Op wat voor een manier toetst U het literatuuronderwijs? U maakt gebruik van leesdossiers, maar is dat iets waar de leerlingen zelf voor kunnen kiezen?
Het leesdossier stel ik in de bovenbouw verplicht. De leerlingen krijgen er een cijfer voor. Het is echter hun eigen keuze of ze het al dan niet meenemen naar het schoolonderzoek.
Verder geef ik in de niet-examenklassen repetities literatuurgeschiedenis, overhoor ik gelezen boeken en laat ik teksten en gedichten analyseren. Ook de stof over moderne schrijvers die in de les aan de orde is geweest, wordt getoetst.
In de examenklassen zijn er twee mondelinge schoolonderzoeken over literatuur.
Wat voor vragen stelt U bij literatuur geschiedenis?
Er komt heel wat aan de orde. Voorbeelden? Wat is het verschil tussen de tijd van de Middeleeuwen en de Renaissance? Hoe leefden de mensen in een bepaalde periode en wat was hun geestesgesteldheid? Of: Wat is een klassiek drama? En: Hoe ontstond het begrip roman? Vragen over allerlei stromingen ook.
U legt er in Uw onderwijs de nadruk op dat leerlingen leren formuleren wat ze van een bepaald werk vinden. Betrekt U dit ook bij de toetsing?
Ja, ik vraag graag naar hun eigen visie op een boek, maar tegelijkertijd ook naar hun kennis omtrent een literair werk.
Bij het schoolonderzoek toetsen we mondeling. Een probleem daarbij is dat de ene leerling gemakkelijker spreekt dan de andere, terwijl beiden misschien evenveel weten. Ik probeer deze moeilijkheid wat te ondervangen door hen in de gelegenheid te stellen hun leesdossier mee te brengen naar het schoolonderzoek. Zo kunnen ze laten zien wat er allemaal al aan werk verzet is in het kader van literatuurbestudering.
In hoeverre telt U het leesplezier mee? U stimuleert dit wel, maar geeft U er ook een cijfer voor als er een bepaalde ontwikkeling is ontstaan? Of vindt U dat U dat niet moet toetsen?
Ik wil heel graag dat leerlingen met plezier de les volgen. Daar doe ik mijn best voor, maar ik fungeer natuurlijk niet als een soort vermaakcentrum. Leerlingen moeten ook de discipline opbrengen om met literatuur aan de gang te gaan, een zekere toewijding aan de dag leggen.
Stel dat een leerling braaf naar de les komt, zijn werkjes inlevert, maar er niets aan vindt. Moet je dat in een negatief cijfer uitdrukken, of beschouwt U dat als een persoonlijke affectie die je nu eenmaal hebt of niet?
Kennis wordt getoetst. Plezier in het werk maakt het lezen en studeren aangenaam, maar levert op zich geen hoger cijfer op, evenmin als vlijt alleen tot een voldoende kan leiden. Jammer eigenlijk.