Tirade. Jaargang 56 (nrs. 442-446)(2012)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] Tsead Bruinja Fennema fennema had een zuur hoofd en met dat hoofd en dat wijf zou hij in ons huis wonen ik wilde de vette ratten die ik onder de kruipruimte vandaan had gehaald bij de verbouwing nieuw leven inblazen en loslaten wij wachtten op de zomervakantie met het verhuizen ik speelde weken daarvoor met mijn aanstaande buurjongetjes die nederlands spraken wij doen soldaatje als iemand je schiet en raakt ben je tien seconden dood binnen de kortste keren kreeg ik het aan de stok met de commandant over wanneer je echt dood was hij schoot mis dat valt niet te controleren zei ik [pagina 63] [p. 63] fennema had twee zonen ze keken gemeen uit de ogen maar niet zo zuur als hun vader op mijn slaapkamer lachtte de ene me uit hier zal ik me wel vermaken maar ik geloof niet dat hij uren door het raam de weilanden over vloog of brood met aardbeien en suiker in de tuin opat een speelgoedtrekker met trappers en gras dat zijn vader net gemaaid had in de kar [pagina 64] [p. 64] moeder roept op de veranda naar de blonde jongen van het loonbedrijf of hij komt eten vierkante pakken hooi poept zijn machine uit ik denk ook niet dat de zoon van fennema in bomen klimt en zich door de wind laat wiegen met een vriend zich verstopt voor diens ouders voor geen eind aan dit op bed zonder televisie [pagina 65] [p. 65] wij rijden er met de hele familie langs ik val uit de gerooide bomen het was beter zo het huis verzakt en is later niets meer waard maar moeder is al lang dood en het huis staat er nog als ik dood ben zoek ik haar op gaan we samen terug jagen we fennema er uit Vorige Volgende