Redactioneel
Aan het begin van de derde jaargang signaleren we met groot genoegen de intocht van de Vlamingen. Een extra dik nummer deze maal ter kennismaking met onze Vlaamse collega's. Kees Combat was erbij toen rond het gedenkboek Armand van Assche in Leuven een symposium werd gehouden. Johan van Iseghem vroeg op dat symposium om realistische eindtermen en toont zich idealist. Harry Bekkerings bijdrage over het Van Assche-boek werd veel méér dan een recensie: een duidelijke standpuntbepaling die om een weerwoord vraagt. Over een tweede Vlaams symposium vertelt Ronald Soetaert. Het gaat hier over de betekenis van klassieke meesterwerken in de klas en in het bijzonder om een project van de Rijksuniversiteit Gent voor de ontwikkeling van lesmateriaal dat in de lessen Nederlands, Frans, Engels en Duits aan bod kan komen. Jan Uyttendaele tenslotte geeft een aanvulling op de inventarisatie die Paul Wackers in Tsjip 2:4 maakte van middeleeuwse literatuur voor de school.
Het tweede belangrijke blok in dit nummer - we beginnen ermee- wordt gevormd door bijdragen waarin aandacht wordt geschonken aan een tweede belangrijke doelstelling, naast de samenwerking tussen Noord en Zuid, van de SPL: de longitudinaliteit van het curriculum, en hier denken we vooral al literatuur in het basisonderwijs en in de basisvorming. Dit blok heeft, min of meer toevallig, ten dele een angelsaksisch karakter. Wam de Moor was in het Noordengelse universiteitsstadje Durham waar enige dagen gestudeerd werd op het lezen van poëzie door kinderen. In aansluiting hierop kan men het interview lezen dat we hadden met onderwijskundige en expert begrijpend lezen Cor Aarnoutse. Hij zoekt naar een verklaring voor het feit dat blijkens een recent onderzoek Nederlandse kinderen van 9 jaar zo laag scoren op een internationale lijst als het gaat om begrijpend lezen. Ank Hendricks had een gesprek met Robert Proterough over het Engelse literatuuronderwijs en de bescheiden plaats van de wereldliteratuur in dat curriculum. Al deze bijdragen vormen o.i. een belangrijke opstap naar het tweede nummer van deze jaargang over het literatuuronderwijs in de basisvorming dat in juni verschijnt.
In het derde gedeelte van dit nummer tot ons genoegen een diversiteit aan auteurs en bijdragen. Willy Geursen schenkt aandacht aan het inmiddels befaamde boek van Nelleke Noordervliet. Deze aandacht van een vrouw voor een vrouw zal Susan van Dijk bevallen: zij doet een klemmend appèl op de leden van de SPL om tot een werkgroep Vrouwenliteratuur te komen. Márgitka van Woerkom uit haar ongenoegen over een boek dat niet had mogen verschijnen en Jacques Vos bespreekt een boek dat hij terecht verschenen acht.