Wam de Moor
Een handboek voor in de handtas
De titel liegt er niet om: Literatuur en leerling. In de triade leerling - leraar - leerstof weet deze leraar zijn plaats: hij bemiddelt tussen leerstof en leerling. Hij heeft niet eenzijdig een van beiden voor ogen. Is dat dan niet vanzelfsprekend? Nee. Wie de discussies in de didactiek vanaf 1970 heeft gevolgd, weet hoe het veeleer vanzelfsprekend was voor een van beide richtingen te kiezen: ‘leerlinggericht’ werken of ‘leerstofgericht’ onderwijs verzorgen. Zulke ingeburgerde germanismen komen in het boek met de titel Literatuur en leerling wel voor, maar Cor Geljon, de auteur ervan, houdt niet van jargon en vermijdt het zoveel mogelijk.
Dat is al de eerste charme van dit 120 bladzijden tellende boek, ogend als een boekje, het past keurig in het handtasje of de zak van een colbert, maar wat er in staat is zo kort en krachtig geformuleerd, dat je, al lezende het gevoel hebt een flink boek te lezen. Dat is de tweede goede kant ervan. Het gaat voortdurend ergens over.
Dat komt omdat Geljon geen woorden vuil maakt aan tegengestelde theorieën. Slechts hier en daar waar hem dit rechtvaardig dunkt, noemt hij namen van initiatiefnemers, van degenen die de didactiek van het literatuuronderwijs in de laatste decennia vooruitgeholpen hebben en geeft hun opvatting helder weer.
Zijn boek is bedoeld ‘voor de dagelijkse praktijk in de klas’ en zo is het ook geschreven. Dat laat de inleiding zien, waaruit ik een paar alinea's overneem om de inhoud te karakteriseren.
‘Na een inleidend gedeelte over de doelstellingen volgt een hoofdstuk over de verschillende manieren waarop we literaire teksten kunnen benaderen. Voor de school is een eenzijdig accent op de tekstbestudering niet gewenst, maar ook een pure tekstervaringsmethode schiet tekort. Daarom zullen we moeten streven naar een synthese van cognitieve en affectieve benaderingswijzen. Vervolgens komen per hoofdstuk de verschillende aspecten van het literatuuronderwijs aan de orde: verhalend proza, poëzie en drama. Aan de historische letterkunde is een apart hoofstuk gewijd. Moet je kiezen voor een historisch-sociologische aanpak, is actualisering de beste oplossing of moeten we zoeken naar een combinatie van beide?’
Lezers van dit tijdschrift zullen niet verbaasd zijn dat we dit een perfecte benadering vinden, want niet eerder is er een boek verschenen waarin het gedachten- en ideeëngoed dat leden van de SPL delen zo evenwichtig en veelzijdig over het voetlicht is gebracht. De wetenschappelijke discussie over het doel van het literatuuronderwijs, uitmondend in ‘literaire competentie’ is erin verwerkt, zo goed als de noodzaak om tekstervarings- en tekstbestuderings-methoden met elkaar te verbinden of een vijftal functies of subdoelstellingen van het literatuuronderwijs naast elkaar een kans te geven, van cultuuroverdracht tot leesplezier, en dat zonder enige gène, maar wel met nuances.