De Laatste Taboes
‘Chaos en leegte
De hele zomervakantie heb ik op dit ei lopen broeden, nu ja, niet aan één stuk door natuurlijk, maar zo af en toe tussen het genieten door van de vrijheid die deze heerlijke periode met zich meebrengt. Ik had toch tijd genoeg, zou men kunnen denken, maar het ei wilde niet vanzelf uitkomen, zelfs niet in de Portugese zon. En nu de deadline angstwekkend snel nadert zie ik mij gedwongen de schaal met geweld te breken en maar af te wachten wat er uit komt, terwijl mijn ziel gekweld wordt door een gevoel van “saudade”.
Het chaotische karakter waardoor dit stukje ongetwijfeld gekenmerkt zal gaan worden komt deels voort uit deze premature geboorte door middel van een kunstverlossing, maar is deels ook opzet. Ik ben zomaar in het wilde weg gaan schrijven, niet wetend waar dit schrijven mijn heenvoert omdat ik op deze wijze de chaos wil opzoeken. Er rust een taboe op chaotisch werk(en), het moet allemaal ordelijk, overzichtelijk, duidelijk, tastbaar, meetbaar. Meten is weten. Maar het leven is helemaal niet meetbaar, al zou het CITO de opdracht toetsen voor het leven te ontwikkelen ongetwijfeld niet afwijzen. Aan het einde van ieders leven wordt dan de ultieme CITO-toets afgelegd. Het Laatste Oordeel is daarmee overbodig geworden: de CITO-score zal oordelen over de levenden en de doden. Hemel, vagevuur of hel.
Het economische denken heeft zich als een kanker over de hele maatschappij uitgezaaid. Ook het onderwijs is erdoor besmet: er wordt gesproken in termen, nee, kreten als rendement, effectiviteit, onderwijs is een “product”, scholen zijn elkaars concurrenten die hun “kwaliteitsproduct” aanbieden op “onderwijsmarkten”, leerlingen zijn “kritische onderwijsconsumenten”. Als het verwachte aantal studielasturen het vastgelegde maximum (wat tevens het minimum is: in de Nieuwe Tweede Fase gaan alle leerlingen precies even veel tijd in hun studie steken. Dat is een erg goede ontwikkeling, want anders zou het toch niet eerlijk zijn) overschreden wordt omdat de verschillende vakken hun programma's anders niet uit kunnen voeren wordt er met een “kaasschaaf” (ook al een echt Nederlandse uitvinding) overal wat van afgehaald en klopt de uiteindelijke rekensom toch weer precies.
Maar we kunnen, of mogen er niet tegen in het geweer komen: als het niet in getallen vastgelegd kan worden wordt het veel te ongrijpbaar: iedereen zou dan maar doen wat hij/zij zelf van belang vindt, en dan krijgen we chaos. Stel je voor, dat zou toch verschrikkelijk zijn.
Er is nog een taboe waar ik het over wil hebben: het taboe op niets doen. Dat is diep geworteld in onze aard: ledigheid is des Duivels oorkussen. In onderwijsinspecteursterminologie: er mag geen effectieve lestijd verloren gaan. De schilder Bram van Velde daarentegen heeft ooit eens gezegd: het moeilijkste is om te wachten. Niets doen, maar wachten tot de noodzaak van een nieuw schilderij zich aandient en er tot handelen overgegaan wordt. Ondanks het feit dat hij bewondering had voor Picasso vond Van Velde het een vorm van zwakte dat Picasso nooit kon wachten, altijd maar moest maken, produceren. Misschien had Van Velde wel gelijk.
Ik zou een lans willen breken voor het onmeetbare, het ongrijpbare, het chaotische, het onnutte, het nietsdoen, de leegte, de vrijheid, de diversiteit. Ga niets doen, doe niet mee, onderwerp u niet aan de schijterds die alles willen wegen, meten, plannen, normeren. Wees niet bang voor het ongewisse. Leven en leren zijn niet zo maakbaar als men schijnt te geloven. Hou de ogen en oren open voor de wonderen van deze wereld en probeer hetzelfde te bereiken bij uw leerlingen. Ik heb gezegd.’
Frank Tarenskeen, Nijmegen 25-08-99