| |
| |
| |
Derde Gesprek.
Zoon. Reeds ben ik verlangende Moeder, om met U het voorige Gesprek te vervolgen.
Moeder. Wel aan. De Nationaale Vergadering, die uit 1200 Leden bestond, van alle kanten van Frankryk by een gekomen, het geheele bestier in handen had, en door de overmeestering der Bastille zeker meende te zyn, om het Koninglyk gezag te kunnen bepaalen, en te onder te brengen; zag welhaast dat zy noch zo zeker niet waaren, als zy wel meende, en de Adel nog macht en aanhang had, 't welk bleek by een Maaltyd, door verscheide Officiers der Nationaale Guardes, en byzonder der Regulieren troepen, te Versailjes gehouden, by welk dezert de Koning en Koningin zich vertoonde, waar op men Vive le Roi! riep: de Nationaale Coucarde af, en de witte opzettede, waar op des anderen daags verscheide | |
| |
van de Adel zich in de Nationaale Vergadering met de witte Coucarde vertoonde. Hier door zagen de Plannensmeeders der muitzucht, dat zy 't Volk weder van nooden hadden, om hun zaak door te zetten, dus wisten zy de toevoer van koorn, naar Parys, te beletten, en dus gebrek van brood doen te verwekken, 't Volk wys maakende, dat de Koning en zynen Ministers dit deeden, en het te Versailjes ophielden, en dat die wel eeten hadden; waar op, den 16den, een Bakker, te Parys, een Brood van 4 pond, voor 20 stuivers willende verkoopen, sloeg het Volk aan 't muiten, 't welk wel gestild wierd, doch een menigte menschen het leven kosten. Te Versailjes wierden 200 Muitelingen dood geschooten, en 23 opgehangen; dan het Bakkers Oproer, te Parys, had grooter gevolgen dan men meende, wyl intusschen het Volk tegen den Koning en Koningin verder opgezet wierd, en men dezelve als oorzaak van alle rampen beschuldigde, en men 't Volk wys maakte, zo dezelve te Parys waaren, het brood goedkoper, en 'er geen gebrek zoude weezen, dus men, den 5 October, met geweld naar Versailjes vloog, het Paleis overweldigde, en de Vorst met geweld, naar Parys voerde. Men vermoorde verscheide
| |
| |
Is 't niet genoeg gemoord? ô Neen, wat tegenstand
Bied, aan 't Muiters-Rot, moet door 't Gemeen van kant.
't Verschaft Volks-Rampen, doch is by hun in 't vertrouwen,
En doet als schuldig steeds het Vorstlyk huis beschouwen.
't Gemeen vliegt naar Versailjes, daar 't Moord en woed, om stryd,
Vervoerd hun Wettig Vorst, vol buitenspoorigheid.
| |
| |
der Guardes, en men had het op 't leven der Koningin mede toegelegen, welke het naauwlyks in haar hembd ontkwam, en wiens Bed men met priemen doorstak; dan men vergenoegde zich de geheele Koninglyke Famielje, op de dolste en uitspoorigste wyze, naar Parys te geleiden, 't welk U hier voor in Prent afgebeeld word. 30,000 gewapende en 40,000 ongewapende persoonen, van het laagste schuim van Volk, voerden, dronken van gestoolen Wyn zynde, zittende de Wyven met Curassen aan, schreyelings over de Kanonstukken, de Vorst naar Parys, daar men dezelve in de Tuilleries bragt, en door Nationaale Guardes nacht en dag bewaaken liet. – Van deeze tyd af kan men reekenen dat de Koning en zyn Famielje zich in gevangenis bevonden hebben.
Z. Was het Volk toen te vreeden, en hadden zy nu het begeerde bekomen?
M. Het volk eens op de been gebragt zynde, is zo ligt niet tot bedaaren te krygen; in de eerste dagen bleef het morrende, dan door stilte geen koorn kunnende worden gemaalen, kwam 'er weder gebrek aan brood, waar op men de Bakkers huizen aanviel, en den 22 dito lantaarnde | |
| |
men, te Parys, weder een Bakker, hieuw hem het hoofd af, en het op een Spiets steekende, liet men het zyn hoog zwangere Vrouw zien, welke daar door een Miskraam kreeg; doch toen kondigde men de Marchiaale Wet af, hong twee van het gemeen op; want, let wel, zy waaren nu voor hen zelf oproerig, dan toen zy zich in Oproer tegen de Koning te Versailjes, ten voordeelen der Hoofdmuiters, verliepen, wierden hunne hoofden zelf beloond, zo dat men in de Nationaale Vergadering de Vyf Vrouwlieden, Agnes le Fievre, Genovieve Dagau, Denire le Fievre, Marie Petit, en Louize Pzouti, met Goude Patriottische Medailjes begiftigde, waar by de President, Abt Mulat, zeide, ‘ontvang deeze Prys, welke het Vaderland verleend aan uwe deugden, uwe wysheid, en uw Patriottismus.’
Z. Waarom wierden die Oproermakers dus onderscheiden beloond?
M. Dit zeg ik U immers reeds, myn Zoon! dan de Koning toonde zyne schatten beter, dan aan hoofden der Muitelingen te geven, en te kunnen besteeden, gaf dus een aanzienlyk inkomen aan de Weduwe van de ongelukkigen Bakker, en deed verscheide andere ongelukkige lieden | |
| |
goed. Hier meede mag men rekenen dat de wreedheden van 't Jaar 1789. ten einde liepen, dan men hield de Koning gevangen, en deeze mocht niet dan onder geleiden van Nationaale Guardes uitgaan, met welke hy de la Fayette met hen nu en dan zag Exerceeren, en genoodzaakt wierd zyn genoegen daar over te betuigen, terwyl men op al zynen woorden en handelwyze naauwkeurig acht gaf.
Z. Liep dit Jaar nu rustig ten einde?
M. De Nationaale Vergadering hield zich bezig met den Koning alle tort aan te doen, de Adel en Geestelyken te verlaagen, en byzonder gaf het onderhoud over het Veto, of vrye Sanctie en goedkeuring of afkeuring der te neemenen Decreeten of besluiten der Nationaale Vergadering door de Koning, veel te doen, terwyl de Koning en den Adel op een vrye Sanctie aandrong, wilde anderen het volstrekt vernietigd hebben, dit bragt veel onstuimigs in de Nationaale Vergadering te weeg, en het Volk dit ter kennis bekomen hebbende, toonde hier byzonder zeer ervaren in de Constitutie van hun Land te weezen, en zeer wel te weeten, wat zy, ter bekoming van hunnen Voorrechten en Vryheden, te verrichten had- | |
| |
den; want van 't woord Veto hoorende, begreepen zy dat het een Vend van dien naam was, die hunne Vryheid en Patriottismus te onder zocht te brengen, dus zy, uit de wyk St. Anthoine, met duizende, gewapend met Stokken en Pieken, zoo mannen als vrouwen, zich by een voegde, onder het slaan van een trommel optrokken, – tot alle geluk kwam hen een Patrouilje Nationaale Guardes tegen, die vroeg, ‘waar zy heen wilde?’ ‘Wy trekken op,’ zeide zy, ‘om die Veto, die karel, die zo veel spels maakt, gevangen te nemen, en hem op de plaats le Greve de nek te breeken.’ De Officier had werk hen te beduiden, dat 't geen karel, maar een naamwoord van een recht was, dat de Koning begreep dat hem toekwam; – hier op trokken zy te rug, en men bedagt een ander woord voor 't woord Veto, om het Volk tot bedaaren te brengen. De beloonde Muitemaaksters met hunne mede Vischvrouwen, scheenen een weinig op de zyde des Konings gekomen te zyn; want in de Loges der Schouwburg zittende, begeerde zy, wyl Henrik de IV. gespeeld wierd, dat een Aria ter eeren van de Koning zou gezongen worden, zonden een Deputatie om de Koning en de Ko- | |
| |
ningin te haalen, dan deeze Deputatie kwam weder te rug, zeggende, ‘de goede Koning is bezig om voor onze belangens te zorgen, en zyn Gemalin neemt eenig vermaak, dat men haar niet weigeren kan, dus moeten wy het tot eenen andere tyd uitstellen’ – de Schouwburg weergalmde van vive le Roi! vive le Reine! en toen de Theater Koning, in Henrik de IV. het Avondmaal hield, sprongen deeze Dames op het Toneel, omhelsde de Theater Koning, dronken de Wyn uit, en dansten met dezelve in 't ronde, naar het Spel zulks noch eenmaal herhaalende, tot zy moede onder elkander nedervielen; dan de Nationaale Vergadering wist deeze Vrouwen eene Commissie te geven, om door 't Land het Patriottismus te prediken, wyl zy zich hier al te Koningsgezind getoond hadden, en men hen dus best, om te beletten dat zy geen aanhang maakte, wist te verwyderen, en eene Commissie op te draagen. – Noch wierd de Nationaale Vergadering geduurig ontrust door Arbeidslieden, die om werk schreeuwde, en Arme lieden, welke gebrek hadden, dan de Nationaale Vergadering zeide, ‘dat zy zich bezig hielden met wetten maaken, maar zich met geen andere zaa- | |
| |
ken bemoeyen konde’, 't Volk dreigden hen wel, dan de Nationaale Vergadering wist wel middelen, om alle Oproeren, die hun dreigden, voortekomen, dan die tegen de Koning, 't Koninglyk gezach, en de Adel, ingericht waaren, konde zy NB. niet stuiten, maar lieten zy een vrye loop, wyl zy daar door haare begeertens bekwaamen, en hun Plan bereeken.
Z. Hoe nam het begin van 't volgende Jaar zyn aanvang?
M. De Nationaale Vergadering vervolgde in 't decreteeren, ten nadeelen des Konings en zyn Huis, van den Adel en de Geestelykheid, die van alles berovende, terwyl het Gemeen mede deed zien smaak in die tomelooze losbandigheid te hebben gekreegen; want, dan 11 Jan. was te Versailjes weder een opstand over de duurte van 't brood, doch door vermindering van prys bedaarde dezelve. In de maand Mey wilde men de Necker lantaarnen, en de Abt Maury werd met geweld, door 't Volk, in een Nationaal Uniform gestooken. In Juny, plunderde eenige fatzoenlyke lieden het huis van de Boekverkoper Gattey, te Parys. Den 11 dito, hield het Volk parate Executie, | |
| |
omtrent een Zakkerolder, die 11 Neusdoeken gestoolen had, waar aan zy hem aan een Lantaarn ophingen, dan den 14 July was de dag dat de Vryheid, in het Veld van Mars, zou gevestigd worden, en alle Adelyke Wapens, Papieren, enz. moesten werden opgeofferd, en de Eed der Vryheid werden afgelegd; terwyl alle Haanen en Vlaggen der Toorens weg genomen, en Vryheidshoeden 'er voor op geplaatst wierden. Hier wierd de Vryheids Eed, zo door de Koning, als door al het Volk, gedaan, alles liep wel af; doch ongelukkig regende het zo hart, dat zy alle door nat waaren; dan de luchtige Franschen dansten in de plassen, dat het water hen om de ooren spatten, maar des anderen daags vond men het Altaar der Vryheid en alles vernield.
Z. Wel nu! toen de Vryheid aldus gevestigd was, en de Koning den Eed op dezelve had gedaan, denk ik dat zy het immers na hun zin hadden, en toen de zaaken geschikt waaren?
M. Men had voor deeze dag gevreest; doch dezelve goed afloopende, noemde men 't, het groote Vreugdefeest van geheel Europa, ja zelfs hier in Holland wierd, volgens 't Plan van een Onrustkweeker, | |
| |
een Gratis bericht aan de Huizen rond gebragt, wegens eene beschryving, welke met plaaten, van die verkreegene Fransche Vryheid, zoude uitgegeven, en aan een genoeg bekende Voorstander der Franschgezinden Nederlanders zou opgedragen werden, dat ƒ 10:10:- kosten zoude. Veele eenvoudige misleiden lieden begreepen, uit de dubbelzinnigheid van dit bericht, als dat, als zy ƒ 10:10:- gaven, zy deeze hunnen Voorstander weder ten Zetel zoude zien klimmen, en het gefnuikte Patriottismus, van 1787. men daar voor onderneemen zoude om weder te doen triumpheeren, ik herzeg, deeze woelzuchtige misleide lieden, dagten hunnen hatelyken oogmerken, ten ondergang van ons Vaderland, door 't geeven van twee Ducaaten, te bereiken, dan toen zy gewaar wierden, dat het voor een Boek was, dat de Fransche Vryheid beschryven zoude, hielden zy handen t'huis, en lieten hunnen Voorstander, daar zy schreeuwde zo veel voor over te hebben, aan de belaching van veele ten doel, dat men met zo veel ophefs een Boek aan hem had willen opdragen, waar toe men geen kopers had kunnen aantreffen; echter wierd deeze dag hier in Holland door eenige | |
| |
onrustige geesten, met maaltyden, als anderzints gevierd, en zy scheenen, ter bereiking hunner doemwaardige oogmerken, zich hier veel goeds uit te voorspellen, en dat geenen in te voorzien, wat in 't vervolg gebeurd is, doch tot hun schande, voor hen verkeerd is uitgevallen, zo als ik U in 't vervolg zal doen zien.
Z. My dunkt Moeder, dat de woelzuchtige Onrustkweekers, in ons Vaderland, noch al dikwerf hunnen oogmerken mislukken zien?
M. God bewaaren ons, Kind, dat immer eenig Plan van hen gelukken mag, dan was het met ons Vaderland, met onze dierbaarste Panden, Godsdienst en Vryheid, gedaan, en de Heerschzucht, Dwingelandy en Ongodistery zouden deszelfs plaatzen bekleeden; de haat, der verkeerd denkende tegen het Doorluchtig Oranjehuis, is geen personeelen haat, dit zy verre; maar alleen daar uit voortspruitende, dat, dat Doorluchtig Stamhuis, altoos, de Voorstander der zuivere Godsdienst, de Schutsheer der waare Vryheid, en de teugel der heerschzucht, geweest is. Dan gy vraagt my, of de zaaken in Frankryk, naar dien zo beruchte dag, | |
| |
van den 14 July 1790. geschikt waaren? 't zy verre Kind, en zie hier kortelyk de oorzaak: Eerstelyk, begreepen de Leden der Nationaale Vergadering, dat het hun zaak niet was, spoedig een einde aan die zaak te maaken, wyl zy een gemakkelyk, lui leven, en een goed inkomen, uit de Nationaale kast, voor dagloon ontvingen; ten anderen, zo hadden de Fortuinzoekers hun oogmerk, om zich boven hun kring te verheffen, en ten einde hier in te slagen, moesten zulken uit de weg geruimd worden, diens plaatzen zy gaarne wilde bekleeden, of waar in zy van hunnen vrienden konden indringen, die hen dan gewichtige Posten en goed Fortuin en aanzien bezorgen konde, dus hitste men het Volk tegen de Ministers op, deeze dachten, en gaven de Koning verkeerde indrukzelen, dus moesten dezelve voort, zo dat men het Volk zo verbitterd op hen maakten, dat deeze, den 31 July, Galgen voor de Ministers oprichtede, en verscheide Libellen tegen hen aanplakte; eenige van het Ministerie wel ziende waar men heen wilde, bedankte, en daar onder de Afgod des Volks, de Necker, wien de haat van Mirabeau tegen hem, zynen val bewerkte, en hy de achting by het | |
| |
Volk verlooren had, hy vertrok naar Zwitserland, Frankryk in eene verwarde toestand verlaatende, daar hy veelal schuld aan was, dat het zich in gestord zag, en waar toe hy geen middel wist om het uit te redden, en naauwlyks zich zelve daar noch, zonder het slagtoffer te zullen worden, uit kunnende redden. In Augustus oeffende het Volk weder eigen justitie, aan eenige dieven, die zy aan de Lantaarn ophingen. In de maand Nov. de Heer Lameth, een oud verschil met de Heer Blad de Sauvigny hebbende, daagde de laatste de eerste tot een Gevegt, daar de Heer de Castries zich inmengde, en de Lameth een steek toebragt. Het Volk nam het voor deeze op, en plunderde het huis en goederen van de Hertog de Castries, in 't aanzien der wacht, alleen 't Pourtret des Konings ongeschonden latende.
Z. Tot dus verre scheen het Volk nog eenige Eerbied voor de Persoon des Konings te hebben, daar zy deszelfs Pourtret ongschonden lieten?
M. Meer voor 't Pourtret van dien Vorst, als voor de Persoon en zyn Famielje zelve, zo als de volgende Gebeurtenissen doen zien. In December smeede | |
| |
men 't afschuwlyk Plan, en men kogt een Abt om, om de Hertog de Artois en zyn Famielje, te gaan vergiftigen, hy berouw krygende, wierd zelf het slagtoffer, doch bekende alles. In de Maand February 1791. de Tantes des Konings vertrekkende, kwam het Volk weder op de been, om zulks te beletten, dan 't was te laat. Eenige dagen laater, de Koningin met de Dauphyn eens zullende touren, nam het Volk haar de Dauphyn af, zeggende: ‘gy kunt zulks doen, dan wy zullen de Dauphyn bewaaren’, waar door zy genoodzaakt was van haar voornemen af te zien. Den 22 waaren zy weder op de been, wyl zy meende dat Monsieur ook vertrekken zou, doch zulks wedersproken wordende, geraakte alles in stilte. Den 4 Maart drongen 400 Persoonen met Pistoolen, in een der vertrekken der Thulleries, welke met moeiten uit elkander gedreeven wierden. Den 16 April, zyne Majesteit met deszelfs Gemalin, en de Dauphyn, naar deszelfs Lusthuis, St. Cloud, even buiten Parys, willende ryden, begeerde het Volk zulks niet, en hoe vriendelyk de Koning ook groetede, hield men de Paarden tegen, daar een hoop gewapende Nationaale Guardes zich voor | |
| |
de Paarden stelde. De la Fayette, hun Commandant, en de Maire Baile, wilde hen doen begrypen, dat men de Koning dit, volgens de Wet, niet beletten kon, en zeide, ‘dat zo men hem niet gehoorzaamde, hy bedanken zou’, waar op men antwoordde, ‘dat had gy reeds lang moeten doen’. Een der Hovelingen tegen den Koningin willende spreeken, wierd met de vuist door een Jager te rug gestooten, welke de Koningin tot bedaaren wilde brengen, dan welke haar antwoordde, ‘het raakt U niet’. De Koning hier tusschen beide spreekende, wierd het geweld van de Jager gestuit, en de Koning deed zyn verwondering blyken, dat hy, als een Fransch Burger, geen vryheid had om naar zyn Lusthuis te gaan, doch een Parysche Grenadier zeide: ‘Sire wy bewaaren U als de Appel van onze oogen’, terwyl de spotterny over deeze mislukte reis van de Koning den teugel gegeeven wierd, en dezelve, na drie uuren in de koets te hebben gezeten, genoodzaakt wierd, op verzoek van de la Fayette, weder in de Thuilleries af te treden, het welk onder het gejuich en geschreeuw des Volks geschieden.
Z. Te recht zegt gy, dat 't Volk meer | |
| |
eerbied voor 't Pourtret, dan voor de Persoon des Konings zelve, en voor zyne Famielje, betoonden te bezitten. Dan vervolg.
M. Daar de Geestelykheid in haat geraakt was, en de Paus, zich ten voordeelen van dezelve, in de zaak der Fransche in wilde mengen, en met de ban dreigde, zo voerde het Volk den Paus in beeldtenis door Parys, het eindelyk op de plaats le Greve verbrandende; terwyl Zyne Heiligheid de Stad Avignon ontnomen wierd, welke men als een Departement aan Frankryk hegtede; en te zelver tyd al de Auteuren, die maar eenigzints het tegenhouden van den Koning, op zynen reize, naar St. Cloud, afkeurde, verkeerd op een Ezel zettede, en door Parys voerde, verders in Juny, de kerk der Theatrynen plunderde, wyl een onbeëedigde Priester de Mis deed. Dan hier mede zal ik dit Gesprek afbreeken, en in 't volgende U een der aanmerkelykste gebeurtenissen, namentlyk: de ontwyking des Konings, en zyn nog by hem zynde Famielje, uit Parys, nevens de Arresteering van deeze Hooge Personagien, in een eenigzints breedvoerig Verhaal ter uwer kennis brengen.
|
|