Nee. Het gaat niet om de techniek. Het gaat om iets anders. Als ik dat adagio thuis speel op de cello, als ik alleen ben, dan is het er wél.
Iets raadselachtigs. Eenzaamheid. Hartstocht. Weet ik veel. Precies waar deze Janáček over gaat. En als we met z'n vieren samenspelen is het weg. Ook bij mij.
Maar je speelt het thuis toch niet anders dan hier?
Jawel. Of... Nou ja... Er is wel íets wat ik anders doe. Luister Stijn, zul je niet in de lach schieten? Beloof je dat?
Tuurlijk. Wat doe je dan anders?
stijn blikt verward rond. Op de achtergrond klinkt gelach uit een kringetje studenten dat ijs aan het eten is. Een koperen trombone flakkert door het beeld. Vanuit een open raam van het gebouw klinkt een altviool, mooi en eenzaam, zoals muziek uit ramen nu eenmaal altijd mooier klinkt dan op podia. (Als de auditieve variant van een voyeur betrap je de muziek als het ware, waar de schoonheid van wordt versterkt doordat die onbedoeld is, er per ongeluk is).
Ik kan dit stuk alleen spelen als ik naakt ben. Ik weet dat het idioot klinkt, maar zo werkt het bij mij nu eenmaal. Dit stuk gaat over intimitiet. Dan moet je ook intimiteit ervaren. Ik denk dat dit voor ons allemaal geldt. Ik wil dat we het proberen om dit stuk naakt te spelen. Waarom niet? Laten we één keer proberen. En jij hebt altijd nog je cello om je achter te verschuilen.
cut to:
[3] int. Studentenkamer. Overdag.
No way. Vergeet het maar. Zijn jullie helemaal gek geworden?
Op de bank zitten eva en stijn. jasmijn (19) zit op een bureaustoel en kasper (23) zit op de bedrand.
Ik snap niet waarom, Jasmijn. Ik vond het meteen een heel goed idee van Eva. Muziek gaat over grenzen verleggen, dat moet je leren. En er is toch niemand bij. Ik moet zeggen, dat dit een idee is dat mij al langer bezighoudt. Stel je voor dat je een geluidsopname zou maken van een naakt strijkkwartet. Zou je het verschil horen? Ik heb het vermoeden van wel, maar zeker weet ik het niet.