frommelde de halfopen brief in mijn tas. Aan de postbus likte ik hem weer dicht. Ik proefde haar speeksel. Postte de brief voor de zoveelste keer. Sprong op mijn fiets en reed haastig weg. De volgende dag heb ik mijn overplaatsing aangevraagd.’ Samen met Franske haal ik opgelucht adem. Hij vraagt of ik nog wat van mijn jenever wil. Ik weiger beleefd. Hij schenkt in. ‘Mijn nieuwe ronde ging langs een kleine supermarkt. De eerste keer dat ik er binnenkwam, had ik het zitten. Ik stond aan de afdeling fijne vleeswaren mijn hersens te pijnigen. Gewone americain? Pikante americain? Americain van het huis? Americain van de chef? Ze maken het de mensen niet gemakkelijk. Ik krabde in mijn haar. “Wat mag het zijn voor meneer?” Haar stem zoemde in mijn oren. Ik keek op. Twee prachtige, groene ogen. Ik was verkocht. Ik kwam niet uit mijn woorden. Mijn knieën knikten. De winkeljuffrouw lachte haar fonkelende tanden bloot. Zwaaide met haar blonde krullen. “Katrien,” stond er op het naamplaatje gespeld op haar uitnodigende boezem. Ze wreef haar handen af aan haar ronde heupen. Ik verborg mijn blik. Staarde naar de vleeswaren. “Honderd gram americain van de chef, alstublieft,” was het enige wat ik kon uitbrengen. Elke dag opnieuw: “Honderd gram americain van de chef, alstublieft.” Ik hoopte dat het een hygiënische chef was. Die niet al te veel zweette tijdens het bereiden. Want ik at kilo's van zijn americain.’ De lach van Franske hikt in zijn keel. Hij legt zijn hand op de mijne. Ik durf hem niet weg te trekken. ‘Het was het mooiste moment uit mijn leven. Op een dag, het was een woensdag, ik herinner me het goed, nam Katrien een plastiek potje. Drapeerde de americain er vakkundig in. Met een vloeiende beweging zette ze het potje op de weegschaal. Haar sierlijke vingers tikten vederlicht op het toetsenbord. Als in een vertraagde film scheurde ze het kasticket af. Ze nam een
deksel voor het potje. Aarzelde. Legde het deksel terug weg. Nam een schep americain. Legde wat extra in het potje. Voor mij. Gratis en voor niets. Toen wist ik het. Ze ziet me zitten. Mijn knieën knikten tegen het glas van de toog.’ Franske glimlacht triomfantelijk. Ik zie de kans om mijn hand vanonder de zijne te trekken. Theatraal werpt hij zijn armen in de lucht. ‘Ik wist niet wat ik met die situatie moest aanvangen. Uren ijsbeerde ik door mijn woonkamer. Tot ik mijn stoute schoenen durfde aan te trekken. Ik zou haar vragen of ze op zondag mee wou gaan naar de kermis. Vrijdag voor sluitingstijd draalde ik minstens een kwartier lang bij het rek van de groenten in conservenblikken. Er werd omgeroepen dat de winkel ging sluiten. Ik wachtte tot alle klanten naar buiten waren. De lichten vooraan in de winkel doofden. Katrien maakte haar toog schoon. Ik raapte mijn moed bijeen. Stapte op haar af. Zocht