Trotwaer. Jaargang 34(2002)– [tijdschrift] Trotwaer– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 282] [p. 282] Joke Pas Dat je de dag als een bekommerd voorwerp van me neemt, terwijl het ook jouw dag is en je het dus bij mij kon laten, dat je de schreeuw kon horen zonder stem, je eigen uur toch ook al schor is van verdriet. Dat. Of zoiets moet het zijn, dat ik zo dicht tegen je aan je naam noem, en opnieuw, en lach. [pagina 283] [p. 283] Ze lachen het verhaal aan flarden, het kan niet erg genoeg, alles is beter dan saai: messen, monsters, bloed, leugen, diefstal, drank, maar dood, zomaar zonder de geur van geweld, dat dat bestaat, zonder krassen, zonder explosie. We worden wakker en missen onze mond. Een schreeuw raspt de ruimte, glas valt in steen uiteen. [pagina 284] [p. 284] Juni De avond klapwiekt weg in gras gemaaide geuren een witte duif lost op in lucht, het is zo stil zo stil nu aarde keert terug. Vorige Volgende