Externe betrekkingen
Internet en E-mail voor de moderne talenklas. De website voor taalonderwijs van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Oorlogspoëzie en hypertext: gruwel of hype? Grensoverschrijdend leren. Tandem via Internet. ‘iT's on line: een website voor leerlingen en leraars. Suggesties voor zinvol surfen. Projekt IDV-Netz. Goeie genade! Help! Waar gaat dit over?! Denkbare reactie van wie de boot gemist heeft en terzijde van de digitale snelweg beteuterd de snel aangroeiende karavaan van racewagens van de toekomst voorbij ziet razen.
Het zijn de titels van zeven artikelen die het zojuist verschenen nummer 79 van de Werkmap voor Taal- en Literatuuronderwijs (WvT) tot een must maken voor ieder die de ontwikkelingen bij wil benen. Van die zeven zijn er twee in het bijzonder nuttig voor de lezers van deze rubriek.
Van algemene aard, maar zeer inleidend en waardenvol, is de bijdrage van Karel van Rompaey, waarin deze uit de doeken doet hoe je Internet en E-mail kunt benutten in het vreemdetalenonderwijs. Erg praktisch, want Van Rompaey geeft exact aan wat de hele installatie van een en ander om er op school mee te werken gaat kosten aan aanschaf en exploitatie. In Belgische francs maar dat kan men zelfs zonder computer nog wel vertalen naar de Nederlandse situatie, desgewenst. Zelfs het Porno-filter is beschreven: alle pagina's met erotische of porno-inslag kunnen geblokkeerd worden. Zou wel een beetje afleiden. Zeker in het studiehuis, waarvoor de nieuwe media, zoals hier uitgelegd, een grandioos instrument tot het opslaan en verspreiden van kennis lijken te worden. En Van Rompaey gaat verder: hij geeft ook informatie over tal van lopende uitwisselingsprojecten, mogelijkheden voor talige communicatie onderling en met de buitenwacht, enfin: een uitstekende gids voor beginners en gevorderden.
Edward Vanhoutte maakt ons gelukkig met een goed verslag van wat je met Internet kunt doen als Archief der Archieven, bijvoorbeeld wanneer je aan een thema wilt beginnen. Zijn voorbeeld is het Hypter Text-project van Stuart Lee van het Center of Computing for the Humanities van Oxford University rond het gedicht ‘Break of Day in the Trenches’ van Isaac Rosenberg uit 1916, een van de vele gedichten waarin Engelstalige dichters de verschrikking van de loopgraven in het Franse oorlogsgebied tijdens de eerste wereldoorlog hebben vastgelegd.
Ik moest bij het zien van beelden uit deze productie, tijdens de door de Nijmeegse universiteit (vakgroep Algemene Kunstwetenschappen) georganiseerde nascholingscursus CKV1 vertoond door Frits Schulte, denken aan het eindeloos geploeter van een handvol studenten van mij in het begin van de jaren Tachtig met hetzelfde thema. [Bedenk: geen computer, geen geavanceerde videotechnieken!] Zij maakten een videoband over The Trench Poets, zoals Siegfried Sassoon, Wilfred Owen en Rupert Brooke, en ik herinner mij levendig het eindeloos gezwoeg met filmfragmenten, teksten inspreken, overnieuw, overnieuw, compositie, etcetera. Uiteindelijk was het resultaat voor dat moment zeker bevredigend, er werden ook lessen mee gegeven, maar wie wat