in de geest van mijn penitenten, van wie er velen weigeren zich dergelijke boeken te ontzeggen. Vrouwen worden zo beïnvloed door wat ze lezen! Persoonlijk ben ik niet bijster gesteld op onbetamelijke schrijvers. En toch moet je soms onwillekeurig om ze lachen, nietwaar? Ik merk dat u zich beter voelt.’
Mijnheer Heard kon het niet laten te zeggen: ‘U drukt zich uitstekend uit in het Engels.’
‘Oh, redelijk! Ik heb gepreekt voor grote congregaties katholieken in de Verenigde Staten. En in Engeland. Mijn moeder was Engelse. Het heeft het Vaticaan behaagd de nietige inspanningen van mijn tong te belonen met de titel Monsignor.’
‘Mijn gelukwensen. U bent nogal jong voor een Monsignor, toch? Wij zijn geneigd die onderscheiding te associëren met snuifdozen en jicht en...’
‘Negenendertig. Het is een goede leeftijd. Je begint de zaken op hun juiste waarde te schatten. Uw boordje! Mag ik vragen...?’
‘Ah, mijn boordje; het laatste overblijfsel... Ja, ik ben bisschop. Bisschop van Bampopo in Centraal-Afrika.’
‘U bent toch wel jong voor een bisschop?’
Mijnheer Heard glimlachte.
‘De jongste op de lijst, als ik het wel heb. Er waren niet veel sollicitaties naar de post; de afstand van Engeland, het zware werk, het klimaat, weet u...’
‘Een bisschop! U meent het!’
Er verscheen een bedachtzame uitdrukking op zijn gezicht. Waarschijnlijk vermoedde hij dat zijn metgezel hem iets op de mouw speldde.
‘Ja,’ vervolgde mijnheer Heard. ‘Ik ga wat wij “leeg retour” noemen. Zo noemen wij in Engeland koloniale bisschoppen die terugkomen uit hun diocees.’
‘Leeg retour! Dat klinkt als een biervat.’
De priester keek verbijsterd, alsof hij twijfelde aan de geestesgesteldheid van de ander. De beleefdheid, of nieuwsgierigheid van de zuiderling overwon zijn angst. Misschien hield deze vreemdeling van grappen maken. Goed, hij zou hem zijn zin geven.
‘U zult morgen onze bisschop te zien krijgen,’ vervolgde hij vriendelijk. ‘Hij komt over voor het feest van de beschermheilige; u hebt geluk dat u het kunt meemaken. Het hele eiland is versierd. Er is muziek, vuurwerk en er wordt een grootse processie gehouden. Onze bisschop is een dierbare oude man, maar niet echt wat je vooruitstrevend zou noemen,’ voegde hij met een lachje toe. ‘En zo hoort het ook, vindt u niet? We zien graag dat onze ouderen conservatief zijn. Ze bieden tegenwicht aan het dikwijls wilde modernisme van de jongeren. Is dit uw eerste bezoek aan Nepenthe?’