Tirade. Jaargang 48 (nrs. 402-406)(2004)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Harrie Geelen Gedichten Hij schreef nog even bij het late licht, vlakbij het raam. Ze zei: je moet je ogen niet zo vermoeien. En deed het raam dicht. Hij had haar toen al tien jaar voorgelogen. Zo rustig was het huis, maar in de tuin lekte het witte grint om het gazon, vuur kroop naar het bordes. Bij 't hek lag schuin een plek van vlammend gras. Het dak begon, een wolk van vonken. Brand sloeg in de brem. Hij voelde een verblindend ogenblik de hitte van de hel. Maar achter hem stak zij de lamp aan met een lichte klik. [pagina 46] [p. 46] De ambachtsschool kijkt in de Ambachtstraat en ligt breeduit langs het Hesselleplein. Zou er nog meer van te vertellen zijn, behalve dat het gebouw bergaf gaat? De koepel is een kleine overdaad. Hij lijkt het meeste op een baldakijn geschapen voor een sultan die op zijn lievelingsolifant de stad doorwaadt. Ik vind hem steeds terug na al die jaren op elk schilderij van mij met een stad. Hij staat voor eeuwig in mijn hart gebrand. Dat komt ervan, van al dat lange staren naar verre wolken of ik weet niet wat. Of mijn geheugen is een olifant. [pagina 47] [p. 47] Wel, vader is niet langer om ons heen. Een tuinman kwam zijn goede broeken halen en iemand bracht een foto van de steen. Het kerkhof zwijgt hem dood in alle talen. Nooit is hij meer vergeten en alleen. Alles keert terug naar het normale. Het is een opluchting voor iedereen. Wie wil zijn goudvis, wie wil zijn parkiet? De buren hebben een kat en wij moeten ze niet. [pagina 48] [p. 48] Meestal ligt hij gekleed op bed met naast hem een fles zure wijn door god weet wíe daar neergezet. Het meisje van de inloopwinkel durft niet met hem alleen te zijn. Soms zit hij schrijlings in 't kozijn op jan en alleman te schimpen en plukt de kauwgum van zijn gympen. Niemand die één tel op hem let. Dan vonkt de zon in zijn trompet. Als hij hem aan zijn lippen zet, gebeuren dingen in de straat: vuilnis wordt iets zachter neergezet, een raam dat iets verder opengaat, een sloper op het bouwterrein draait tergend traag een sigaret. Het meisje van de inloopwinkel komt zingend uit het magazijn. Vorige Volgende