Drempelvrees
‘In het begin reageren leerlingen vaak geschokt, als zij voor het eerst met poëzie in aanraking komen,’ legt docent Jürgen Konradi uit. ‘Maar die drempelvrees verdwijnt snel,’ is zijn ervaring.
Konradi is leraar Duits op een middelbare school in Nordrhein-Westfalen en is tevens betrokken bij de opleiding van nieuwe docenten.
‘In de lagere klassen doen wij niet zoveel aan methodiek of taalwetenschap,’ vertelt hij. ‘Gedichten dienen ter illustratie van een tijdperk of van een lesonderwerp. Bijvoorbeeld de liefde van de middeleeuwen tot aan heden of het thema oorlog. De leerlingen moeten door het werken met gedichten de culturele achtergronden leren kennen.’
In de laatste drie jaar voor het ‘Abitur’, het Duitse eindexamen, is er meer tijd voor poëzie. ‘Wij werken natuurlijk niet een half jaar alleen maar met gedichten,’ legt Konradi uit.
Er wordt bij poëzie meer aandacht besteed aan rijm een ritme. Ook komen methodes en literatuurgeschiedenis komen aan bod.
‘In het begin is dit altijd wennen voor de leerlingen. Zij zien al snel dat een formele analyse van een gedicht alleen een middel is om tot de kern van de tekst door te dringen.’
Poëzie wordt ook gebruikt om een dwarsdoorsnede van de literatuurgeschiedenis te geven of om tijdperken met elkaar te vergelijken, zoals barok en expressionisme. ‘Dan kies ik gedichten die over hetzelfde onderwerp gaan, politische poëzie bijvoorbeeld.’
De Duitse leerlingen krijgen natuurlijk een inleiding in de poëzie als literair genre. Er zijn echter geen vakoverschrijdende poëzie-programma's en ook geen leeslijst. ‘De leraar bepaalt, welke gedichten hij wil behandelen,’ zegt Konradi. Binnen iedere school is er vaak wel onderling overleg om te voorkomen, dat leerlingen twee keer hetzelfde doen, als zij in een andere groep of klas komen.’