Tirade. Jaargang 47 (nrs. 398-401)(2003)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] Jan Baeke Gedichten Vragen met honden Is het ook een hond die zoveel op ons lijkt en op de bank in slaap gesukkeld is? Er staat in de voorschriften hoe wij moeten liggen en slapen hoe we een feestmaal moeten bereiden en een huis schoonmaken en ook staat er hoe we met honden moeten doen en zij met ons. Dat om ons heen anderen het meubilair nog voor zonsopgang reinigen met water en zeep de nacht verdrijven zich voor ons opstellen en vragen staan wij stil, zijn dit onze handen hoe houden wij de honden op afstand? Wij snellen naar de boeken om de juiste pagina's te vinden De zon komt blaffend op. [pagina 31] [p. 31] Iedereen is er Geen geluid. Geen enkel geluid. Er was iets in het mechaniek verschoven waardoor de hond niet begon te blaffen. Misschien waren er teveel in te korte tijd. Het huis is altijd klein geweest. Zo bij elkaar geschilderd (één op een stoel, op een andere stoel een ander, stuurs licht uit het plafond) klimmen wilde gebaren tegen de muur omhoog. Bloed valt bij het schudden. Zie je wat er gebeurt? Dat doe je goed zo op deze plaats te passen. Waarheid, waar ik niet van uitga dat je soms moet zwijgen om het onvoorziene van de natuur te begrijpen. Lijn zit er niet in maar kijk om je heen. Iedereen is er. Dat is wat we nu nodig hebben. Nu. [pagina 32] [p. 32] Voltige Het touw brak. De hemel verliet mij en wierp zich - of was ik het? - tussen de leeuwen en de duiven die niet stopten die doorgingen alles te verwoesten zoals de trapezewerkers hun zachte vlees. Boven alles uit klonk de juiste muziek Het is die muziek zeggen de heiligen van de trapeze die wij opvouwen en meenemen tussen balen stro geklemd en verdeeld over diverse wonden. [pagina 33] [p. 33] Een zekere vooruitgang Batman: ‘let's go!’ Robin: ‘watch out!’ Iemand die moet springen gaat achter een man staan die hem aan het zicht onttrekt. Wij vinden het mooi hoe de redding hier in beeld wordt gebracht maar er is geen tijd om na te denken. Het moet in één keer goed. Als we niet opletten veranderen de spelers van positie wordt het te werkelijk we knikken weten dat nog leger dan een leeg dak is het dak daarna. Voor iemand dit van ons vraagt moeten wij een man van zijn vermomming ontdoen. Ook dit te bedenken helpt ons verder. Vorige Volgende