een vliegtuig zitten en neerstorten is erg, maar tot daar aan toe als je er samen in zit.
‘Bist du bei mir, geh' ich mit Freude, zum sterben und zu meine Ruh.’
Wie het voor het zeggen heeft, zal het liefst willen sterven met zijn geliefde in de buurt. En omgekeerd is het denkbeeld dat iemand van wie je zielsveel houdt, gestorven is zonder dat je daarbij was, ondraaglijk.
Maar als je er zelf niet bij was, dan hoop je maar dat iemand anders zijn of haar armen om het beminde lichaam heeft geslagen, dat iemand anders nog iets liefs heeft gezegd, iets troostends heeft gedaan.
Maar is dat hetzelfde als mogelijk ten dode opgeschreven mannen die in een kamp een meisje verkrachten?
Jawel, dat klinkt tendentieus. Als je het zo zegt heb je je punt gauw gemaakt want niemand zal zeggen: liefde en verkrachting zijn hetzelfde.
Maar eerlijk is eerlijk, als iemand onder ogen ziet dat zo'n meisje door de kampleiding gedwongen wordt, dan ziet zo iemand toch ook dat het dan dus een groepsverkrachting betreft. Maar dat punt maakt Kousbroek totaal niet - het meisje doet er verder niet toe, wat ertoe doet is dat al die mannen nog zo graag een keer willen. En dat willen is in zijn optiek toch iets moois en liefs en iets met sterren en bloemblaadjes, zelfs als het zo tot niets is teruggebracht als onder deze omstandigheden. Het is slechts een andere ‘belichting’ schrijft hij, ‘Maar in hun hoofden schemeren de rozenblaadjes’.
Want als je ten dode gedoemd bent dan zit er nog maar één ding op: ‘Gauw, in godsnaam gauw bij elkaar in bed.’ En die diepe drijfveer schrijft hij ook déze mannen toe, waarom het dus allemaal zo hartverscheurend wordt.
Hier ergens ligt het vreemde en zelfs het onoprechte van Kousbroeks indertijd zeker dappere verdediging van pornografie. Hij was voor de bevrijding van het genre, tegen de verboden die er in de jaren zestig en zeventig nog omheen hingen, tegen de hypocrisie die het allemaal omgaf - maar hij was ondanks zijn pogingen daartoe niet in staat om te zien dat pornografie niets met liefde te maken heeft. Want in zijn hoofd schemerden de rozenblaadjes.
Overgave in liefde is iets anders dan overgave aan lichamelijk genot
Betekent dat dan ook dat seks niets met liefde te maken heeft? Dat zou ik zeker niet zeggen. Seks kan alles met liefde te maken hebben, dat ‘smelten van liefde’ waar Kousbroek zo naar verlangde, is nauw verbonden met overgave en intimi-