Trije
kear
Trije
Zowel de uitgever, drukkerij Gerben Brouwer, als de auteur van de verzenbundel ‘Trije kear trije’, Oene fan 't Fean, ontvangen regelmatig reakties op deze uitgave.
Kommerciëel zijn uiteraard de bestellingen van dit werkje uit en van buiten Friesland het belangrijkste. Het is mooi, als de kosten door de verkoop in de winkels er weer uit komen.
Aardig zijn de opmerkingen van mensen, die de inhoud van ‘Trije kear trije’ op prijs stellen, waarbij blijkt hoe de één totaal anders reageert op een vers dan een ander. Het zou wel eens aardig zijn om van onze lezers, die het boekje voor f 3,90 gekocht hebben, aan de weet te komen hoe zij, positief of negatief, op één en ander reageren.
Wanneer dat wat moeilijk in het Fries gaat, mag het uiteraard ook best in de hollandse taal geschreven worden.
‘Een hippe kleur heeft het boekje, je grijpt er wel naar’, aldus een jongere, wat een kompliment aan de uitgever betekent.
Sommige van die andere mensen en ontmoetingsmogelijkheden kunt u desgewenst in uw auto, karavan, boot en fietstas meenemen in de vorm van een boek, bundel, gramofoonplaat, recorderband, die u in vakantietijd nu eens rustig wilt lezen en beluisteren, totdat u verstaat wat er staat en hoort wat er te beluisteren is (of wat er niet staat en niet te horen is).
In dit verband zouden we voor eigen parochie kunnen preken en u aanbevelen hoeveel méér er in de verzenbundel ‘Trije kear trije’ staat dan alleen de woorden, zinnen en regels die er in afgedrukt staan; of om in te gaan op de uitnodigingen die in het ‘Nachtboek’ worden gedaan.
Dat doen we niet. We zouden u willen adviseren neem een bijbel mee! Tegen dat oude boek en tegelijk moderne literatuur, kunnen ook een G.K. van 't Reve en Oene fan 't Fean niet op (zullen ze ook niet willen).
De eindredakteur van een kerkblad had een bundeltje verzen geschreven onder pseudoniem. Dat betekent letterlijk: leugennaam. Een koper van het boekje, dat overal in de winkel verkrijgbaar was en goed werd verkocht, die de betekenis van dat woord kende, vroeg de schrijver: ‘Mag u wel liegen?’ De auteur, die de vraag tijdig dóór had, antwoordde: ‘Nee, evenmin als u, maar wist u dat Guido de Brês, schrijver van de Nederlandse geloofsbelijdenis, in werkelijkheid Geert de Bruin heette?’
Daar had de vragensteller niet van terug. Aan de geloofsbelijdenis wilde hij niet twijfelen. Maar als de opsteller nu zelf een leugennaam aangenomen had? Nou ja, advokaten en kunstenaars mogen nu eenmaal anders zijn dan anderen.
En wat is liegen eigenlijk? Als de Duitsers in de oorlog vroegen: ‘Hebt u Joden verborgen?’, wat zei je dan? En als je meisje lelijk, piekerig, zout-en-peperkleurig haar heeft, wat zeg je dan als ze vraagt: ‘Wat vind je van m'n haar?’ - Nou dan!
|
|