| |
| |
| |
Externe betrekkingen
Letteren
Nieuwe media, literatuur en onderwijs, dat is het thema waarmee Letteren, het verenigingsorgaan van de Vereniging Europese Letteren, in de roos schiet. Het moge modieus lijken, de Gentse didactici Luc Top en Ronald Soetaert hebben al eerder laten zien, dat zij ver gevorderd zijn met het gebruik van de nieuwe media ten dienste van het literatuuronderwijs. Terecht wijst Top er in zijn redactioneel op dat we ons die nieuwe taal van de media op korte termijn een nieuwe geletterdheid betekent.
In vier bijdragen wordt de lezer bijgepraat over experimenten op dit terrein. De VEL organiseert in mei een conferentie aan klassieke literatuur, nieuwe media en ‘interculturalisme’. Top portretteert kort de ‘eerste elektr(on)ische uitgever’ van Nederland, Louis Stiller (27), Groninger, neerlandicus van huis uit en al vanaf begin tachtiger jaren geïnteresseerd in de mogelijkheden van de computer als einddrager van de literaire tekst. Nadat Macintosh met het programma HyperCard multimediatoepassingen gemakkelijker had gemaakt, kon Stiller zijn droom gaan realiseren. En zo kwam in 1991 uitgeverij Album tot stand, waarvan de reeks ‘Open Boek’ een eerste wapenfeit is met daarin het verhaal ‘Schaman gaat voor goud’, een CD-ROM met het verhaal van een man die je als gebruiker kunt volgen op zijn tocht door wachtruimtes, straten en huizen van de stad, in beelden van Anne Mieke Eggenhuizen, ‘ambient’-muziek van ‘Dare’ en typografische animaties van Bert Hendriks. Straks komen Multatuli en Van Ostaijen op het scherm. Multimediaal bewerkt?
Nieuwe media, off line, Hypertext, Hypermedia, Internet, E-mail - als het u duizelt, lees dan de uitstekende bijdrage van Luct Top en Guy van Belle. Hun ‘baas’, Ronald Soetaert, van het departement lerarenopleiding aan de universiteit van Gent, beseft heel goed dat juist in de wereld van de literatuur de weerstand tegen de nieuwe media als schrijfmedium groot is. Wat er totnutoe is geproduceerd op deze wijze, vindt Soetaert eerder interessant dan goed. Maar hij ziet geweldige mogelijkheden voor het essay - dikwijls niet te lezen door de hoeveelheid uitweidingen en voetnoten; welnu dat valt trapsgewijs te variëren. Een voetnoot kan, opgeklikt, een nieuw essay worden. Bronverwijzingen maken plaats voor achtergrondteksten. En voor het onderwijs kan de technologie een instrument zijn bij de verzelfstandiging van de leerling, maar wat dat betreft is het bezuinigingsklimaat niet gunstig.
Luc Top tenslotte doet uit de doeken hoe zijn universiteit na Robinson Crusoe met Don Quichot een nieuwe goudmijn heeft aangeboord in de multimediale en intertextuele benadering van meesterwerken. Hij beschrijft het verhaal, laat zien hoe het geïnterpreteerd en verwerkt is in nieuwe kunstwerken van verschillende aard, ook in een multimediaal netwerk, en hoe een basisscenario voor de Don Quichot-les eruit zou kunnen zien. Mooi nummer. Lezen. WdM
Letteren, jrg. 4/1, januari 1996 (verschenen maart 1996). ISSN 0929-1547. Secr.: Hans Wegman Oude Graafseweg 128, 6543 PV Nijmegen (024-3788752).
| |
| |
| |
Signalement
Vanaf 1994 is in het Letterkundig Museum in Den Haag ook het Kinderboekenmuseum gevestigd. De semi-permanente tentoonstelling is bedoeld voor kinderen van ongeveer 8 tot 13 jaar. Een speurtocht leidt ze door de thematisch ingerichte kabinetjes waar boeken, illustraties, foto's en tekstfragmenten een plekje gevonden hebben. Er zijn 4 hoofdthema's (Alleen is maar alleen/Toen vroeger nu was / Hoe kan dat nou / Tussen hemel en aarde), die weer uitgewerkt zijn in deelthema's zoals ‘verliefd’, ‘dood’, ‘school’.
Niet alleen schrijvers, ook illustratoren krijgen ruimschoots aandacht in het museum. In het algemeen is er gekozen voor boeken die kinderen van nu lezen.
Behalve de speurtocht, en het beantwoorden van de vragen in het mooi uitgevoerde boekje zijn er nog andere aktiviteiten; het voltooien van een onvoltooid liefdesgedicht van Ivo de Wijs; het oplossen van een raadsel in het kabinet ‘detectives/speurders’ of het trekken van dichtregels uit een kauwgomballenautomaat b.v. Er wordt getoond hoe het maken van een boek in zijn werk gaat aan de hand van originele documenten (handschriften, drukproeven etc.) van ‘De Paljas en de Vuurvreter’ van Rindert Kromhout en Jan Jutte. Uiteraard is er een leeshoek, waar kinderen op hun gemak kunnen lezen en prentenboeken bekijken. Het geheel ademt een hele warme sfeer en straalt uit dat boeken spannend zijn, en dat je er de prachtigste dingen in kunt ontdekken. Het doel van de tentoonstelling is nieuwsgierigheid te prikkelen en de leeslust te stimuleren en daar is men uitstekend in geslaagd. AB
| |
De winnaar Quintana geëerd
Anton Quintana won in maart j.l. de Libris Woutertje Pieterse Prijs 1996 én de Gouden Uil voor jeugdliteratuur. Bewonderd in Noord én Zuid. Begrijpelijk dat hét tijdschrift voor jeugdliteratuur, Literatuur zonder leeftijd, op de valreep van verschijnen, deze auteur wilde eren. Men kan zeggen dat de doelstelling van de jeugdboekencritici - zoals Aukje Holtrop, Bregje Boonstra en Joke Linders - die enige jaren geleden de Woutertje Pieterse Prijs instelden in de titel van Literatuur zonder leeftijd tot uitdrukking komt. Met bekroningen als die van Imme Dros, Margriet Heymans, Anne Vegter en Toon Tellegen - hoog gewaardeerd door volwassen jury's, matig of niet door kinderen - stelden zij het criterium van de literaire kwaliteit, die zich van leeftijd niets aantrekt. Nu is het aardig dat Quintana dat zelf wel doet, ook al zal hij deze jury zeker ingepalmd hebben met zijn aandacht voor het denken, het plezier dat hij erin heeft zijn personages niet alleen in spannende avonturen plaatsen, maar ook hun ontwikkeling voorwaarts in het nowhere te voeden. Op het bekroonde boek komen we terug.
Literatuur zonder leeftijd eert Quintana met het overnemen van de belangrijkste recensies over het nu bekroond werk, Het boek van Bod Pa. Oordelen? ‘Prachtig geschreven, poëtisch, maar ook in dagelijkse spreektaal’, ‘compact, soms treiterig wijdlopig’ (Lieke van Duin in Trouw); ‘prachtig van taal, geestig, zorgvuldig opgebouwd, een en al avontuur, snijdende observaties en dringende vragen’ (Joke Linders in Algemeen Dagblad); Selma Niewold: ‘Een
| |
| |
groot deel van het verhaal bestaat uit dialogen en in die schitterende, raadselacghtige gesprekken zie je de jongen en de oude man langzaam naar elkaar toegroeien’, ‘Met zijn vakkundige vertelstijl sleept Quintana je van begin tot het eind mee in het avontuur van de zoektocht van Perregrin’ (de Volkskrant); Bregje Boonstra: ‘Quintana's jeugdromans zijn uitzonderlijk consistent qua thematiek, levensvisie en verhaalfiguren. Eigenlijk zijn het allemaal initiatiegeschiedenissen.(...) “bij uitstek auteur voor jongeren”, “Quintana's eigenheid ligt in de manier waarop hij de loner neerzet, met begrip, mededogen en respect. In het voetspoor van de door het leven getekende dwerg (Bod Pa) zet een beginnend mens zijn aarzelende stappen (Pellegrin)” (De groene Amsterdammer); Aukje Holtrop: “verhaal vol diepzinnige levenslessen”, een heel mooi, compleet levensverhaal van een buitengewoon bijzondere, heel poëtische zwerver’ (Vrij Nederland); Peter van den Hoven: ‘Bod Pa is een van de meest merkwaardige,geheimzinnige en intrigerende personages die ik ooit in een boek ben tegengekomen’, ‘een knappe Bildungsroman in ongewone verpakking’, ‘Quintana is in dit boek zelf een pelgrim in de taal, een begenadigd reiziger, sjamaan en verteller die vele lezende volgelingen vergund zij’ (Vernieuwing, tijdschrift voor onderwijs en opvoeding). Daarmee is Quintana inderdaad geëerd.
| |
Meer in Literatuur zonder leeftijd
Het lentenummer van Literatuur zonder leeftijd bevat nog meer. In december 1995 kreeg Veronica Hazelhoff de belangrijke Nienke van Hichtumprijs voor haar kinderboek Veren. Ook die prijs heeft een sterk literaire inslag, verleend als zij wordt door de Jan Campert Stichting - ook verantwoordelijk voor bijvoorbeeld de Constantijn Huijgensprijs voor een oeuvre, de Jan Campertprijs voor poëzie en de Bordewijkprijs voor proza -. De jury ziet haar werk als ‘het ideale boek voor de Kersttijd’ en: ‘Veren is een verhaal dat heel goed past in de lange reeks kinderboeken die Hazelhoff vanaf 1981 heeft geschreven en waarvan er een aantal terecht bekroond is. Verhoudingen tussen mensen die elkaar na staan, spanningen, de tussenkomst van een buitenstaander die die vaste verhoudingen omver gooit: ze heeft in een aantal boeken dat thema in verschillende varianten uitgewerkt.’
Veel aandacht is er in dit nummer voor Sjoerd Kuyper, vroeger in het literaire circuit voor volwassenen, al jaren bezig voor kinderen. Een beetje genant is het afdrukken van een brief aan zijn uitgever over de mislukking van een roman, interessanter is het gesprek dat Kuyper heeft met Joke Linders. Henk Peters essayeert verder over het werk van Els Pelgrom: in een vorig nummer besprak hij haar Kleine Sofie en Lange Wapper en De olifantsberg, nu gaat het over De straat waar niets gebeurt en Het onbegonnen feest. Beide keren vanuit wat Peters noemt ‘de autonomistische invalshoek’.
Een ontdekking is, door de aandacht die Peter van den Hoven eraan schenkt, het werk van Jan Verhoeven, bepaald niet meer een ‘jonge schrijver’, die, als oud-onderwijzer in 1993 begon te publiceren en met Jutta en De Mus twee aardige jeugdromans geschreven lijkt te hebben. Zelf lezen om te weten te
| |
| |
komen of de twijfel die in de redactionele inleiding wordt gezaaid omtrent de kwaliteit van wat Van den Hoven aanbeveelt terecht is.
De in ons land overmatig gevierde Aidan Chambers filosofeert over de internationaal zeer gewaardeerde jeugdroman Zeppelin van Tormod Haugen, en Bregje Boonstra praat met collega-criticus Cornald Maas, die na viereneenhalf jaar recenseren van jeugdboeken in de Volkskrant ander werk is gaan doen (o.a. eindredactie VPRO-kunstprogramma De Plantage). Een uitstekende criticus, ook in zijn uitspraken in dit interview, met een hekel aan het incrowdgedoe van jeugdboekenauteurs en een duidelijke voorkeur voor het goedgeschreven kinderboek. KC
Literatuur zonder leeftijd, 10e jrg. nr. 37, lente 1996, f50, - per jaargang van vier afleveringen, administratie: Toin Duijx, Postbus 17162, 1001 JD Amsterdam.
| |
Gratis nulnummer tijdschrift over jeugdliteratuur
In februari is het kennismakingsnummer van Jeugdliteratuur in de basisvorming verschenen. U kunt dit nulnummer gratis ontvangen door een ongefrankeerd briefje te sturen naar NBLC Uitgeverij, Antwoordnummer 47001, 2504 VD Den Haag.
Het tijdschrift is bestemd voor docenten in de basisvorming en verschijnt vier keer per jaar. Een abonnement kost f 45, 00. Scholen krijgen 20% korting.
Het blad bevat practische, direct in de klas toepasbare lessuggesties bij en achtergrondinformatie over aantrekkelijke jeugdboeken: lees- en voorleesfragmenten, discussie- en leesvragen, schrijf- en spreekopdrachten. Lesvoorbereiding is hierdoor vrijwel overbodig.
In elk nummer worden concrete lessen beschreven bij vier of vijf jeugdboeken voor leerlingen in de eerste drie jaar van alle schooltypen: zowel voor vbo en mavo als voor havo en vwo. Elke aflevering bevat ook een aantal korte besprekingen van nieuwe jeugdboeken die geschikt zijn voor promotie in de klas en een overzicht van radio- en televisieprogramma's over jeugdliteratuur.
In het kennismakingsnummer treft u twee lessenreeksen aan bij het recente Gedwongen verzet van Gijs Wanders, een aantal lessuggesties bij Knetterende dagen, stomme nachten van Norma Fox en Harry Mazer, en twee series lessen over de klassieker Desnoods met geweld van Jan de Zanger. Bij de lesuitwerkingen wordt ook aandacht besteed aan de algemene vaardigheden van de basisvorming, zoals eigen onderzoek doen en samenwerken en aan het inpassen in de les van bestaande videoprogramma's over jeugdboeken, zoals de Geef mij maar een boek-serie.
In de eerste jaargang kunt u volledig uitgewerkte lessen en lessenreeksen verwachten bij o.a.: Evert Hartman De vloek van Polyfemos, Ellen Tijsinger Morgenster, Zohra Zarouali Amel, Hans Hagen Het gouden oog, Cynthia Voigt De dochter van de waard, Lieneke Dijkzeul De tweede viool, Lydia Rood Een mond vol dons, Thea Beckman De doge-ring van Venetië, Theo Hoogstraaten Tussen twee vuren, Peter Pohl We noemen hem Anna, Aidan Chambers De tolbrug, Claire Hülsenbeck Florian niemandsdochter, Marita de Sterck Vlinders op het dak.
| |
| |
| |
What yuh haffi say bout dat?
What yuh haffi say bout dat? gaat over verschillende facetten van de Engelstalige Caribische literatuur. Het boek bevat een bloemlezing van tekstfragmenten uit werken van de belangrijkste auteurs van deze literatuur. De publikatie is een uitgave in de KPC-reeks ‘Bouwstenen voor intercultureel onderwijs’ en vooral gericht op het vak Engels in de bovenbouw mavo/havo/vwo. Bij de tekstfragmenten staan vragen. Bij elk thema horen kopieerbare werkbladen die de leerlingen zelfstandig kunnen gebruiken.
| |
Auteurs
Engelstalige Caribische literatuur is voornamelijk afkomstig van Caribische auteurs (vertellers) in westerse landen. In What yuh haffi say bout dat? ligt de nadruk op de hedendaagse leefwereld op de Cariben. De opgenomen tekstfragmenten zijn afkomstig uit werk van: Louise Bennett, The Migthy Sparrow, Ranny Williams, Jamaica Kincaid, George Lamming, V.S. Naipaul, Earl Lovelace, Caryl Phillips, Austin Clarke, Peter Abrahams, Zee Edgell, Cecil Foster, Christina Garcia, Olive Senior, Neil Bissoondath en Reinaldo Arenas en zijn bedoeld om die wereld én die literatuur dichterbij te brengen.
| |
Thema's
What yuh haffi say bout dat? begint met een korte schets van de geschiedenis van de Caribische regio en vestigt vervolgens de aandacht op de eeuwenoude traditie van mondeling overgeleverde teksten. In de twee daaropvolgende hoofdstukken komt de ervaringswereld van jongeren en volwassenen in de Cariben aan de orde.
In het laatste hoofdstuk wordt de hedendaagse beeldvorming omtrent de slavernij nader bekeken. Bij het merendeel van de opgenomen tekstfragmenten is een aantal vragen opgenomen die de leerlingen de kans geven op de tekst te reflecteren, zich er een mening over te vormen of een persoonlijk standpunt in te nemen.
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een werkblad met enkele opdrachten die betrekking hebben op het thema van dat betreffende hoofdstuk. De didaktische aanwijzingen aan het begin van het boek zijn een handreiking voor de docent.
What yuh haffi say bout dat? - Engelstalige Caribische literatuur
's-Hertogenbosch: KPC, 1995. - (Bouwstenen voor intercultureel onderwijs) 74 pagina's ISBN 90-6755-104-X NUGI 321 Bestelnummer 2.910.52 f9,50 exclusief verzendkosten
Bestellingen: KPC Afdeling Verkoop, Postbus 482, 5201 AL, 's-Hertogensbosch Tel. 073 - (6)247247 Fax. 073 - (6)247294
| |
Armada Tijdschrift voor wereldliteratuur
In december 1995 verscheen het eerste nummer van het tijdschrift Armada, een aan buitenlandse literatuur gewijd kwartaalschrift in boekvorm. Armada richt zich op de literatuur uit vele taalgebieden. Iedere aflevering van Armada bevat een essayistisch themagedeelte.
| |
| |
Het tweede nummer (maart 1996) verdiept zich in de postkoloniale literatuur, met bijdragen van onder anderen Francisco Lasarte over de Argentijn Abel Posse en Henk Pröpper over Karl May en de Arabische literatuur.
Naast het themagedeelte bevat iedere aflevering van Armada een aantal rubrieken als ‘Onvertaalbaarheid’ (vertalers aan het woord over hun onmogelijke tekst), ‘Ongehoord’ (over bijna vergeten literatuur), ‘De dolksteek’ (Over een te zeer geprezen auteur of literair werk), ‘Ontmoeting (essays op basis van onder andere interviews). ‘Duels en discussie’, ‘Van deze tijd’ (boekbesprekingen).
Bovendien publiceert Armada niet eerder vertaald oorspronkelijk proza en introduceert telkenmale een dichter van wie het werk veelal tweetalig wordt gepresenteerd.
Armada, Tijdschrift voor wereldliteratuur is een uitgave van Wereldbibliotheek en verschijnt vier maal per jaar.
Een jaarabonnement (binnenland franco per post) kost f 69,50. Een docenten- en studentenabonnement f 55, -. De prijs van losse nummers is afhankelijk van de omvang van de afzonderlijke uitgaven.
| |
Lijsters
Zeven jaar geleden is de uitgeverij Wolters Noordhoff begonnen met het aanbieden van de zgn. Grote Lijsters; 6 literaire meesterwerken (5 proza, 1 poezie) voor fl 25, -, bij een minimale afname van 20 setjes per school.
De goedverzorgde paperbacks, voorzien van een commentaar en biografie van de auteur vonden gretig aftrek in (voor)examenklassen. Door die grote afname kan de prijs ook zo laag zijn.
Ieder jaar verschijnen er 6 nieuwe titels, gekozen uit de Diepzee Tophonderd. Dit schooljaar omvat de serie De kleine blonde dood (Boudewijn Büch), De nacht der Girondijnen (Jacques Presser), Kaas (Willem Elsschot), Isabelle (Tessa de Loo), Dubbelspel (Frank Martinus Arion), en Voor wie ik liefheb wil ik heten (Neeltje Maria Min)
Sinds de start met de boeken voor de bovenbouw zijn de series uitgebreid met: De Jonge Lijsters voor de onderbouw en Mavo-4, De Vroege Lijsters voor groep 7 en 8 van de basisschool, de Junior Lijsters voor groep 5 en 6 en Mijn Eerste Lijsters voor de jongste lezers. Setjes van vijf boeken voor f25, - Het vreemde talenonderwijs kan sinds enige jaren ook profiteren:
Buchfinken heten de vijf duitse uitgaven en voor engels zijn er de Blackbirds (vijf romans voor de bovenbouw) en de Young Blackbirds (3 jeugdboeken voor f 15, - voor de onderbouw en mavo-4).
Aan het begin van het cursusjaar krijgen de scholen folders toegezonden met bestelformulieren, vanaf dit jaar heel handig met machtigingskaarten zodat de school geen zorg meer hoeft te dragen over het innen van het geld. Met een beetje geluk zijn de boeken dan voor Sinterklaas, of voor de kerstvakantie op school. Ik heb ze bewaard als cadeautjes voor een ziek kind of een regenachtige verveel-vakantiemiddag.
|
|