Tirade. Jaargang 53 (nrs. 427-431)(2009)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Erik Lindner Gedichten Zand welt op van de bodem voor de golf omslaat. Surfers plat op hun buik op de plank peddelen door repen schuim. Een draaikolk volgt de wand voor het strand en de wind wijst de kustlijn verder langs, fixeert het ongestreken laken van de zee oppervlak, de moes die ronddraait. Drie bomen op de heuvel aan de kust, de begroeide zandgrond de glimmende naalden, de varens, het gras en het berglandschap erachter zakt omlaag de brokkelend blauwe laag van zee, de weg gepoetste wolken, de einder die omhoog trekt. Herstel wat veraf is. Onderdruk wat vooraan staat. Kiept het kantelraam en duikelt de kijker in de tuin. [pagina 121] [p. 121] Een fietser nadert een vogelkooi op het stuur de ingang van de flat is een container een man fluit op de galerij over de rand van een balkon hangt een arm het gras is plat naast de vijver luchtbellen borrelen op in het water een net dat tegen een hek is gespannen omgekeerde emmers, een stok in de aarde een moestuin tussen gaas in een waas van groen buizen en tralies, klapstoelen en dode mais een plastic fles met een blauw servet om de hals slingerend peertje in het midden van de kiosk de fiets hoog op de flat tegen de ballustrade van een vensterbank valt een boek aan een tak in een boom hangt de kooi de ketel sist op een vuur in het gras. [pagina 122] [p. 122] Er loopt een trap de zee in een golf slaat over een trede een schip dat aan zijn kettingen trekt zijn romp uitzet een chauffeur opent het portier van de rijdende auto en spuugt de betelnoot op de wegglijdende grond een rollende sigaret spuwt vonken in het rond bladeren kletteren tegen de passerende wagon een man houdt in de metro zijn helm op er is de regen die het vuur dooft er is een hond die over twee schapen waakt het veld langs draaft een trap aflopen op de pand van je jas trappen je afzetten op een tree. Vorige Volgende