‘Is dit een Japanse begroeting?’
Ik kwam overeind. ‘Ik hoor van Hugo dat jullie bezoek krijgen.’
‘Ja, we krijgen zo bezoek.’
‘Ik wou je alleen zeggen dat ik binnenkort weer eens op de thee kom.’
‘Graag!’
‘Gaat het goed met je?’
‘Met schrijven gaat het heel goed. Alleen ik hoor maar niets van de uitgeverij. Dat vind ik zo vreemd.’
‘Ik ben altijd blij als ik niets van de uitgeverij hoor.’
‘Nee, ik heb respons nodig,’ zei ze. ‘Hoe vind je mijn nieuwe haar? O, daar is ons bezoek! Je komt gauw langs, hè?’
Niet ver van het kantoor van de parkeercontrole zag ik Hugo Ruys lopen. Hij droeg een langwerpige doos onder zijn arm.
‘Houd de dief!’ riep ik.
Hij keek niet om.
‘Houd de dief!’ Pas toen ik hem op een drafje inhaalde, draaide hij zich half om. ‘Ik heb bij de anwb een stuurslot voor mijn auto gekocht. Vanochtend heb ik mijn autosleutels in de auto laten zitten. De sleuteltjes zijn gestolen. Alleen heeft de dief de auto nog niet meegenomen.’
‘De sleutels van je Volvo? Je kunt er toch een nieuw autoslot in laten zetten?’
‘Dat kost duizend euro! Dat is de auto niet meer waard.’
‘Dan doe je hem weg.’
‘Nee. Ik rijd er al zestien jaar mee en ik ben van plan er nog vele jaren mee te rijden. Dan moet ik dit stuurslot er maar steeds inzetten.’ Op de doos was een geel rotorbladachtig stuk plastic afgebeeld.
‘Ik zag je vorige week in de krant.’
‘Mij?’ vroeg hij verbaasd. ‘In welke krant? De Gooi- en Eemlander?’
‘Ja, in De Gooi- en Eemlander. Je stond op de foto met een voormalige collega van mij. Bij een artikel over de rechtszaak tegen die man die voor jullie huis een van mijn collega's van de sokken zou hebben gereden.’
‘O ja. Is die man veroordeeld?’
‘Nee, hij is nu door het Hof in Amsterdam vrijgesproken, omdat een van de getuigen zijn verklaring heeft veranderd.’
‘Nou, schandelijk, zeg.’
‘Ik weet niet of het schandelijk is. Ik heb mijn collega meteen na het incident horen zeggen dat hij zijn fiets met opzet voor die auto had gegooid.’
‘O? Dan is het maar goed dat die man is vrijgesproken. Dus zo erg was het niet?