In de klas
In de klas, ik denk dan niet alleen aan de bovenbouw van havo/vwo, maar vooral ook aan de lagere klassen, zijn de vertellingen uitstekend lesmateriaal. De leerlingen worden geconfronteerd met een rijke en aparte verteltraditie.
De sprookjesachtige sfeer zal hen aanspreken. Ze kennen de tekenfilms van Walt Disney, de avonturen van Sindbad de zeeman en bewerkingen van Aladdin en de wonderlamp of Ali Baba en de veertig rovers. In de Efteling hebben ze de Fata Morgana gezien waarin ze een paar minuten meegevoerd worden in de Oosterse wereld.
Wellicht zijn er leerlingen in Arabische landen op vakantie geweest of zitten er allochtone leerlingen in de klas die uit eigen ervaring erover kunnen vertellen.
Een heel interessante opdracht, die mogelijk ook discussie kan uitlokken, is het laten vergelijken van de ‘bij ons bekende,’ vertaalde Arabische sprookjes met de originele, ongekuiste Vertellingen van duizend-en-één-nacht. (voor voorbeeldmateriaal, zie voetnoot). Een simpele variant op een les ‘woord en beeld’ is om leerlingen op video fragmenten te laten zien van Aladdin en de wonderlamp van Walt Disney.
Deze fragmenten kunnen ze vergelijken met het originele verhaal. Het moet niet moeilijk zijn om leerlingen op basis hiervan een beeld te laten vormen van de Arabische cultuur. Hun bevindingen zal wellicht een stereotypie oproepen, waarop dan weer in te gaan is.
Zoals eerder in dit artikel besproken is, hebben de Arabische vertellingen de Eropese cultuur en literatuur aantoonbaar beïnvloed. Dit gegeven is zeer wel uit te bouwen tot interessant lesmateriaal of biedt aanknopingspunten voor een thematisch of vakoverstijgend gerichte aanpak. In het nieuwe vak CKV kan daar dieper op worden ingegaan en verbanden worden gelegd met de beeldende kunsten.
De vertellingen van duizend-en-één-nacht vormen een onuitputtelijke bron van inspiratie. Ze mogen zeker niet ontbreken aan uw onderwijs als u besluit thematisch te werken met een onderwerp als ‘sprookjes’.
De vertellingen van duizend-en-één-nacht, vertaling Richard van Leeuwen, Amsterdam, uitgeverij Bulaaq. Verschenen zijn inmiddels de delen 1 en 2 en 5 t/m 10.
De delen 3 en 4 volgen later en vormen een aaneengesloten ridderroman.
In paperback kosten ze f 39,90 per deel. Gebonden in twee delen f 95,00.
De illustraties zijn van Jean-Paul Franssens (zie ook omslag).