De voorbereiding
Het organiseren van de reis gebeurt op onze school als volgt: ongeveer een jaar tevoren gaat er een brief naar de ouders van de leerlingen die het volgend schooljaar in aanmerking komen voor de reis. De leerlingen kunnen zich dan ‘voorlopig opgeven’. De bedoeling daarvan is dat zij (en hun ouders) zich financieel voorbereiden op een aderlating van ongeveer fl. 1000, -. De voorwaarden die de reisleiding de leerlingen laat ondertekenen bij de definitieve opgave, worden bij deze brief ingesloten.
Deze voorwaarden, die in de loop van de jaren uitgegroeid zijn tot ongeveer een dozijn, willen nog wel eens de lachlust opwekken. Dit geldt zeker voor de voorwaarde dat er nooit over het eten gezeurd mag worden. Maar als de leerlingen vóór de reis weten dat zij bijvoorbeeld altijd om 23.00 uur op hun kamer moeten zijn, nooit met Italianen in een auto of op een brommer mee mogen gaan, dan spaart dat de reisleiding tijdens de reis ellenlange discussies. ‘Je hebt het toch getekend’, is dan altijd een
Asterix en Obelix zien een Romein passeren
afdoend argument.
Passen dergelijke voorwaarden nog in deze tijd? Zijn leerlingen van zestien, zeventien jaar niet oud genoeg om hun eigen verantwoordelijkheid te nemen? Daar kan ik een kort antwoord op geven: de meesten wel, maar niet allemaal. Als er een stel gaan nachtbraken en drinken, komt er van het programma niets terecht. En daarbij is Rome (als alle grote steden) een gevaarlijke stad en als een leerling iets overkomt, is de hele sfeer van de reis weg. Bovendien staan de ouders, de schoolleiding en wellicht de leerlingen zelf bij de docenten op de stoep als er ongelukken gebeuren.
Bij de voorwaarden hoort ook dat iedereen een aandeel levert aan de door de leerlingen gemaakte reisgids. Zij kunnen kiezen uit monumenten, kerken et cetera, die bezocht zullen worden. Bij deze onderwerpen geef ik aan wat zij ervan moeten beschrijven. De informatie kunnen zij halen uit gidsen in de mediatheek, uit naslagwerken enzovoort. De gids van de laatste reis was de verzameling van de werkstukken die gemaakt waren voor KCV en CKV. De leerlingen zijn altijd erg trots als zij hun werk in een keurig kaftje in handen krijgen.
Zelf maak ik ook nog een kleine gids, waarin het programma van elk dagdeel beschreven staat. Het gidsje wordt verfraaid met tekeningen (overgenomen uit boeken) en gedichten over Rome.