derwijs is pas goed wanneer het de leerlingen inleidt in wat is aangeduid als het ‘literaire systeem’.
Cor Geljon, tegelijkertijd docent in het voortgezet onderwijs en vakdidacticus aan de universiteit, droeg het ideeëngoed van de SPL uit toen hij in zijn lezing over ‘literatuuronderwijs van brugklas tot schoolonderzoek’ begrippen besprak als ‘literaire competentie’, ‘tekstervarings- en tekstbestuderingsmethode’, de ‘respons’ van de leerling, het leesdossier en de samenhang tussen de nationale en de Europese letteren.
Op het symposium kwam ook de relatie ter sprake tussen school en bibliotheek, die intussen in het Gelderse Sireneproject zo nadrukkelijk aandacht heeft gekregen: daar zijn in november 1994 de twee Contactorganen Bibliotheek & School Arnhem en Nijmegen geïnstalleerd die gaan kijken hoever een samenwerking tussen de plaatselijke bibliotheek en de scholengemeenschap in de buurt kan gaan. We berichten daarover!
Belangrijke start in 1994 was voor het Zeeuwse project de Cursus jeugdliteratuur, opgezet door docent Max Verbeek, die de contouren van de jeugdliteratuur schetste, met op de laatste bijeenkomst van de vier emdewerking van Wil van der Veur (poëzie), Ron Lubbersen (dramatisering), Liesbeth Kerpel (film en boek). Zes scholen, verspreid door de provincie, werden in de gelegenheid gesteld om, op kosten van Sirene, een zgn. ‘literair café’ te organiseren, in samenwerking met de plaatselijke bibliotheek. Het enthousiasme bleek groot.
Een andere vorm van samenwerking tussen school en bibliotheek ontstond in Vlissingen. Daar werkt een team van drie docenten Nederlands, twee docenten tekenen, een muziekleraar en een conrector samen met de plaatselijke bibliotheek aan een zgn. poëzieleesdossier voor de onderbouw. De beleving van de poëzie staat hier centraal en in het schooljaar 1993-1994 werden gedichten ‘behandeld’ van Wilmink, Bernlef, Van Lieshout en Ekkers. Titels respectievelijk voor de nieuwsgierige docent: ‘Een pakje met de post, Alleen thuis, Glas en Foto. “De Openbare Bibliotheek Vlissingen verstrekt het oeuvre van de dichter en aanvullende informatie” staat er wat deftig in de nieuwsbrief.
Heel passend in het Zeeuwse project was de tweede studiedag, De Odyssee in de klas, georganiseerd op 23 maart 1994. Daar was Nico Out die kort zijn lessenpakket Odysseus toelichtte, daar sprak Caroline Heijer enthousiast en met grote kennis van zaken over de rol van de (school)bibliothecaris. Zij beheert de bibliotheek van het Rijnlands Lyceum te Oegsgeest en liet zien hoeveel er bereikt kan worden wanneer bibliothecaris en docenten heel veel contact met elkaar onderhouden. Een zeldzame situatie! Niemand beter dan classicus Rudi van der Paardt is in staat om de invloed te laten zien van de Odyssee op de wereldliteratuur en in het bijzonder de Nederlandse literatuur, en vakdidactica klassieken Caroline Fisser heeft grondig studie gemaakt van de wijze waarop Homerus de beeldende kunst heeft geïnspireerd. Al die verzamelde kennis komt tot zijn recht in de literatuurlessen rond de Odyssee waarvan Cor Geljon en Lily Coenen verslag deden.