afgedaald naar de rivier, keitjes vinden die we net als vroeger over de rivier slingeren, hedentendage, zo spreekt men je angstvallig toe, kan zoiets niet, vraag ik hen, verlegen doch sarcastisch, vraag... waarom vergeet ik mijn vraag, stotter ik, meende ik dat ik sarcastisch moest zijn, als een menselijkheid; geen andere uitweg dan haar sarcasme?
Wat moge de oorzaak zijn dat een menselijkheid, reiziger, basketballer met paraplu, havenarbeider met gsm, dat een menselijkheid, meisje met krullen, tekening van havik, menselijkheid, slikker van koolhydraten en vetten, menselijkheid, tekenaar van haviken, vrouw die de tekeningen van haviken in laat lijsten, menselijkheid zonder morren of weifelen besluit de vlucht naar Rome over te boeken in een vlucht naar Sydney, drie weken later, misschien (als het mee zit) een andere vliegtuigmaatschappij; sorry zeggen? Hoe is het menselijkerwijs mogelijk dat een geliefde in spe voorbijloopt aan de wagenwijd geopende deur, menselijkerwijs mogelijk dat een geliefde menigmaal iets op zijn conto durft te brengen, waarom denkt zo'n geliefde aan ondergrondse galerijen, half verlicht, roodbruin betegeld, permanente verkoopexpositie van boompjes, zwart gesteente?
Hoe is het menselijkerwijs mogelijk dat een wandelaar moeite doet om de ene voet te zetten voor de andere, terwijl de zwaarte in iedere stad te bespeuren valt, als een dame met zwarte krullen bij de bakkerszaak naar buiten staart, de verongelijkte mondhoek duidelijk maakt dat zijn gepriem niet op prijs kan worden gesteld, waarop ze in wijnrode regenjas de winkel verlaat?
Waarom, zo moge de vraag luiden, wordt edelmoedigheid zelden door de hele mensheid tegelijk aangehoord? Tot hoeveel onthutsende vragen geeft de voorgaande vraag aanleiding? Mogen we ons niet afvragen wat het algemeen belang van edelmoedigheid mag zijn, waarom zou de mensheid van edelmoedigheid überhaupt doordrongen moeten willen raken? Of is verslapping van menselijke aandacht in het spel die zich te zeer vastpint op nooddruft? Of is menselijke onafhankelijkheid waarborg voor de menselijke edelmoedigheid die in ieders gebaar drang tot tederheid opmerkt, zoals onder frietzakjes, voorzover voorhanden? Is het niemand opgevallen dat het schetteren van Hubbard verzachtender werkt op het gemoed dan het planken aansnijden van dhr. Davis? Of wraakt u de alhier gebruikte terminologie, en dient de tweestrijd te gaan tussen Berne en Potter (nu goed dan, voor een keertje Harry ook)?