| |
| |
| |
Nieuwe kansen voor gezamenlijke literatuurlessen
Geïntegreerd literatuuronderwijs in de praktijk
Integratie van het literatuuronderwijs kan in de tweede fase nodig zijn, wil je gestalte kunnen geven aan een enigszins omvangrijk programma. De beslissing om wel of niet tot samenwerking over te gaan, die verder reikt dan het verwerken van de deelcijfers tot één eindcijfer, hangt mede af van een voorstelling die je je kunt maken van geïntegreerd onderwijs (GLO). De hiervolgende bijdrage kan daarbij helpen.
Marjolein Gritter
De integratie van de verschillende vormen van literatuuronderwijs in het studiehuis is de laatste tijd al veelvuldig belicht door zowel voor- als tegenstanders in onder andere Tsjip, Tsjip/Letteren en Levende Talen. Voor mij, als docente Engels, staat voorop dat Geïntegreerd literatuuronderwijs (GLO) aan taaldocenten de kans biedt om gezamenlijk nieuwe wegen in te slaan met vele interessante en inspirerende mogelijkheden. Voor mijn leerlingen voorzie ik dat deze vorm van literatuuronderwijs hen veel meer zal aanspreken en werkelijk leesplezierbevorderend zal uitwerken. Op dit moment is het noodzakelijk om vooral aandacht te besteden aan de praktische kant, zodat docenten daadwerkelijk aan de slag kunnen. Niet iedereen heeft immers al duidelijke ideeën over de invulling van de literatuurlessen.
Tijdens de ontwikkeling van de lessenreeksen, die ik hierna zal beschrijven, stonden voor mij vier zaken centraal. In navolging van de studiehuisgedachte moeten de leerlingen leren actief en zelfstandig te werken en te leren.
Daarbij wil ik, in verband met de noodzaak aan te sluiten op de individuele leerstijl van iedere leerling, hun keuzevrijheid steeds zo ruim mogelijk houden. Ten derde ga ik ervan uit dat de verslaggeving betreffende de persoonlijke leeservaring vooral plaatsvindt aan de hand van het leesdossier. En ten vierde: het kiezen van een voor de doelgroep interessant thema is een uiterst belangrijke stap, waarbij je ook leerlingen zou kunnen betrekken (of je laat ze bijvoorbeeld uit drie verschillende thema's kiezen).
| |
Thema ‘Verslaving’
Voor een 4 havo-groep heb ik gekozen voor het thema ‘Verslaving’, aangezien dit een onderwerp is waar leerlingen zich bij betrokken voelen en waarvoor ze belangstelling hebben. Het is niet de bedoeling om leerlingen iets op te dringen van ‘moeten’ of ‘niet mogen’ wat betreft verslavingsproblematiek. De nadruk in deze ‘studiebelastingurenreeks’ ligt op lezen om iets te weten te komen over een bepaald, voor de individuele lezer interessant onderwerp; gericht en informatief lezen op een vermakelijk niveau. Daarnaast is de aandacht er vooral gericht om de leerlingen zicht laten krijgen op hun eigen leerproces en oefening in het reguleren hiervan.
| |
Opzet
De opzet rond dit thema, dat gedurende drie maanden (20 sbu's uitgezonderd het lezen van de boeken) centraal staat, is als volgt. De vier betrokken taaldocenten verzorgen gezamenlijk het Algemene Introductie-sbu voor de gehele groep waarin leerlingen eerst, naar aanleiding van een aantal vragen, voor zichzelf vaststellen wat ze zoal weten van en denken over verslaving in het algemeen, drugsverslaving, alcoholisme en eetverslaving. Aan de hand van een voorbeeld (Christiane F.) wordt door de docent Duits aangestipt hoe je door het lezen van deze roman heel veel te weten komt over heroïneverslaving. Aansluitend vertelt een andere docent dat voor alle boeken eigenlijk geldt dat je er iets van leert zonder dat je daar expliciet mee bezig bent; je leest gewoon lekker een verhaal, bij voorkeur over een onderwerp dat je erg interesseert en je pikt ondertussen, vaak onbewust, van alles op.
| |
Zelfstandig werken en leren
Een volgende docent vertelt nu dat de leerlingen het thema ‘Verslaving’ vooral zelf zullen gaan invullen door individueel te kiezen wat ze over ‘verslaving’ willen leren (persoonlijke doelstelling), welke boeken ze gaan lezen, hoe ze verslag doen over hun leeservaring (welke leesdossieropdrachten) en of ze willen samenwerken of niet (geheel vrije keuze). Dit betekent dat ze zelf
| |
| |
een planning gaan maken voor de komende drie maanden, deze eventueel moeten bijstellen en aan het einde van de rit moeten nagaan of ze hun eigen, persoonlijke doelstelling bereikt hebben. Er zijn weinig echte contacturen, aangezien de leerlingen werken volgens het uitgereikte stappenplan/werkschema (zie bijlage 3). Dit stappenplan moeten ze voor het eerste taal-sbu goed lezen en ze moeten een doelstelling hebben gekozen, die genoteerd wordt door de docenten. De vier docenten zijn beschikbaar ter ondersteuning en begeleiding van de aan hun toegeschreven leerlingen (vier groepen), ze doen echter alle vier in de eerste week één sbu met een korte introductie op specifiek materiaal en begeleiden in datzelfde uur de boekkeuze van leerlingen.
| |
Introducties per taal
Per taal wordt het boekkeuze-sbu ingeleid aan de hand van een kort fragment/gedicht. Engels behandelt de gedichten ‘Alcohol’ van Raymond Carver (uit: Fires. Essays, poems, stories) en ‘Used to drink’ van Roger McCough (uit: Defying Gravity). Leerlingen wordt gevraagd deze te lezen en uit beide de voor hun belangrijkste zin op te schrijven. Door deze vervolgens met de groep te bespreken, ontstaat er vanzelf een discussie over waar de gedichten over gaan, over verschillende interpretaties. Ter afsluiting vraagt de docent nog welke van de twee gedichten de leerlingen het meeste aanspreekt en waarom. De rest van het sbu wordt besteed aan de oriëntatie en boekkeuze. Bij Nederlands wordt een fragment uitgedeeld van Verloren lust. Een anorexia nervosa dagboek van Simone Hooymans. Naar aanleiding van deze tekst vullen leerlingen een schema in betreffende verslavingsvorm/kenmerken/oorzaken/gevolgen. Dit schema wordt klassikaal besproken, waarbij de docent leerlingen laat vertellen wat anorexia nervosa is en vraagt wat ze over bulimia weten. Hierna volgt de begeleiding over de boekkeuze.
Bij Duits wordt gekeken naar de inleiding van Christiane F.; de aanklacht en veroordeling. De docent vraagt leerlingen (individueel of gezamenlijk) een persoonsomschrijving van Christiane F. te maken op basis van de gegevens die ze in deze tekst tegenkomen. Door verschillende leerlingen hun persoonsomschrijvingen voor te laten lezen, worden diverse persoonsbeschrijvingen van Christiane besproken. De rest van het sbu wordt besteed aan de boekkeuze.
Bij Frans kan er een fragment bekeken worden van Petit van Genevieve Brisac, een boek over eetverslaving. Mijn Franse taalkennis is helaas niet toereikend om hierbij een concrete opdracht te verschaffen, dit laat ik over aan de Franse docent. Natuurlijk staat voorop dat het een andere opdracht moet zijn dan bij de andere talen. Variatie is essentieel!
| |
Gastcolleges
Naast deze sbu's, de vier begeleidingsgesprekken en het zelfstandig werken van de leerlingen, zijn er ook drie gastcolleges gepland die leerlingen verplicht moeten volgen. Deze worden, op uitnodiging van de school (via het GLO-team), verzorgd door het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (soft- en harddrugs), Anonieme Alcoholisten (alcoholisme) en Stichting Anorexia Nervosa (eetverslaving). Leerlingen moeten voorafgaand aan deze gastcolleges vragen opstellen die betrekking hebben op hun persoonlijke doelstelling. Deze vragen kunnen ze aan de gastspreker stellen, of de antwoorden afleiden uit het verhaal of uit andere vragen. Ze moeten hier tijdens de eindopdracht verslag van doen, zo is hun tijdens het Algemene Introductiesbu medegedeeld.
| |
Boekkeuze en begeleiding
De verdeling van de groepen, relevante data van gastcolleges en begeleidingsgesprekken worden tijdens het Algemene Introductie-sbu medegedeeld. Het eerste begeleidingsgesprek vindt in de tweede week plaats; leerlingen moeten dan hun planning voorleggen aan de begeleidende docent. Wat betreft de begeleiding van de boekkeuze in de eerste week is het volgende van belang. De leerlingen kiezen per taal één boek (in totaal vier) van een uitgebreide lijst met titels (zie bijlage 1), waarbij één boek moet gaan over drugsverslaving, één over alcoholisme en één over eetverslaving. Wat betreft het vierde boek is de keuze van verslavingstype vrij. De keuze van alle vier de boeken moet aansluiten bij de doelstelling die leerlingen hebben gekozen (werkschema). Na het lezen van elk boek moeten leerlingen in hun leesdossier een eerste persoonlijke reactie opschrijven, vertellen wat ze over hun specifieke doelstelling van het boek hebben geleerd en verslag doen van twee opdrachten (zie bijlage 2).
Gedurende de drie maanden zullen er in ieder geval vier persoonlijke begeleidingsmomenten plaatsvinden (per leerling 5-10 minuten op afspraak). De leerlingen kunnen dan eventuele problemen (planning, opdrachten, boeken, etc.) bespreken en hulp vragen. De docent krijgt op die manier informatie over de voortgang en kan hierop inhaken/inspelen. Natuurlijk zijn er grote onderlinge verschillen; de ene leerling is al veel zelfstandiger, de andere heeft nog grote behoefte aan begeleiding. De docent kan dus per leerling de begeleiding op maat ‘snijden’ en op deze manier zo effectief mogelijk ‘opereren’.
| |
Eindopdracht
Voordat de eindopdracht aan bod is, zijn alle uitwerkingen van de opdrachten (reacties/doelstellingszinnen/lees- | |
| |
dossieropdrachten) ingeleverd. Als dit niet het geval is, wordt de betreffende leerling uitgesloten van deelneming aan de eindopdracht, er volgt dan later een schriftelijk alternatief. De drie maanden ‘Verslaving’ zullen afgesloten worden door middel van een gezamenlijk sbu (eindopdracht), begeleid door de vier betrokken docenten, in de vorm van Het Boekcafé. Voorafgaand hieraan moeten de leerlingen voor zichzelf de volgende vragen beantwoorden:
1. | Welk boek vond ik het mooist/meest aangrijpend/slechtst/grappigst/etc? |
2. | Van welk boek heb ik het meest geleerd over welke verslaving? |
3. | Kwam de inhoud van mijn boek overeen met wat er over die vorm van verslaving is verteld? |
4. | Welke van de gastcolleges heeft het meeste indruk gemaakt? Komt dit overeen met het boek dat de meeste indruk op mij heeft gemaakt (zelfde verslavingsvorm?) Waarom wel/niet? |
De leerlingen zijn ter afsluiting van het thema (verplicht) uitgenodigd in het boekcafé (bijvoorbeeld een lokaal, sfeervol ingericht met groepjes tafels en stoelen, provisorische bar en muziek op de achtergrond). Eén van de docenten legt uit wat de bedoeling is: de leerlingen gaan roulerend hun persoonlijke leeservaringen uitwisselen (welk boek vond ik het beste, et cetera). Ze kunnen elkaar naar boeken vragen, elkaar boeken af- en aanraden naar aanleiding van hun leeservaringen en erover vertellen. Ze moeten op papier bijhouden welke boeken ze aan wie hebben af/aangeraden en waarom, en aangeven welke boeken zij af/aangeraden hebben gekregen en waarom. Per categorie (Aangeraden aan/Aangeraden gekregen van) moeten er uiteindelijk minstens zes titels en verschillende namen van medeleerlingen genoemd worden (in totaal dus twaalf). De docenten (lach niet! maar speel het mee) schenken ondertussen koffie, thee en frisdrank en diverse versnaperingen serveren. Tussendoor kunnen zij zich eventueel mengen in de gesprekken of zelf met leerlingen spreken. Aan het einde van het sbu leveren de leerlingen de antwoorden op bovenstaande vragen en de ingevulde lijsten in. Als huiswerk moeten ze nu nog de uitwerking van stap vijf van het werkschema inleveren, pas hierna kunnen de docenten de eindbeoordeling bepalen.
| |
De eindbeoordeling
De eindbeoordeling zal ten eerste gebaseerd zijn op de uitwerkingen van de leesdossieropdrachten (8), de persoonlijke reacties op de boeken (4) en ‘doelstellingszinnen’. De uitwerkingen worden vanzelfsprekend per boek door de relevante taaldocenten beoordeeld.
Daarnaast telt de aanwezigheid tijdens de gastcolleges, de uitwerking van de vragenlijst voor het boekcafé, de af/aanraderlijst, de eigen evaluatie van het leerproces (stap 5), die worden beoordeeld door de aan de leerling toegeschreven begeleidende docent, en een gezamenlijke aantekening van de vier docenten voor de algemene inzet. Het lijkt me evident dat voorafgaand, gezamenlijk overleg zeer verstandig is zodat er duidelijke afspraken gelden over de beoordeling van de verschillende onderdelen. Zie voor de concrete taaksheets voor de leerlingen de bijlagen.
| |
Thema ‘Absurdisme’
Een tweede thema wil ik hier wat korter toelichten, een thema waarvoor het materiaal vooral in de literatuur zelf ligt. Voor een 6-vwo groep heb ik gekozen voor het thema absurdisme in de wereldliteratuur, omdat jongeren over het algemeen gevoelig zijn voor rare dingen die dicht bij humor liggen.
Het werk dat de leerlingen rond dit thema doen, heeft een sterk literairtheoretisch en -historisch karakter. Daarnaast staat zelfstandig werken en leren centraal.
Aangezien het hier een 6 vwo-groep betreft die ondertussen aardig ervaren is in zelfstandig werken en leren, is er binnen dit thema alleen sprake van een algemene introductieles, persoonlijke begeleiding (vooral op initiatief van de leerling zelf) en ‘minimale controle’ door de taaldocenten. De leerlingen zijn vrij om voor samenwerking of individuele activiteiten te kiezen. Voor de begeleiding van de uiteindelijke eindopdracht, het opvoeren van een kort, zelf gecreëerd toneelstukje met absurde trekken, wordt de dramadocent ook ingezet. Het thema heeft verspreid over twee maanden plaats en draait om de volgende boeken, waaruit de leerlingen per taal één moeten kiezen:
Frans:
■ | En attendant Godot - Samuel Beckett |
■ | L'étranger - Albert Camus |
■ | L'enfance d'un chef - Jean Paul Sartre |
Duits:
■ | Der Prozess - Franz Kafka |
■ | Die Verwandlung - Franz Kafka Engels: |
■ | Mr. Vertigo - Paul Auster |
■ | The birthday party - Harold Pinter |
| |
| |
Nederlands:
■ | Sans Rancune - Wim T. Schippers (aan te vullen door docent) |
| |
Algemene Introductie-sbu
Voorafgaand aan dit sbu hebben de leerlingen de volgende huiswerkopdracht opgekregen en uitgevoerd: ‘Verzamel krantenberichten, artikelen of schrijf verhalen op (die je eens gehoord hebt), die volgens jou over iets heel absurds gaan of heel absurd zijn (mensen of gebeurtenissen bijv.). Neem dit materiaal mee naar het eerste sbu (datum).’
Tips: raadpleeg bijvoorbeeld Internet of de ‘Nieuwe Revu’.
Het introducerende sbu wordt door de vier docenten gezamenlijk gegeven. De eerste docent leest met de leerlingen een voorbeeld van een artikel met een absurd karakter en onderzoekt met hun wat er zoal aan absurde elementen inzit.
De tweede docent deelt de leerlingen in groepen van vier. Ze moeten nu het materiaal wat ze hebben meegebracht bekijken en bespreken. Uiteindelijk moeten ze van de vier items één item uitkiezen, welke ze, gezamenlijk, als het meest absurd beschouwen.
De derde docent laat de gekozen items door één leerling per groep presenteren en vraagt naar de absurde elementen. Door middel van het bespreken van alle items, start de docent een discussie over wat wel en niet absurd is. De vierde docent vraagt welke absurde elementen gebruikt (kunnen) worden in de literatuur. Na eventuele reacties vertelt de docent dat ze gedurende de komende twee maanden zelf zullen gaan onderzoeken of ze op het goede spoor zitten, door middel van research en het lezen van vier zelfgekozen boeken. Ze zijn, zoals gewoonlijk, vrij om dit individueel of in samenwerking te doen. De leerlingen krijgen vervolgens het opdrachtvel (zie bijlage 4), die ze moeten bestuderen.
| |
Begeleiding
Gedurende de twee maanden zijn de vier taaldocenten (leerlingen zijn in groepen verdeeld en toegewezen) beschikbaar voor begeleiding op initiatief van de leerling. Er zijn twee data vastgelegd (verplicht) voor persoonlijke voortgangsrapportage van de leerlingen, na drie en zes weken. De docenten weten op deze manier hoe het ervoor staat en kunnen leerlingen eventueel nog bijsturen, adviseren en weer op gang helpen, et cetera.
| |
Eindopdracht
De leerlingen hebben hun recensies moeten inleveren om te kunnen deelnemen aan de eindopdracht. Ter afsluiting van het thema, alsook in het kader van toetsing, worden er in samenwerking met de dramadocent twee (niet aansluitende) drama-sbu's georganiseerd. Tijdens de eerste krijgen de leerlingen de opdracht om, op basis van wat ze ondertussen geleerd hebben over absurde elementen in literatuur, een kort toneelstukje te bedenken (5 min.) waarin ze het geleerde duidelijk toepassen. Ze mogen dit in groepen van maximaal vier tot minimaal twee personen doen. De vijf betrokken docenten begeleiden dit voorbereidings-sbu, de dramadocent geeft eerst algemene instructies en tips.
Hoogstens een week later vindt het tweede sbu plaats, waarin de leerlingen hun toneelstukjes gaan opvoeren in het dramalokaal met de andere leerlingen en de vijf docenten als publiek. Deze toneelstukjes worden op video opgenomen.
Natuurlijk is het een mooi idee om dit geheel later nog met alle leerlingen te bekijken. Het is aan te raden dit te doen nadat alle leerlingen een persoonlijke, schriftelijke beoordeling hebben gekregen over hun gehele werk rond dit thema. Zo is er nog gelegenheid om het geheel nog eens na te bespreken en te evalueren.
| |
Eindbeoordeling
De eindbeoordeling wordt door de samenwerkende docenten (talen en drama) gebaseerd op de persoonlijke reacties op de tekst, de geschreven recensies en de opzet en uitvoering van de toneelstukjes. Dit komt allemaal terecht in het leesdossier. De beoordeling zal in de vorm van een schriftelijk, persoonlijk verslagje vorm krijgen.
| |
Ter afsluiting
Natuurlijk geldt voor beide thema-uitwerkingen dat we niet te hoge verwachtingen mogen hebben van alle leerlingen. De één werkt nu eenmaal al zelfstandiger dan de ander; de mate van begeleiding per leerling zal dus behoorlijk variëren. Daar is niks mis mee, dat is juist wat er binnen het studiehuis wordt nagestreefd: het stimuleren en coachen van de zo zelfstandig mogelijk werkende/lerende, individuele leerling.
Zoals vermeld, hoop ik dat dit materiaal in ieder geval voor velen inspirerend is en misschien zelfs in de toekomst toegepast gaat worden. Ik zal dat laatste in ieder geval doen en u, indien mogelijk, informeren over de resultaten. Ondertussen ‘racen’ mijn hersenen weer verder rondom GLO-thema's en de invulling van literatuurlessen. Zoveel mogelijkheden, zoveel kansen...
Marjolein Gritter volgde de tweedegraads lerarenopleiding Engels aan de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Vervolgens studeerde ze in 1997 af aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, Engels/Algemene Kunstwetenschappen, met de scriptie Zelfstandig werken en leren binnen het Engelstalig literatuuronderwijs in het studiehuis.
| |
| |
| |
bijlage 1
Literatuurlijst: ‘Verslaving’
Instructie: je kiest dus per taal één boek, waarbij één van de vier gaat over drugsverslaving, één over alcoholisme en één over eetverslaving. Wat betreft het vierde boek mag je zelf kiezen over welke van de drie vormen van verslaving het gaat.
Nederlands
■ | De moeder van David S. - Yvonne Keuls (drugs) |
■ | Wit Licht - Harmen Lustig (drugs) |
■ | De dagen zijn geteld - M. Dendermonde (alcohol) |
■ | En vergeet niet te leven - Maeve Binchy (alcohol) |
■ | Het engeltje - W. te Gussinklo (alcohol) |
■ | Maanheuvel - Kees Quirijns (alcohol) |
■ | De dikke man - Ischa Meijer (eetverslaving) |
■ | Hoffman's Honger - Leon de Winter (eetverslaving) |
■ | Een vrouw om in te bijten - Susan Sussman (eetverslaving) |
■ | Leeg lichaam - M. Bartelink (eetverslaving) |
■ | Verloren lust/dagboek - Simone Hooymans (eetverslaving) |
Duits
■ | Christiane F. - Christiane F. (drugs) |
■ | Flucht ins Dunkle - H.G. Konsalik (drugs)
eventueel aan te vullen door docent Duits. |
Frans
■ | La mémoire blanche - Pierre Coran (alcohol) |
■ | Lettres à l'absente - P.P. d'Arvor (eetverslaving) |
■ | Petit - Geneviéve Brisac (eetverslaving) |
■ | Opium: journal d'une désintoxication - Jean Cocteau (drugs)
eventueel aan te vullen door docent Frans. |
Engels
■ | Falling angels - Barbara Gowdy (alcohol) |
■ | The post office - C. Bukowski (alcohol) |
■ | Sarah T. Portrait of a teenage - alcoholic- S. Levenkron (alcohol) |
■ | Women - R.S. Wagner (alcohol) |
■ | Walking into the river - L. Hemingway (alcohol) |
■ | Who's the kid around here, anyway - Carol McAfee (alcohol) |
■ | Vicki's habit - M. Stewart (alcohol) |
■ | Stories and poetry (verkrijgbaar bij docent) - Raymond Carver (alcohol) |
■ | Jernigan - David Gates (drugs) |
■ | The ginger man - J.P. Donleavy (drugs) |
■ | Bright lights, big city - J. McInerney (drugs) |
■ | Junkie - W.S. Burroughs (drugs) |
■ | Go ask Alice - anonymous (drugs) |
■ | Life-size - Jenifer Shute (eetverslaving) |
■ | An experiment in love - Hilary Mantel (eetverslaving) |
| |
bijlage 2
Leesdossieropdrachten
Instructie:
1. | Schrijf per boek dat je gelezen hebt een eerste persoonlijke reactie op. |
2. | Schrijf per boek op wat je betreft jouw specifieke doelstelling hebt geleerd. |
3. | Kies per boek twee van onderstaande opdrachten en voer deze uit. Je mag niet twee keer dezelfde opdracht doen! |
| |
1. | Houd een ‘interview’ met de hoofdpersoon uit het boek; schrijf vragen en antwoorden op. Je moet wel informatie uit het boek aan de orde laten komen. |
2. | Schrijf een gedicht naar aanleiding van het gelezen boek en licht dit desgewenst toe. |
3. | Ontwerp drie illustraties bij het gelezen boek en voorzie deze van commentaar/uitleg. |
4. | Bedenk zelf vijf mogelijke titels voor het boek en licht deze duidelijk toe. |
5. | Welke passage van het boek vond je het aangrijpendste/mooiste en waarom? |
6. | Zoek drie gedichten die bij het verhaal passen en leg uit waarom je ze koos. |
7. | Laat twee personen (hoofdpersoon en familielid of vriend) met elkaar corresponderen. Schrijf twee brieven. |
8. | Schrijf een ander slot aan het verhaal. |
9. | Beschrijf het uiterlijk van de hoofdpersoon. Uitsluitend op basis van de in het verhaal verstrekte gegevens. |
10. | Zoek vijf foto's die precies bij het verhaal passen en vertel waarom. |
11. | Schrijf een gedeelte van het verhaal vanuit een ander perspectief
|
| |
| |
| (bijvoorbeeld vanuit familielid of vriend). |
12. | De figuren in het boek reageren vaak anders op bepaalde situaties dan jij zou hebben gedaan.
Bespreek uitvoerig hoe jij, op drie bepaalde situaties die in het boek voorkomen zou hebben gereageerd. |
13. | Zoek drie muzieksongs die jij bij dit boek vindt passen, kopieer de songteksten en motiveer je keuze. |
14. | Maak (met hulp van iemand anders) een tableau vivant naar aanleiding van het boek, maak hier een polaroid foto van omschrijf wat het tableau uitbeeldt. |
Doelstelling
‘Ik heb wat betreft mijn specifieke doelstelling het volgende geleerd van (naam boek en schrijver)__________ et cetera.
| |
bijlage 3
Werkschema - stappenplan - leerproces
De eerste stap
Bedenk naar aanleiding van onder andere je reacties tijdens de introductieles wat je zoal weet van ‘verslaving’ en, daarop gebaseerd, wat je nu graag zou willen weten/leren over verslaving. Kies op basis daarvan één uit de onderstaande doelstellingen:
1. | Ik wil weten/leren wat, in het algemeen, mogelijke oorzaken en bevorderende omstandigheden van verslaving kunnen zijn. |
2. | Ik wil weten/leren wat, in het algemeen, mogelijke gevolgen van verslaving kunnen zijn. |
3. | Ik wil weten/leren hoe verslaafden met hun verslaving (kunnen) omgaan en of ze er ooit vanaf kunnen komen. |
4. | Ik wil weten hoe mensen in de naaste omgeving van verslaafden (zoals familie/vrienden/relaties) met hun omgaan en of dit positieve of negatieve uitwerkingen heeft. |
5. | Ik wil weten wat de algemene kenmerken van verslaving zijn, hoe je een verslaafde kan herkennen. |
6. | Ik wil weten wat goede manieren zijn om van een verslaving af te komen (en/of wat goede behandelingen zijn). |
Stap twee
Je weet nu dus wat je specifiek zou willen leren. Je kan dit bereiken door het juiste boek te kiezen om te lezen; een boek dat vooral gaat over dat wat jij wil weten. Op de lijst staan heel veel titels, maar dan weet je nog niet precies waar het over gaat en of het in verband met jouw doelstelling interessant is. Je moet je dus nog wat verder gaan oriënteren. Je kan bijvoorbeeld meer te weten komen door:
- | omslag (cover) van boeken te lezen, |
- | recensies over dat boek te lezen, |
- | achtergrondinformatie te bekijken (Internet), |
- | uittreksels te lezen, |
- | een stukje uit het boek zelf te lezen, |
- | te praten met iemand die het boek gelezen heeft. |
Op deze manier kom je veel eerder tot een voor jou geschikte keuze. Deze boekkeuze ga je tijdens de taal-sbu's maken; dan kan je alle boeken bekijken in de bibliotheek, Internet raadplegen et cetera en met de docent overleggen.
Stap drie
Zodra je je keuzes gemaakt hebt schrijf je deze op:
- | Nederlands: (naam boek en schrijver + aantal bladzijden) |
- | Frans: (zie bovenstaande) |
- | Duits: (zie bovenstaande) |
- | Engels: (zie bovenstaande) |
Welke opdrachten moet je ook alweer per boek uitvoeren?:
1. | Persoonlijke:__________ |
2. | Naar aanleiding van mijn doelstelling:__________ |
3. | Twee:__________ |
Maak op basis van deze informatie een planning, een schema waarin je aangeeft (met datum) wanneer je welk boek denkt uit te hebben, wanneer je de bijbehorende opdrachten maakt en inlevert et cetera Bespreek deze planning tijdens het eerste begeleidingsgesprek met de aan jouw toegewezen docent.
Stap vier
Je bent nu de boeken aan het lezen en de opdrachten aan het uitvoeren. Misschien kom je in de knel met je planning. Je kunt deze aanpassen, zonodig na overleg met je begeleidende docent (dat is altijd handig en ver- | |
| |
standig - je hoeft niet te wachten tot de volgende afspraak).
Geef steeds aan wat je verandert, op welke dag (datum) en waarom. Bewaar dus zowel de originele planning alsook de bijgewerkte planningen. Geef ook steeds aan wanneer je iets hebt afgerond (kruisje/streep).
Stap vijf
Je he bt ondertussen alle vier de boeken gelezen en alle opdrachten uitgevoerd. Kijk nu eerst nog eens naar wat je tijdens de eerste les hebt opgeschreven bij de woorden ‘Verslaving/drugsverslaving/et cetera.’ Je gaat nu naar aanleiding van een aantal vragen vaststellen of de aanpak die jij gevolgd hebt geschikt of minder geschikt is gebleken (evalueren). Beantwoordt de vragen zo volledig mogelijk:
1. | Vind je dat je je doelstelling hebt bereikt? Waarom? |
2. | Hoe heb je je georiënteerd voor je boekkeuze - welke acties heb je ondernomen? |
3. | Was je boekkeuze uiteindelijk juist? Waarom wel/niet? |
4. | Wat zou de de volgende keer anders doen? |
5. | Was je originele planning goed of niet? |
6. | Welke aanpassingen heb je gemaakt? Waarom? |
7. | Waren deze aanpassingen succesvol of niet? Waarom wel/niet? |
8. | Wat zou je de volgende keer anders doen wat betreft je planning?
Waarom? |
9. | Ben je tevreden met je eindresultaat? Waarom wel/niet? |
10. | Heb je geleerd van dit stappenplan, denk je? Waarom wel/niet? |
| |
bijlage 4
Instructie en opdrachtblad ‘literatuur met absurde trekjes’
Dit thema draait om de volgende boeken, waarvan je er vier kiest (één per taal) en leest:
Duits:
■ | Die Verwandlung - Franz Kafka |
■ | Der Prozess - Franz Kafka |
Frans:
■ | L'étranger - Albert Camus |
■ | L'enfance d'un chef- Jean-Paul Sartre |
■ | En attendant Godot - Samuel Beckett |
Engels:
■ | Mr. Vertigo - Paul Auster |
■ | The Birthday Party - Harold Pinter (toneelstuk) |
Nederlands:
■ | Sans Rancune - Wim T. Schippers (tv-script) |
De opdrachten zijn:
1. | Schrijf na het lezen van elk boek een persoonlijke reactie. |
2. | Schrijf na het lezen van elk boek op welke je het mooiste of beste/grappigste/raarste vond en waarom. |
3. | Schrijf een recensie over één van de boeken (eigen keuze) aan de hand van de vraag/titel:
‘(naam boek): absurd of gewoon raar?’ Betrek in deze recensie vergelijkingen met de andere drie boeken. |
Alle uitwerkingen lever je op (datum) in!
Om tot de recensie te komen, volg je onderstaande richtlijnen:
1. | Zoek in achtergrondinformatie (Internet, bibliotheek, boeken, et cetera) naar welke absurde elementen er zoal in drama en literatuur gebruikt worden en maak hier een lijst van.
Tip: de Franse toneeltraditie van ‘l'absurd’ en toneelschrijver Samuel Beckett. |
2. | Nu ga je per boek dat je leest vaststellen welke absurde elementen/kenmerken je hierin tegenkomt, maak ook hier een lijst van. |
3. | Nu ga je vaststellen wat de overeenkomsten en verschillen zijn tussen de vier boeken op het terrein van de absurde elementen/kenmerken. |
4. | De informatie die je in de vorige drie stappen hebt verzameld gebruik je nu om uitgebreid over één van de vier boeken (eigen keuze) een recensie te schrijven, waarbij je de vergelijkingen met de andere drie boeken ondersteunend gebruikt. |
Tip: als je je afvraagt hoe je een recensie schrijft kun je bijvoorbeeld enkele recensies op Internet, in de bibliotheek of kranten/bladen bekijken.
En denk eraan: Je bent te allen tijde vrij om samen te werken met anderen!
Maar je moet wel je eigen, zelfgeschreven recensie inleveren...
Je kunt ook altijd terecht bij de aan jou toegewezen begeleidende docent.
|
|