Margerite Luitwieler
‘Geef haar maar gewoon een paar slippertjes,’ zei de stoere gast die ik bij de rookpaal ontmoette, ‘Zij is ook echt zo'n bikkeltje, met van die hele platte voeten.’
De hoge hakken op de roltrap waren hem totaal niet opgevallen.
Zijn opa en oma hadden winkels met Chanel en hoe heette die shit ook alweer?
Maar voor de goede pasvorm was zij toch één keer gevallen.
Hij zag eruit alsof hij rechtstreeks van de voetbal kwam, en uit het vak der hooligans. Maar plots bleek hij een man die over alles mee kon praten.
Het was zijn taal
zo onomwonden
waarin hij had gevonden
hoe hij het ijs kon breken als een glas.
Gezeglijkheid
zocht ik dat woord, het was mij vreemd.
die was zo echt van binnenuit.
Gaat het opkringelen? Is alles licht genoeg om van een rookoffer te kunnen spreken? Stijging van iets schaduwachtigs, ondoorzichtigheid? Laten we vooral niet al te helder zijn. Voorzichtig blijven, te harde verzen breken bij het vallen - of erger - blijven op de kluiten steken. Alles komt niet los.