veronderstellen dat mijn eigen mensje een nog kleiner - maar minstens even slim - mensje herbergt. En hoe functioneert die dan weer? Met behulp van een nog veel kleiner mensje. Homunculi lijken vooral in staat om problemen te verschuiven.
Lang voordat hersenactiviteiten op een monitor zichtbaar konden worden gemaakt, stelde de psycholoog B.F. Skinner (1904-1990) voor om het vraagstuk van de vrije wil pragmatisch te behandelen - net als William James, maar iets doortrapter. Volgens Skinner is ‘vrije wil’ een bruikbaar begrip omdat het mensen beïnvloedt. Het is echter zinloos om te willen uitzoeken wat dit begrip in essentie betekent. Skinner vraagt zich niet af of de vrije wil werkelijk bestaat. Hij is meer geïnteresseerd in de vraag wat er gebeurt als iemand van dit begrip gebruik maakt.
Indien mensen het bijvoorbeeld heel belangrijk vinden dat zij over een vrije wil beschikken, dan moeten wij dat die mensen niet uit hun hoofd praten. Het is veel beter om de samenleving zo in te richten dat iedereen het gevoel heeft dat aan de vrije wil recht wordt gedaan.
Skinner heeft ooit eens voorgesteld om de belastingen af te schaffen. Een overheid die belasting heft, krijgt te maken met morrend volk dat door de mazen van het net glipt. We doen ons best om minder te betalen dan we volgens de financiële wetgeving zouden moeten. De regering kan dit verlies weliswaar incalculeren en de belastingen verhogen, maar dat leidt tot verdere belastingontduiking. Volgens Skinner moet de overheid het geld niet per decreet binnenhalen, maar door gebruik te maken van de vrije wil.
Kan zoiets? Skinner stelde voor om belastingen te vervangen door een staatsloterij. Niemand wordt gedwongen om aan die loterij mee te doen. Wie een lot koopt, doet dit slechts uit vrije wil. Om voldoende geld bijeen te garen, moet de overheid het prijzengeld zo uitkeren, dat mensen net zoveel loten kopen als nodig is om staatsactiviteiten te financieren.
Op basis van laboratoriumonderzoek kan Skinner in algemene zin aangeven welke loterij voor alle partijen de aantrekkelijkste is. Zorg dat iedereen vaak een prijs krijgt, maar zorg vooral ook dat onvoorspelbaar blijft wanneer iemand in de prijzen valt. Onvoorspelbaarheid kweekt gulle gevers. Proefondervindelijk onderzoek, gekoppeld aan een analyse van kosten en baten, kan dit algemene idee verder verfijnen.
Onze eigen overheid maakt op halfslachtige wijze gebruik van Skinners voorstel, want loterij is gelegitimeerd indien een deel van de opbrengst aan erkend goede doelen wordt besteed. De belastingen zijn echter niet afge-