Tsjip/Letteren. Jaargang 9
(1999)– [tijdschrift] Tsjip/Letteren– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |||||||||
Confrontatie met de duivel - Een CKV 1-projectHoe stelt u zich de duivel voor? Is het een rood mannetje met een lange staart en een driepunt in zijn handen? Is het een miezerig mensje dat te herkennen is aan zijn stank? Of is het een wezen dat constant van gedaante kan wisselen, maar dat herkenbaar is aan dat ene gebrek? Een klompvoet, een ontstoken oog, een bochel.... Tijdens het project hebben vijftien leerlingen uit 4 vwo van het Spinozalyceum kennisgemaakt met de duivel. De duivel werd aan hen vertoond als kweller en bestraffer in de verhalen over Job, de Heilige Antonius en Dantes hel.Ga naar eind1 In dit artikel zetten we uiteen hoe leerlingen het materiaal hebben verwerkt aan de hand van de opdrachten rond het verhaal van de Heilige Antonius. Verder geven we u een indruk hoe wij als docent de lessenserie hebben ervaren. | |||||||||
MateriaalIn het eerste verhaal staat het leven van Job centraal. In dit oudtestamentische verhaal krijgt Satan toestemming van God om Jobs vroomheid en gerechtigheid op de proef te stellen door lijden en beproevingen. Jobs geloof doorstaat de proef en als beloning verleent God hem verdubbeld geluk en verdubbelde welstand. De tekst riep vragen opbij de leerlingen: was het wel rechtvaardig van God om Job zo te doen lijden. Is de beloning wel voldoende als Job de proef heeft doorstaan? De meeste leerlingen vonden het een ongelijke en daarom onrechtvaardige strijd. In het tweede verhaal lezen leerlingen verhalen rond de Heilige Antonius. Ook hierin probeert de duivel de hoofdpersoon te straffen voor zijn goede gedrag. De duivel belaagt hem met verschillende verzoekingen. Antonius blijkt echter door vasten en bidden niet gevoelig te zijn voor al die verleidingen. De duivel geeft zich niet zo gauw gewonnen en martelt Antonius. Ook nu toont Antonius geen moment van zwakheid en de duivel moet uiteindelijk het onderspit delven. Na het verhaal van de Heilige Antonius hebben de leerlingen het verhaal De kluizenaar en de duivel van Simon Vestdijk gelezen. In dit verhaal komen aspecten voor die vergelijkbaar zijn met het verhaal van Antonius. Het derde verhaal heeft een heel ander karakter. Niet de duivel staat centraal, maar de hel. In Dante's Inferno worden de leerlingen geconfronteerd met Dante's visie op de hel. Hij ziet de hel als een soort trechter die uit negen kringen bestaat. In elke kring bevinden zich mensen die dezelfde misdaad hebben begaan. Zo is er een kring voor bedriegers, verraders, maar ook voor lafaards. Hoe kleiner de kring, hoe erger het vergrijp. Hierna hebben leerlingen gedichten en een verhaal gelezen waarin andere visies op de hel tot uitdrukking komen. | |||||||||
[pagina 13]
| |||||||||
Een voorbeeld: de Heilige Antonius‘Geen mens zal ooit door de duivel en zijn verlokkingen worden overgehaald, die mijn gezegende lijden voor ogen houdt en mijn hulp inroept. Wanneer hij zich in bekoring gebracht voelt, laat hij dan mijn kruisbeeld opzoeken, het teken van het kruis maken, spuwen naar de vijand en zeggen: “Weg van mij, vuile vijand!” En terstond zal hij door mij getroost worden, net als de heilige Antonius.’ Uit: Dat boexken vanden minne gods (Antwerpen 1520).
Na dit fragment lezen de leerlingen een tekst over het leven van Antonius. Na de dood van zijn ouders ontdekt Antonius dat hij een aanzienlijk bezit verkregen heeft. Een half jaar later hoort hij in de kerk de woorden van Christus: ‘Verkoopt wat gij bezit en geeft het aan de armen en gij zult schatten in de hemel vinden.’ Dit doet Antonius en hij trekt zich in alle eenzaamheid terug. De duivel haat dat goede gedrag van de kluizenaar en valt hem dag en nacht lastig met waanvoorstellingen en erotische gedachten. Hij heeft geen succes, zelfs niet als de duivel zich in een gedaante van een vrouw aan hem openbaart. Antonius blijft volhardend vasten en bidden, zodat hij ongevoelig blijft voor de verleidingen van de duivel. De duivel ontsteekt in helse woede en neemt andere maatregelen. Op een nacht verschijnt hij met een grote groep demonen om Antonius half dood te knuppelen. Zelfs dit overleeft Antonius. De duivel pakt het grootser aan. Hij komt met een grote troep woedende honden, maar wederom blijft het effect uit. Dan veroorzaakt de duivel een hevige aardbeving en dringt deverblijfplaats van de kluizenaar binnen in veel verschillende soorten dierengedaanten. Tenslotte geeft Satan zich gewonnen, want ook deze kwellingen hebben geen succes. Antonius trekt zich terug en houdt zich bezig met door hem gestichte kloosters. Hij sterft als hij 105 jaar oud is. Naar aanleiding van dit verhaal maken leerlingen opdrachten die beschrijvend, verdiepend of evaluerend van aard zijn. In de beschrijvende opdrachten geven leerlingen een samenvatting of beschrijving van een verhaal of een kunstwerk. In de eerste opdracht bekijken de leerlingen het doek De verzoeking van de Heilige Antonius van Salvador Dali. Hieraan zijn vier beschrijvende vragen verbonden:
Bij verdiepende opdrachten is het de bedoeling dat leerlingen een thema kunnen doorgronden aan de hand van verschillende verhalen en afbeeldingen. Sommige vragen spelen in op de ervaring van leerlingen. Bij andere moeten leerlingen analyseren of vergelijkingen maken. Voor een van de opdrachten schrijven leerlingen een fragment uit Antonius' dagboek. Hieronder volgt het resultaat: ‘Ik word wakker bij zonsopgang met helse pijnen in mijn hoofd. Ik ga me wassen en trek me terug. Dan bid ik een uur tot God en eet ik wat. Rond een uur of twaalf probeer ik het dagelijkse leven mee te maken. Ik werk hier en daar wat en probeer de tijd de verdrijven. Ik werk op het land en praat met de mensen over mijn pijnen en kwellingen. Na een dag hard werken, kom ik doodmoe thuis. Voor het avondeten bid ik God nog aan en dank hem voor het eten dat op mijn bord ligt. Ik eet en ga naar bed.’ Een tweede verdiepende opdracht is: ‘Stel: je bent verslaggever bij SBS 6 Hart van Nederland. Je bent er achter gekomen dat een man - Antonius - twintig jaar in de woestijn leeft en een bewogen leven achter de rug heeft. Interview Antonius en maak er een verslag of bandopname van.’ Hierna lezen de leerlingen het verhaal De kluizenaar en de duivel, dat veel parallellen vertoont met het verhaal van Antonius. In de verdiepende opdracht die volgt, kiezen de leerlingen een situatie uit het verhaal waarin ze vinden dat de kluizenaar op een andere manier reageert dan zij zouden doen. Veel leerlingen kozen het fragment waarin de kluizenaar een weddenschap aangaat met de duivel. Ze zouden nooit een verbond met de duivel aangaan, | |||||||||
[pagina 14]
| |||||||||
omdat de duivel alleen maar slechte dingen doet. Tegenover de duivel hoeft niemand zich te bewijzen. In een evaluatieve opdracht leren leerlingen hoe ze een persoonlijk waardeoordeel moeten motiveren en hoe ze dit oordeel kunnen vergelijken met het oordeel van anderen (zoals medeleerlingen, kunstkritiek, recensies et cetera). Bovendien reflecteren leerlingen op hun eigen waardeoordeel. Een evaluatieve opdracht luidt: ‘Je hebt nu kennis gemaakt met de verhalen over Job en de Heilige Antonius. Ga in een groepje zitten en discussieer over één van de twee volgende stellingen: De meeste leerlingen hebben voor de eerste stelling gekozen. Ze zijn het niet met de stelling eens, want ze zijn van mening dat religieuze teksten bijdragen tot hun algemene ontwikkeling. Ze hebben absoluut niet het idee dat ze gelovig moeten zijn om religieuze teksten te lezen. Tijdens de discussie kwam naar voren dat leerlingen aanvankelijk een nogal sceptische houding aannamen tegenover religieuze teksten. Achteraf gezien vonden ze de teksten de moeite waard. | |||||||||
EvaluatieOver het algemeen zijn de leerlingen zeer positief over het project. De meeste leerlingen vonden echter dat teveel de nadruk gelegd werd op literatuur en dat er te weinig afbeeldingen werden getoond. De gekozen teksten vonden de leerlingen wel de moeite waard. Ze vonden de teksten leerzaam en interessant en wisten niet dat de duivel zo'n belangrijke rol speelt in religieuze verhalen. Wat sommige leerlingen ook niet hadden verwacht, was dat God en de duivel contacten onderhouden en zelfs met elkaar onderhandelen. Verder hadden ze niet het idee dat de bijbel en het geloof een te nadrukkelijke rol spelen in de lessenserie. Verder bleek dat sommige leerlingen in de loop van het project een nieuwe visie op de duivel hadden gekregen. In de beginopdracht: ‘Wat weet je van de duivel?’ kwam naar voren dat leerlingen voornamelijk aandacht hadden voor het uiterlijk van de duivel. Een leerling schreef over een rood wezentje met een staart, hoorntjes en een drietand. Eén van de laatste opdrachten luidde: ‘Is het beeld dat je je gevormd had van de duivel veranderd?’ Dezelfde leerling antwoordde dat hij er achter was gekomen dat de duivel veel gedaanten kan aannemen en dat het dus weinig zin heeft om de duivel op zijn uiterlijk te beschrijven. Hij zou de duivel nu beschrijven als ‘de vertegenwoordiger van het kwaad’ en als ‘iemand die de zielen van mensen afneemt’.
Als docent hebben wij evaren dat we voornamelijk een begeleidende rol vervulden. Leerlingen kunnen zelfstandig met het materiaal aan de gang. Het project heeft echter geen duidelijke afronding en dat vonden wij niet bevredigend. We misten een overkoepelende opdracht waarin leerlingen kunnen laten zien wat ze hebben opgestoken van de lessenserie. We denken zelf aan een opdracht waarin leerlingen een tekst over, of een afbeelding van de duivel als kweller of bestraffer zoeken. De tekst of de afbeelding zouden ze kunnen vergelijken met de drie basisverhalen uit de lessenserie. Hun bevindingen zetten ze uiteen in een essay dat in hun kunstdossier wordt opgenomen. We kunnen stellen dat het project geslaagd is. Het past heel goed binnen de structuur van de tweede fase. De opdrachten nodigen uit tot zelfwerkzaamheid, maar ook tot samenwerkend leren. De thematiek van de duivel als kweller / bestraffer spreekt de leerlingen erg aan en daarom leent dit onderwerp zich goed voor een project binnen CKV 1.
De schrijfsters van dit artikel zijn beide werkzaam aan de Berger Scholengemeenschap te Bergen (Noord-Holland). |
|