De man mompelt een groet, loopt rechtstreeks naar de afdeling Dieren en gaat daar staan grasduinen. Als hij echt iets koopt, moet ik straks misschien een video voorspelen. Paarden, ezels, honden, draken, hydra's en griffioenen zullen de ruimte bevolken. Dat kunnen we er nu niet bij hebben. Bovendien zal ik moeten afrekenen en de kassa bedienen. Geen schijn van kans. Aan Gustavo heb ik niets, die houdt zijn mond stijf dicht en staart voor zich uit. Ik moet ingrijpen voor het te laat is: ‘Hallo, winkel dicht, wilde net afsluiten.’
Tot mijn verbazing kan ik normale zinnen vormen. Mijn stem klinkt gewoon, alleen de woorden blijven wat langer hangen dan normaal.
De klant kijkt schichtig op: ‘maar het is pas half negen...’
‘Ja, sorry hoor, noodgeval, vreselijke rampen, familieomstandigheden, medische urgentie. Aanwezigheid elders dringend vereist, in het ergste geval kan mijn afwezigheid elders en dat is hetzelfde als mijn aanwezigheid hier, ja, in het ergste geval kan die afwezigheid daar mensenlevens kosten doordat ik hier niet afwezig, maar aanwezig ben snap je...’
De klant heeft het volste recht op een verklaring en ik ben bereid aan die verplichting te voldoen, maar hij kijkt me onrustig aan en vertrekt haastig zonder verder commentaar. Ik loop achter hem aan om de winkeldeur op slot te doen, maar bedenk me als ik vanuit mijn ooghoeken twee pelotons glazen dildo's een omtrekkende beweging zie maken. Met dat pornoleger op de hielen is het onverstandig de enige vluchtweg af te sluiten. Uit alle macht negeer ik draaikolken, lichtexplosies, vlammen en golvende muren en baan me een weg terug naar de toonbank.
‘Gustavo,’ fluister ik, ‘als de sodemieter hier vandaan. Geen aandacht trekken, straks wordt het allemaal nog veel erger.’
‘Taxi,’ antwoordt hij, ‘taxi, weg, huis, weg, huis, taxi.’
Het lukt ons het pand ongedeerd te verlaten. We doen zelfs het licht uit en sluiten de deur af. De rebelse geslachtsdelen zitten veilig achter slot en grendel. Nu nog een taxi vinden of eigenlijk twee taxi's. Gustavo wil naar huis en ik wil naar het strand, naar het zand, naar de ruimte, naar de rand, naar eindeloze vergezichten... het mag ook een bos of een bankje in het park zijn.
Op straat proberen twee blonde agentes tevergeefs een groep luidruchtige jongeren tot de orde te roepen. Geduw, getrek, geschreeuw, een langstaart makaak slingert zich via de lantaarnpaal naar beneden. De dames voelen zich bedreigd en de gummiknuppel komt eraan te pas. Politieagenten springen uit alle portieken en mengen zich onder de feestvierende menigte. Instinctief maken Gustavo en ik rechtsomkeert. Via de rode buurt lopen we in de richting van de taxistandplaats.