Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk
Het bestuur van de Koperative
Utjowerij
Postbus 1069
Leeuwarden
uw brief dd. 27 februari 1976
onderwerp subsidiëring letterkundige boekuitgaven 1976 (1)
kenmerk K/TL U-164.369
Rijswijk, Steenvoordelaan 370,
25 okt. 1976
Geacht bestuur,
In antwoord op uw bovenvermelde brief moet ik u - gehoord het advies van de Raad voor de Kunst - tot mijn spijt berichten dat ik niet kan overgaan tot subsidiëring van de volgende uitgaven:
Foi en Fredeloas van Tr. Riemersma,
Rannen fan Forjitnis van J.W. Feenstra,
Fersen 60 oant 70 van A. van Hijum,
en Winter van Bartle Laverman.
De Raad voor de Kunst overwoog dat de poëziebundels in vergelijking met de overige subsidieverzoeken niet die literaire betekenis bezitten dat subsidiëring gerechtvaardigd zou zijn.
Ten aanzien van de verhalenbundel van Riemersma overwoog de Raad dat deze bundel in een te eigenzinnige spelling is geschreven, afbreuk doet aan de verkoop en dus ook aan het publieksbereik.
Ik heb geen aanleiding gevonden om van deze adviezen - ook niet in het geval Riemersma - af te wijken.
De Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk, namens de Minister, het plv. Hoofd van de Afdeling Toneel en Letteren,
(Mr. S.P. Berger)