Redactioneel
Als extra nummer gaven wij in december 1993 het leerplan Fictie in de basisvorming uit, verzorgd door medewerkers van het Instituut voor Leerplanontwikkeling SLO. Dat plan kreeg de instemming van het bestuur van de SPL, maar het wekte blijkens het op 10 december gehouden forum in Hilversum, ook tegenspraak. Deze is uitgemond in fundamentele kritiek. Leo Lentz schreef een stuk, in eerste instantie voor Literatuur zonder leeftijd. De redactie was zo vriendelijk Tsjip de primeur te gunnen. Lentz heeft bezwaren zowel tegen de toon van het leerplan als tegen de inhoud. Dick Prak reageert in Tsjip 4/3. De SPL kreeg nog meer post: van Mevrouw N. Ginjaar-Maas, namens de stuurgroep Profiel.
Het omslag van dit nummer verwijst naar een literatuur die de meesten van ons vreemd zal zijn. Joost Minnaard verbleef geruime tijd in Australië en ontdekte er een verhaalvorm die verankerd is in de orale literatuur van de oorspronkelijke bewoners van het continent. Op de tekening neemt het vogebekdier of platypus de hem toekomende plaats in de hiërarchie der dieren in. Minaard levert met zijn artikel over deze literatuur en haar makers een welkome bijdrage aan de ontwikkeling van het intercultureel literatuuronderwijs. Dat er ook jeugdliteratuur van de aboriginals bestaat, laat hij het volgende nummer zien.
Van de orale literatuur naar de voorleesliteratuur is slechts een stap. Hermance Wissink en Michel van der Maas doen verslag van de wijze waarop een bundel met voorleesteksten voor de basisvorming tot stand is gekomen. Aan de selectie van de verhalen is onderzoek voorafgegaan, waaraan door 75 docenten is meegewerkt.
We blijven schrijven over poëzie. In Tsjip 4/1 gaven we de voorkeur weer van docenten Duits, Frans en Spaans en een leeskringleidster. Nu volgen de reacties op onze vraag naar het favoriete gedicht van een classicus, docenten Nederlands en Engels en een bibliothecaris. Mooie gedachten bij mooie gedichten, vinden we.
Evert Hartman stierf. Dorée de Kruijk schreef een warm in memoriam: ‘Het zijn de gewone kinderen voor wie hij schreef’. Tineke was een van de meisjes, een van de niet-lezers, die dankzij Hartmans boeken aan het lezen raakten. ‘Boeken schrijven die niet-lezers willen gaan lezen, dat is onmiskenbaar een grote verdienste’.
Willy Geursen vertelt deze keer over de joodse wijze van vertellen in Mörings roman Het grote verlangen en de verschillende verhalen die in deze roman zijn opgesloten.
Intussen zoeken we op het terrein van de didactiek verder naar concrete voorstellen. Tracy van Poppel vertelt haar eigen ervaringen met het leesdossier in de Franse les in 5 en 6 VWO. Na een moeizame eerste poging begint het te lopen.