Ik keek naar mijn man en naar onze vrienden en kon me niet voorstellen dat wij ooit kinderen waren geweest.
We begonnen met literflessen bier van een locale brouwerij. Willem en Louise zweren bij streekproducten. Het is het slag mensen wier snobisme een moralistisch randje heeft. Behalve het lekkerste van het lekkerste willen ze ook het beste van het beste en alles zo verantwoord mogelijk en als dat dan het allerduurste is wat ze kunnen vinden, dan draagt dat alleen maar bij aan de gedachte dat ze een goede keus hebben gemaakt. Het was een soort abdijbier, sterk, frisbitter. Ze serveerden er sesamkoekjes en olijven bij.
Willem en ik kennen elkaar van een televisiefilm. Ik had een roman van hem bewerkt tot een scenario en we hadden het goed met elkaar kunnen vinden. De film was een flop geworden maar dat had niet aan één van ons gelegen. Herman en Willem mochten elkaar ook, al zei Herman bijna altijd als Willem ter sprake kwam dingen als: ‘tussen ons gezegd en gezwegen, die boeken van hem die zijn niet bepaald goed.’ Of: ‘je moet het niet tegen hem zeggen, maar eigenlijk kan Willem Pfister helemaal niet schrijven.’ ‘Jaha!!’ schreeuwde ik dan inwendig, ‘dat heb je al minstens dertig keer eerder gezegd.’ Maar ik hield me goed en speelde de verstrooide kritiekloze geliefde - de rol waar ik inmiddels bijna helemaal mee samenviel - en zuchtte of mompelde iets als: ‘ja? Vind je dat?’ of: ‘maar het is wel een heel aardige man.’ En met mijn hoofd afgewend playbackte ik zijn antwoord mee: ‘Met aardige mensen demp je de gracht.’ Ik heb er een ontzettende hekel aan om over de kwaliteit van Willems werk te discussiëren met Herman. Hij is zo geoccupeerd door zijn eigen denkbeelden dat hij niet echt serieus te nemen is in zijn mening over die van anderen. ‘Dat hij die kerel in De eerste steen Schopenhauer laat lezen is gewoon pedant,’ riep hij bijvoorbeeld. ‘Schopenhauer! Nou vraag ik je?’ Maar hij vroeg me verder niets. En ik deed alsof ik het maar zo'n beetje half had gehoord en bezig was.
Louise hadden we pas later leren kennen want tijdens die film en ook nog een behoorlijke tijd daarna waren ze op proef uit elkaar. Willem had een heleboel vriendinnen die niet bij hem pasten en uiteindelijk was hij terug naar Louise gegaan en leerden wij zijn vrouw kennen alsof het zijn nieuwe vriendin was. Ik vond haar verbijsterend. Ze was ontzettend mooi, met een verlopenheid die haar alleen maar aantrekkelijker maakte. Ze had ooit les gegeven aan de universiteit maar nu werkte ze niet meer en handelde ze in groene aandelen of zoiets en daar was ze blijkbaar heel goed in. Eerst dacht ik dat ze elke ochtend zomaar wat aantrok omdat ik nu eenmaal geen oog heb voor die dingen maar later begreep ik dat haar nonchalante verschijning het resultaat was van een heleboel werk.
Tijdens het bier spraken we over het nieuwe boek van Willem. Die begon altijd