Tirade. Jaargang 50 (nrs. 412-416)(2006)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Eva Gerlach Nu het gedicht gebeurt nu in het lichaam ervan gebeurt dit. het ademt en het loopt en als je ertegen praat praat het. er is alles zegt de stem (in het open raam zit de zachte en gladde naakt en leest proust in de verte kantelt een auto snijdt het gedicht een keel door) en alles is bij zichzelf hier in het glas water rolt de vloedgolf er is tocht uit een kier en er is de draaiwind er is zand waarop je goed loopt zand dat op je valt. er is altijd de oven waarin het hout schoon opbrandt en er is deeg omhooggegaan dat in de lege oven brood wordt met een geur van kinderhals. er is het brood en ik snij het in het gedicht dat het eet. hartslag zweepstaart en droom alles zegt de stem er is altijd de druppel en er is het gezicht vol bloed er is tochtigheid en laatste adem er is op de vloer de vernielde die zich bederft met misbaar en er is die vernielde in zijde met een kop thee in de ochtend en van zijn plek op diens rug vliegt de reiger en schijt op het bed van de taal en gaat vissen in speeksel. [pagina 23] [p. 23] iemand rijdt in de nacht en het woord duwt zijn auto over de rand en zijn hoofd knakt boven het stuur en het gedicht legt zijn bodem op die van de werkelijkheid en begint. het is alles wat er is. en zijn vorm gaat open en het laat los en gebeurt. Vorige Volgende