Tirade. Jaargang 55 (nrs. 437-441)
(2011)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
Jan Kruizinga
| |
[pagina 80]
| |
met de doden en de katten
en de muizen
het wisselen van eeuwen
waar het nu en dan gaat sneeuwen
en geen muis zich veilig weet
de bomen blijven langer staan dan mensen
waar geen god zich heilig weet
vele bomen worden boten
vele bomen blijven staan
om de mensen, met hun goden
om de mensen, met verlangen
om de mensen, met hun zonen
zich te laten hangen aan een stropGa naar margenoot+
waar wachten ze nog op
Nu leven we het leven
door de katten ons gegeven
we zingen, dansen, drinken
laten houten kruisen zinken
varen tot het einde van de tijd
want de dood is om het even
we verzagen onze huizen
onze dagen, onze spijt
tot een schip met zeven masten
tot we man en muis verrassen
en de maan schijnt op het water
we leven nu
en drinken niet voor later
voor de katten in hun slaap
voor de katten met hun muizen
voor de katten met een witte vacht
drinken we als we niet slapenGa naar margenoot+
en we eten schapen
Heb jij ooit mijn mooie vriend
geluisterd hoewel nooit gehoord
| |
[pagina 81]
| |
begrepen hoewel nooit gezien
gebeden hoewel nooit verhoord
dat net voordat de lente kwam
die bloemen bracht en levens nam
het leven als een gladde slang
haar eigen staart afbeet
heb jij ooit een man gekend
met volle baard en luide stem
die nadat hij gesproken had
op zee
fluisterde tot zijn publiek
wat u nu ziet bestaat dus niet
nu leeft u nog als man, als kat, als muis
maar ik verzeker u, geloof mij toch
pas na dit leven bent u thuis
u hoort hier niet
maar fluisteren op volle zee
daar doet de storm haar voordeel mee
zijn stem was als de wind gelijk
wellicht verkracht u thans zijn woord
wat gek dat u dit hoortGa naar margenoot+
u woont al in zijn rijk
Leve de bloemen
zij schikken het lot
heilig de katten
zij lijken op god
we prijzen de woorden
van elk dronken lied
de mens op zijn boot
pas later de dood
en wij kennen haar niet
|
|