Tirade. Jaargang 56 (nrs. 442-446)(2012)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Sylvie Marie Automijmeringen - Over de dood altijd verzin ik zinnen die beginnen met je zal maar. je zal maar schoenen kopen en meteen over te lange veters struikelen. je zal maar muizenvallen plaatsen en 's avonds kaas in je bed aantreffen. je zal maar vogelkastjes bouwen en dan eieren naar je hoofd krijgen. nu in deze wagen en wij door de bergen waar de wegen vaak vervaarlijk naar de afgrond hellen, is het: je zal maar je hoofd uitsteken en zo de donder op je nek halen. wat weet ik over de dood? is het een afgrijselijke man die ons komt halen en waar neemt hij ons mee naartoe? ik ken hem niet dus ik weet niet hoe ik hem moet verschalken. ik zal hem zelfs niet kennen als hij mijn liefste eerst meeneemt. ik mag nog op een slagveld staan, erger dan de bergen. pas als de dood voor mij komt, zal hij zich tonen, misschien als iemand van op oude foto's. je zal maar tot het besef komen dat de dood dat stille klasgenootje was. maar dan vliegt elke gier al heel laag hier. [pagina 37] [p. 37] - Over het leven ik heb er een en ik vermoed van anderen hetzelfde al ben ik dat nooit helemaal zeker. hoe kan ik het zijn? een tegenligger steekt zijn middelvinger op, jij lost mijn pols en schakelt een versnelling hoger. het leven is alles tegelijk, beschrijf maar eens wat je voorgeschoteld krijgt als je alleen een vork hebt om te prikken en geen mes om te snijden. kan ik aan iemand vragen van wie ik nooit zeker weet of hij werkelijk leeft, me te helpen het te begrijpen? plots merk ik modderspatten op op het raam waarvan ik dacht dat het vogels waren die ons volgden. ik draai het open zodat de wind ons vindt. zijn alle anderen modderspatten? sterven en inzien dat het leven gewoon echt deze auto, deze berg, dat dal was. er is een handrem die knipoogt. je zal er maar aan trekken. Vorige Volgende