Redactioneel
In het vorige nummer plaatsten we de plannen voor het nieuwe literatuuronderwijs, dat in september 1998 zijn beslag moet krijgen, in het licht van de vakoverstijging. Geïntegreerd literatuuronderwijs is daarbij een optie, die onder meer ook op de laatste septemberconferentie in het Nijmeegse Kolpinghuis werd overwogen.
Maar de literaire vorming wordt, als de scholen dat willen, bovendien onderdeel van het nieuwe vak Culturele en Kunstzinnige Vorming. Dat betekent niet alleen nieuwe mogelijkheden, maar ook nieuwe knelpunten. Wij vinden dat u daarvan moet weten en vragen er in dit nummer uw aandacht voor.
Wie spreekt over kunst, spreekt ook over smaak. Joop Dirksen ging na hoe de persoonlijke voorkeuren van leerlingen op een verantwoorde manier in een lesprogramma kunnen worden ingepast. We doen - in twee afleveringen - verslag van een aantal ervaringen met het project Goede Praktijk, waarin het kunstklimaat op verschillende scholen onder de loep werd genomen. Ook nu blijkt dat binnen de beste praktijk - en vaak is dat nog een nastrevenswaardig ideaal - verschillende kunstvormen met elkaar verbonden worden. Door samenwerking tussen de secties én met kunstinstellingen buiten de school. Door stromingen in literatuur, beeldende kunst en theater met elkaar te verbinden. Of door aandacht te besteden aan de vele kunstwerken, die zélf al een verbinding maken, zoals Gavin Ewart in zijn ‘Last movements’ poëzie en klassieke muziek bijeenbrengt. We hadden een gesprek met John Hausmans, voorzitter Netwerk CKV 1 om de ideeën - zie ook Tsjip 5/4 en 6/1 - toe te lichten. Jacques de Vroomen is het als columnist helemaal eens met de prof. Joop Doorman die er op de Nijmeegse conferentie een vlammend betoog over hield: ‘je oren en ogen echt leren gebruiken, dát is CKV!’
Véronique Damoiseaux vergelijkt verschillende methoden voor onderwijs in de kunstvakken, met aandacht voor het curriculum, de opdrachten en de rol van de docent. Dees Maas vroeg docente Ine Pels naar het hoe en waarom van het project Een beetje kunst dat met prima resultaten werd uitgevoerd op het Knippenbergcollege in Helmond. Met haar aanwijzingen kunnen docenten op andere scholen zo aan de slag. Een van ons bezocht het Etty Hillesum College in Den Helder en maakte de balans op van de kunsteducatieve praktijk aldaar.
Kunstzinnige vorming begint natuurlijk al op vaders knie of moeders schoot, thuis zogezegd. Itie van den Berg en Mariet Thalens, beiden betrokken bij het leesbevorderingsproject ‘Boekenpret’ voor de allerjongsten, doen verslag.
En zoals altijd bespreken we ook enkele boeken in deze Tsjip: Koos Hawinkels prijst Librisprijs- en Wimpel-winnaar Anton Quintana, Wam de Moor beveelt een mooie studie over Ida Gerhardt aan en Anja Bijlsma-lindaart vindt Where the heart is een plezierige methode voor de beginnende lezer van Engelse literatuur. Ten slotte vindt u in deze Tsjip de laatste aflevering van Jean Verriers ‘Het begin van de roman’, met dank aan auteur en vertalers!