Dorine Roestenberg
Laten zien dat de wereld groter is dan je denkt!
Deze titel kozen wij, mijn onderzoekerspartner Odette Exel en ik, voor ons onderzoeksverslag, voor ons de afronding van een cursus waarin literatuuronderwijs centraal stond en die ons ook voerde naar de vraag wat de bibliotheek kan betekenen voor dit onderwijs en voor de literaire vorming in het algemeen.
De titel zegt iets over de opvatting die men van literatuur kan hebben, maar ook: wat boeken in het algemeen voor mensen kunnen betekenen. En uit de mond van een bibliotheekmedewerker geeft zij het doel aan dat de bibliotheek zich stelt.
Op verzoek van de stuurgroep voor het leesbevorderingsproject Sirene in het gebied Knooppunt Arnhem Nijmegen (KAN) zijn we naar de verhouding tussen Arnhemse en Nijmeegse bibliotheken en middelbare scholen gaan kijken. Ik verwachtte dat er al een samenwerkingsverband zou bestaan tussen middelbare scholen en bibliotheken. Docenten en bibliotheekmedewerkers zouden in mijn ogen veel van elkaar kunnen leren. Maar de gesprekken die we in het kader van het onderzoek hadden met enkele docenten en leerlingen leggen toch wat hiaten bloot in de relatie tussen school en bibliotheek.
Van dit onderzoek is natuurlijk een rapport verschenen waarin we enkele aanbevelingen hebben gedaan. Met dit schrijven wil ik u een concreet overzicht geven van onze bevindingen.
Eerst zal ik even kort iets over de opzet van het onderzoek vertellen.
De bedoeling was om een duidelijk beeld te krijgen van de informatiebehoeften van docenten en leerlingen op HAVO/VWO-niveau, van hun leesgedrag en de rol die de bibliotheken daarin spelen. Centraal staan de volgende vragen:
- | Wat wordt er verwacht van een bibliotheek (waarbij zowel bij de leerlingen als bij de docenten een scheiding tussen school en privé in acht is genomen)? |
- | In hoeverre is men op de hoogte van het bestaande aanbod van de bibliotheek en in hoeverre maakt men al gebruik van deze faciliteiten? |
Wij hebben geprobeerd om via intensieve gesprekken met een klein aantal respondenten (vier docenten en vier leerlingen) een beeld te krijgen dat, hoe persoonlijk de antwoorden soms waren, toch van algemeen belang kan zijn.
Omdat wij niet zo goed op de hoogte waren van de mogelijkheden en voorzieningen die de bibliotheek zijn gebruiker biedt, hebben we ons eerst zelf laten voorlichten door twee bibliotheekmedewerkers van de Openbare Bibliotheken van Arnhem en Nijmegen (De Lindenberg).
Een boeiende rondleiding en een informatief gesprek was het resultaat. Duidelijk is geworden dat de bibliotheek er alles aan wil doen om een goede relatie te krijgen of te behouden met jongeren. ‘Jongeren zijn een zeer belangrijke klantengroep en daarom is het jammer dat er voor middelbare scholieren zo weinig speciaals gedaan wordt. Voor de basisscholen zijn namelijk allerlei interessante projecten ontwikkeld waarvan ook veelvuldig gebruik gemaakt