Tirade. Jaargang 56 (nrs. 442-446)(2012)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Piet Gerbrandy Voegwoorden 1 Niet lekker slaapt het naast wie constant stikt hinnikt of trappelt van verdriet genot of irritatie zucht om haar allochtone kraker met het wreed soelaas van zijn knakhand. Het of is hier een bron van ongemakken. Wat willen distels in lullige rozenperken? Zich laven vergapen of schrammen aan voluptueuzer doornen? Waartoe die gedoofde fontein in de hof die geheim of omheind is? Het of is hier een vuur dat stenen bakt of kleiplakken van frygische accountants overhitte frigiden in hitloze modderwoestijnen. Zullen zich in dit bed nog voordoen alternatieven? Zulks vragen zich af wie betrokken of wondloos kijken. Of droomden van dromen in vreemdere rollen van riet. Er is veel verdrietigs waarvoor de farmaceutische industrie nog geen oplossing heeft. [pagina 68] [p. 68] 2 Lekker slaapt het niet naast een die wakker blijft om gat van rottende morgenzondeur te bewaken veel zorgen te dragen open te staan voor verscheuring. Het en is hier een samenloop van dalen. Monumenten moeten opgelapt uit fondsen. Florale motieven verdienen smeuïg tieren. Waarden willen winterhard bedijkt. Kreukmonden dienen opgevuld met gelei. Streng hoort bij dove navel afgebonden. Zoetwatermossels peilen zink fosfaten en fosfor voor denkers en hengelaars naar gaten in argumentaties (ik mis hier een stap) en kribben vangen afgedreven fruit op. Is en een brakke delta in het westen? Vormt klei voor ziel een duurzaam drijvend vlechtsel? Helpt wakkerheid bij keren van een tij? Het afwegen van alternatieven vergt niet beschikbare kennis van de toekomst. [pagina 69] [p. 69] 3 Naast wie ontbreekt slaapt het lekker maar kort want je tast naar een stilte die wakkerder maakt dan verstoring. Het maar damt meren af om stroom te stuwen. Je zult je avonduur met kelken duvel killen krassen in je nachtboek zwelgen in teringherrie sjorren aan de lijnen van je mast. Waar zij zich bevindt ligt open speculeer maar opper potentiële locaties. Waar zij zich bevindt neemt men nimmer vijgblad want niet voorhanden voor monden. Aan kalmer water ontbinden grazig de herders. In donkerder bedstee blijft een kussen bollen. Vuurtorens draaien opgewekt op kracht uit verre bovenloopcentrales maar geven geen licht waar het moest. Stormstilte is niet bevorderlijk voor nachtrust. [pagina 70] [p. 70] 4 Hoe lekker slaapt het naast wie tegen vijven een rit begint zonder aankomst dus dwaling begaat in de morgen? Het dus wil hier een mijlsteen langs de heirbaan. Je staat maar op om een water te drinken de stem van je dierbaarste merel de roodborst die moed vat de spot van je lijster te checken. Het is nog honderd mijl naar de volgende slotsom. Soms rijdt zij lagen binnen of listen bedrijft zij liefloos een liefde verschool zich in kleerkast een spingdier lokalen vol smalend gesis dat gesmoord moest soms barst zij voor zonsopgang uit in bedaarlijk geschater. Tel dus je luttel respijt tot de volgende dagmars. Slaapritmes storen zich niet steeds aan conventionele patronen. [pagina 71] [p. 71] 5 Niet slaapt het naast wie te mooi is om lekker te noemen want schoonheid schoonheid is een grootheid zonder klieren. Het want is hier een trede naar een uitzicht. We beklimmen de lopende duinen en happen in zand. We glimmen van brandbare olie en kleuren niet bruin. De geur van haar kroezende nap doet een gooi naar gekte van goden. Je sluit geen oog want naast je maakt een vloed zich op je fort weg te vagen je hinderlaag te slechten je scheefgezakte toren neer te halen met niets dan zilte adem uit zuidwest. Haar schoonheid is de doodssteek voor je dromen. Natuurrampen zijn nooit helemaal te voorkomen. Vorige Volgende