eeuw. En allerberoemdst, al jaren in de boekhandel en in de bibliotheek Arthur, koning voor eens en altijd van Terence H. White (Het Spectrum, 1967). Een moderne bewerking van de Arturverhalen. Volgens Herman de Coninck ‘een ongelooflijk geestig, humaan, grappig, wijs en ontroerend boek, vol opzettelijke anachronismen, maar naar de geest erg middeleeuws.’
Wackers noemt voor Percheval van Chrétien de Troyes de vertaling van Ingrid Nijkerk-Pieters uit 1960, maar er is een modernere vertaling beschikbaar. In 1979 gaf Het Spectrum een vertaling uit van René Stuip. Ze verscheen in de Prisma Klassieken, waarin ook wetenschappelijk verantwoorde vertalingen zijn opgenomen van het Chanson de Roland, Sir Gawain and the Green Knight en de Morte d'Arthur van Sir Thomas Malory -alle drie reeds genoemd door Wackers.
Maar er is meer. Zestien anonieme Oudfranse verhalen, die de adel een les willen geven in hoofse etiquette vindt u in De achterkant van de Ronde Tafel. De anonieme Oudfranse lais uit de 12e en 13e eeuw vertaald en toegelicht door L. Jongen en P. Verhuyck. Uitgeverij Sub Rosa, Deventer 1985. Deze verhalen spelen zich af tegen een mysterieuze Keltische achtergrond, al dan niet gesitueerd rondom koning Arthur en zijn Tafelronde.
In de Griffioen-reeks (Querido, Amsterdam 1986) verscheen een vertaling door J.P. Bruggink en anderen van de Roman van Lancelot. Het is een bloemlezing van hoogtepunten uit de Middelnederlandse Lancelotcompilatie. De gekozen fragmenten behandelen vooral de overspelige liefde tussen Lancelot en Guinevere, de zoektocht naar de Graal en de ondergang van Arturs rijk. In de reeks Prisma Klassieken gaf bovendien in 1983 R.J. Wols een vlotte prozavertaling van de Roman van Walewein van Penninc en Vostaert. Hij voegde er een kort nawoord aan toe over auteurs en tekst, oorspronkelijkheid, publiek en bedoeling van het werk.