Dorée de Kruijk
De SPL op andere conferenties
Na de Nijmeegse conferentie van september zijn er ook andere landelijke bijeenkomsten geweest, waarop de SPL zich actief heeft gemanifesteerd. De maand november is traditiegetrouw een drukke maand voor literatuurminnaars, misschien ter onderscheiding van broddelaars die alvast hun sinterklaasrijmen in elkaar draaien. Maar druk, dat was het wel.
Allereerst was er op 1 november de landelijke Bulkboekdag van het literatuuronderwijs. Honderden literatuurdocenten, ongeveer 700, bezochten er lezingen, gesprekken, werkgroepen en dergelijke. Wij bekleedden de zaal waarin gepraat werd over het leesdossier, met plakkaten waarop de fusie tussen SPL en VEL in fraaie zinswendingen werd aangekondigd. Daarbij legden we natuurlijk folders, aankondigingen van het nieuwe boek van De Moor over het leesdossier - verschijning komend jaar - en een vijftigtal oude Tsjips. (Troost u lezer, echt oude Tsjips) We hopen dat die door ware liefhebbers zijn meegenomen en dus gekoesterd worden en naar meer zullen smaken. Zelf zijn we na het uitstallen ons weegs gegaan en hebben geluisterd, genetwerkt, gewerkt en genoten.
De openingsceremonie bood een aantal bekende Nederlanders die politieke (Cees Grimbergen), persoonlijke (Cyril Offermans), algemeen bekende (Nelleke Noordervliet) of van weinig literaire vorming getuigende (Giphart) uitspraken deden. En toen kwam Frits van Oostrom. Hij overtuigde ons met een, zoals altijd, meeslepend verhaal over het belang van de middelnederlandse letteren en de mogelijkheid die eigentijds in het onderwijs een plaats te geven. Daartoe is hij bezig een serie boekwerkjes voor te bereiden, waarvoor hij ongegeneerd reclame maakte, maar dat op zo'n wijze dat de zaal het hem niet euvel duidde, integendeel. Pas achteraf bedenk je dan dat onderwijs geven toch een kwestie is van keuzes maken uit zaken die stuk voor stuk het aanbieden waard zijn. Helaas.
Vervolgens werd in de grote zaal een vijftal leerlingen van het Rijnlands Lyceum in Oegstgeest ondervraagd door Michaël Zeeman. De leerlingen werden gecoached door Cor Geljon, ik zei het al: sommigen van ons werkten. Het is spannend om andermans leerlingen te zien ondervragen. Onwillekeurig vergelijk je ze steeds met jou bekende eigenwijze, tegensputterende, idolate of anderszins bevlogen pubers cq studenten. Ze brachten het ook heel overtuigend, deze leerlingen: hun afkeer van Giphart na diens bezoek aan de school, ieders voorkeur voor andere schrijvers zoals Lucebert, Reve en Nijhoff. Zelfs de leerling van wie je dacht dat er na de woorden ‘gewoon niet goed’ nog slechts een bokkig zwijgen of gestamel zou volgen, bleek over gedegen meningen te beschikken. Ze praatten over drie boeken: Gerard Reve - Het boek van violet en dood, Arnold Grunberg - Blauwe maandag, en Rascha