Invloed van de ouders
Zijn moeder heeft op veel manieren zijn kunstzinnige vorming proberen te stimuleren. Zo moest hij bijvoorbeeld toen hij acht werd een instrument gaan bespelen. Dit werd de piano omdat het een goed instrument is om de basis te vormen. Toen hij tien werd mocht hij zelf een instrument uitkiezen. Nadat hij een aantal dingen had uitgeprobeerd, koos hij voor de trompet. ‘Ik vind het een mooi en opvallend instrument waar ik best veel mee kon.’
In het begin vond hij de trompet erg leuk, maar na een half jaar gaf hij de voorkeur toch weer aan de piano. Op een gegeven moment had hij genoeg van beide. Daarom is hij uiteindelijk gestopt.
Ook nam zijn moeder hem vaak mee naar musea en gaf ze hem kunstboeken met Kerstmis. Boeken over Griekenland, Dali, Kandinsky en Monet zijn hier een paar voorbeelden van. Het boek over Griekenland vindt hij het mooiste, omdat hij erg van mythologie houdt. Daarom houdt hij ook van Noorwegen met zijn Edda. ‘Het is jammer dat Nederland geen mythes heeft.’ Ilias en Odyssee van Homerus vindt hij het mooist. Die heeft hij zelfs op een bandje gehoord tijdens een vakantie in Friesland. ‘Dat was prachtig.’ Het sprookjesachtige en de aanwezigheid van een held maakt het verhaal zo mooi. ‘Dingen als overspel waar een paar jaar terug heel moeilijk over werd gedaan, werd toen al heel makkelijk naar voren gebracht.’
Af en toe heeft hij gebaald van het feit dat zijn moeder hem trachtte te stimuleren op cultureel gebied. Vooral aan de muzieklessen kreeg hij op een gegeven moment een hekel. De bezoekjes aan de musea vond hij minder erg.
Vaak had hij wel geen zin om te gaan, maar als hij dan eenmaal was geweest, had hij er toch veel plezier in gehad. ‘Als je zoveel mogelijk ziet, ontwikkel je gewoon je eigen smaak.’ Zijn moeder heeft hem laten zien wat er op kunstzinnig gebied zoal is. Hij is daar blij om. Het is goed voor je ontwikkeling. ‘Dat je de mooie dingen van de kunst in leert zien en niet zoiets hebt van: kunst, dat is allemaal zo zwaar. Het is maar net wat je er zelf van maakt. Als je alle vormen van kunst ziet, en niet slechts een klein deel, kun je je eigen dingen eruit pikken. Als je maar een klein deel kent en van de rest niks weet, kun je niet goed kiezen wat het mooiste is.’
Daarnaast heeft zijn moeder ook voor de Vrije School gekozen, omdat ze het belangrijk vond dat haar kind zich kunstzinnig leerde uiten. Zelf geeft ze op een gewone school les, waardoor ze de beide soorten onderwijs goed kon vergelijken. Hij is blij met deze keuze vanwege de manier waarop de kinderen op zijn school met elkaar omgaan. Een aantal van zijn vrienden zit op een gewone school en daar gaan de leerlingen duidelijk anders met elkaar om. ‘Daar heb je vrienden om een klein deel van wat je doet, bijvoorbeeld hoe je je kleedt, en niet om wie je bent.’ Op de Vrije School hebben ze meer respect voor elkaar. Er wordt ook veel aandacht besteed aan hoe je met elkaar om moet gaan.
Een vak als toneel helpt hier zeker aan mee. ‘Je zet je tot iets dat je niet zomaar doet en daardoor leer je mensen juist heel goed kennen.’ Je steunt elkaar en dat versterkt ook de band. Ook het feit dat er op de Vrije School veel creatieve vakken worden gegeven maakt dat hij blij is met de keuze van zijn moeder. Naast toneel vindt hij tekenen en schilderen het leukste. Het vak euritmie vindt hij niet echt geweldig. Euritmie besteedt aandacht aan de lichaamstaal en probeert zo de leerlingen zich meer bewust te maken van zichzelf. ‘Van mij had het niet gehoe-