De ton vol vrolykheid(1803)–Anoniem Ton vol vrolykheid, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Huwelyks voorwaarde, toegeschreeven aan alle graag Trouwens-gezinde jonge dogters. Stem: Van 't Savojaardze Meisje. KOmt hier gy Jonge Meisje, Die naar het trouwen staan, Bedenkt en hoort een reisje, Wat dat 'er om kan gaan: Soo haast gy zyt verbonden, Weg is u Liberteid: Dog trouwen is geen zonde, Schoon veele het daar spyt. En gy hebt al gekreegen, Een goet man tot u deel, Nog zitje half verleegen, Daar komt dan nog zoo veel, Voor eerst zoo kan daar koomen, Binnen het Jaar een klein, Dan denkje al met schroomen, Na vreugd komt groote pyn. Soo raakje blyde Moeder, Met wenscht u veel geluk; Dan benje een behoeder, Voor het kind met groote druk; Strontdoeken moetje spoelen, Het klyn heeft zig bevuild: Gestadig moetje woelen, Zingen als 't kindje huild. Gy diend ook wel to weeten, Wanneer de Man komt t'huis; Dat klaar moet staan het eeten, Of hy maakt een groot gedr uis, [pagina 9] [p. 9] Gy mag niet veel klapyen? U werk is altyd klaar? Stoppen, Lappen, Bryen: Wasschen het een of aar. En denkje vreugt te rapen, 't Nagts by u Man te bed. Het kind en wil niet slapen; Dan wort u slaap belet, Dan dienje wel te Lollen; Gelyk een maartze kat: En met het kindje zollen, Of tikken 't op zyn gat, U Man vermoeit van 't werken? Die slaapt 'er vast door heen: En snorkt als een verken, Dat baart u ook geween, Des morgens vroeg wat zaken; Moet gy ten bedde uit; Om Coffy klaar te maaken; Of het werk is verbruit. Daar is niet aan geleegen; Als maar u man is goet, Maar heb gy daar en teegen Een Plug of dronken bloed, Die houd van dommineeren, Van kaart of koltbaan, In Nagthuizen verkeeren! Hoe zal 't dan met u vergaan, Gy zit met smert te wagten, Eer dat u Man komt t' huis; Ja zomtyds halve nagten? Is dat geen droevig kruis; Dan sitje vast te loeren, Als een Uyl in doodsnood! [pagina 10] [p. 10] U man zomtyds by de hoeren; En gy dikmaals geen brood. Wie zalje u noodlot klagen, Beginje met gekyf; In plaats van zoentjes slagen, Is 't geen slegt tydverdryf; Kon men dan weer ontrouwen? Wat zouje zyn verblyd! Geen Man zo waardig houwen! Als zoete Libertyd. Oorlof vrysters te gaare: Pronk met u kleeren niet, Denkt als gy komt te paaren; Loopt menig als je ziet, Dan gaat den moet verlooren, U vryheid benje kwyt, Daarom houd als te vooren, U zoete Libertyd. Vorige Volgende