Medewerkers aan dit nummer
Robert Anker schrijft poëzie (onder andere de bundels Goede manieren en In het vertrek), essays en verhalen. In 1998 verscheen zijn roman Vrouwenzand; dit voorjaar is zijn nieuwe roman Een soort Engeland verschenen.
H.H. ter Balkt is dichter. Hij debuteerde in 1969, toen nog onder de naam Habakuk ii de Balker, met de bundel Boerengedichten. Daarop volgden talloze bundels. In 1999 verscheen de lijvige verzameluitgave In de waterwingebieden.
Wilbert Cornelissen debuteerde in 1998 met de dichtbundel Ontfermingen. Hij publiceerde verhalen en gedichten in De Revisor, Yang, Bunker Hill en Maatstaf en een essay over geloven in Tirade 390.
Nico Dros is schrijver en historicus. Hij publiceerde de romans Noorderburen en Ter hoogte van het Salsa-paviljoen, en de verhalenbundel Familiezaken.
Peter du Gardijn publiceerde eerder gedichten in De Revisor. Het verhaal ‘Door het oog’ is zijn prozadebuut.
Eva Gerlach is dichter. Zij publiceerde negen dichtbundels, waaronder Verder geen leed en Niets bestendiger. In 1999 verscheen de bloemlezing Voorlopig verblijf. Ze kreeg in 2000 de P.C. Hooftprijs voor haar poëzie.
Sanneke van Hassel studeerde theaterwetenschap en werkt bij toneelgezelschap 't Barre Land. Ze debuteerde in Tirade 383 met het verhaal ‘Bijpassende kopjes’.
Pieter Hoexum werkt als boekverkoper en publiceerde essays over filosofie en kunst in onder andere Hollands Maandblad, Filosofie magazine en Krisis, tijdschrift voor empirische filosofie. Met het essay ‘Een Laocoon in het Rokin’ won hij de Jan Hanlo Essayprijs Klein 2001.