / toe.’
| |
School
Gebr. is een boek dat ook een educatieve of pedagogische functie kan hebben. Het kan jonge lezers helpen in de rouwverwerking door de eerlijke en verhelderende manier waarop Luuk met de dood van zijn broer omgaat. Ook de coming out van Luuk en Maus kan een steun zijn voor jongeren die met dit probleem worstelen. Wat vind Van Lieshout hiervan? ‘Mijn taak is volbracht zodra het boek in de winkel ligt, wie er verder nog educatief mee wil doen, die doet maar, maar ik ben er niet geschikt voor.’ Het is volgens Van Lieshout een misvatting dat auteurs die voor jongeren schrijven ook geschikt zijn om jongeren te begeleiden. Veel schrijvers komen wel uit het onderwijs, maar Van Lieshout komt, net als bijvoorbeeld Harrie Geelen en Joke van Leeuwen, van de kunstacademie, een heel andere ingang.
Dat Gebr. in lessen wordt gebruikt, vindt Van Lieshout uitstekend, zolang hij zelf maar geen educatief materiaal hoeft te leveren. Bezoeken aan middelbare scholen vindt Van Lieshout ook niet leuk. Hij staat bekend als kinderboekenschrijver, dus vinden tieners hem een kinderachtige schrijver, maar tegelijkertijd begrijpen ze weinig van zijn gedichten. ‘Zoek daar maar eens de juiste balans in!’ Met Gebr. komt daar een probleem bij. Van Lieshout: ‘Het is voor jongens bijvoorbeeld een moeilijk boek om te lezen, die zijn meteen verdacht.’ Een bezoek aan Vlaanderen maakte het probleem duidelijk zichtbaar: ‘Op een gegeven moment kwam de vraag: “Als het autobiografisch is, hoe autobiografisch is het dan?” En toen moest ik op het podium zeggen dat ik zelf homo ben. Ik vond dat een aanfluiting, omdat ik meteen merkte wat er gebeurde: op het ene moment was ik nog een geëerde schrijver, en het volgende moment was ik een homo.’ Van Lieshout benadrukt
| |
| |
nog eens dat Gebr. helemaal geen homoboek is. Het gaat uiteindelijk toch over de broers.
| |
Tedboeken
In eerdere interviews heeft Van Lieshout laten weten dat hij de boeken schrijft die hij als kind zelf had willen lezen. Nu neemt hij daar afstand van: ‘Dat is zo cliché! Dat zeiden we allemaal in die tijd, maar dat is grote onzin.’ Van Lieshout schrijft de boeken die hij zelf wil schrijven, zonder daarbij steeds rekening te houden met zijn publiek. Hij ziet het als een klein voordeel dat hij zelf geen kinderen heeft: ‘Ik kan altijd zelf kind blijven. Auteurs die kinderen hebben, zijn in de eerste plaats vader of moeder, dan pas auteur. Sommigen zeggen dat ze hun werk aan hun eigen kinderen toetsen, zo van: “Zou ik het mijn eigen kinderen te lezen geven?”’
Van Lieshout maakt ‘Tedboeken’, boeken die duidelijk gemaakt zijn door Ted van Lieshout. Toch is ieder nieuw boek weer heel anders dan de eerder verschenen boeken. Van Lieshout wil herkenbaar zijn aan zijn verscheidenheid. ‘Ik ben een oeuvreschrijver, zoals dat zo mooi heet.’ Een Tedboek komt heel planmatig tot stand. Meestal maakt Van Lieshout eerst de tekst en maakt hij daarna de illustraties erbij. Bij sommige schrijvers dient een boek zich onverwachts aan, Van Lieshout kan zijn boeken ver van tevoren aankondigen. Dit betekent niet dat hij precies kan aangeven wanneer een boek komt: ‘De gedichten zijn altijd veel ouder dan je denkt. Ze liggen lang, dat is de enige manier om te weten dat een gedicht goed is.’ Van Lieshout schaaft, sleutelt en schrapt vooral veel. ‘Schrappen is het belangrijkste van schrijven.’
| |
Nienke van Hichtumprijs
Van Lieshout was vooral erg verrast dat hem de Nienke van Hichtumprijs werd toegekend: ‘Ik wist wel van het bestaan van die prijs, en ik had ook best wel eens gedacht: “Nou, die wil ik ook wel eens winnen!” Maar ik had totaal niet verwacht dat ik hem voor dit boek zou krijgen. Überhaupt een prijs!’ Het boek is nu eenmaal niet echt een kinderboek. Het is wel beschikbaar voor kinderen, maar qua aanpak en onderwerp is het toch geen gewoon jeugdboek. Van Lieshout vindt het erg moedig van de jury om hem toch de prijs toe te kennen.
In eerste instantie schrok Van Lieshout ook wel. De verschijning van Zeer kleine liefde heeft uiteraard een aantal reacties teweeggebracht, met name reacties van pedofielen. Zij vinden het een prachtig boek, omdat er begrip voor de dader in wordt opgebracht. Journalisten probeerden er in interviews achter te komen wie de dader was. Van Lieshout had bij het verschijnen van het boek zijn familie geïnstrueerd en hij had besloten geen live-interviews te doen, omdat de naam hem dan misschien zou ontglippen.
In het dankwoord bij de prijsuitreiking ging Van Lieshout in op de negatieve kanten van het boek. Zo vertelde hij dat het invoeren van zijn naam als zoekopdracht in een internetzoekmachine als eerste hit de site van Vereniging Martijn gaf, een vereniging voor pedofielen. Van Lieshout: ‘Ik had van tevoren alles bedacht wat er zou kunnen gebeuren, maar dit niet! Maar dit vind ik helemaal niet zo leuk. Stel: je zit op school en je denkt: “Ik ga eens op zoek naar de kinderboekenschrijver Ted van Lieshout,” en je ziet als eerste Vereniging Martijn!’
Op vrijdag 14 december 2001 nam een trotse Ted van Lieshout de prijs, bestaande uit een oorkonde en een bedrag van 10.000 gulden in ontvangst. In het juryrapport is te lezen: ‘Van Lieshout schrijft openhartig en ingetogen, intiem en afstandelijk, monter en ontroerend over een onmogelijke liefde, die toch heeft bestaan, ooit, even maar. Daarom bieden wij hem graag de Nienke van Hichtumprijs aan.’
| |
Nieuw licht
Hoewel Zeer kleine liefde en Gebr. qua inhoud en opbouw heel verschillend zijn, is aan het omslag duidelijk te zien dat ze toch bij elkaar horen. Beide boeken worden opgesierd door een foto uit het familiealbum van Van Lieshout.
Op Gebr. staan de broertjes Van Lieshout afgebeeld en op Zeer kleine liefde staat een jonge Ted. In 2002 komt Van Lieshout met een nieuw boek waarin een geheim wordt onthuld wat hij nu nog niet wil vertellen. ‘En dat werpt weer een nieuw licht op de zaak!’
Hannie Humme is docent Nederlands op het Visser 't Hooft Lyceum in Rijnsburg. Daarnaast publiceert zij onder andere in vaktijdschriften voor leesbevorderaars over met name interculturele kinder- en jeugdliteratuur en is zij jeugdboekenrecensent. Mireille Oostindië is docent Nederlands op het Christelijk Gymnasium Sorghvliet in Den Haag. In eerdere nummers van Tsjip/Letteren publiceerde zij onder meer over poëzie in de onderbouw en schreef ze recensies van jeugdliteratuur.
| |
Gebruikte literatuur
Ted van Lieshout, Gebr., Amsterdam: Van Goor, 1996. |
|
Ted van Lieshout, Zeer kleine liefde, Amsterdam: Leopold, 1999. |
|
Ted van Lieshout heeft een eigen website: www.tedvanlieshout.com. |
|
|