Medewerkers aan dit nummer
Arie van den Berg is dichter, poëziecriticus, publicist. Zijn cultuurhistorische essays verschenen in de bundels Van binnen moet je wezen (1988), Hier komt Urbanus bij een hoer (1994) en Kikkers, muizen en nieskruid (1999).
Hein L. van Dolen is vertaler en publicist. Hij vertaalde werk van klassieke auteurs als Herodotus, Lucianus en Aristofanes. Recente eigen publicaties zijn De Griekse Komedie (1999) en het overzichtswerk De klassieke canon (2000).
Arjen Duinker debuteerde met de bundel Rode oever (1988). Eerder maakte hij samen met K. Michel de literaire circulaire Aapnootmies. Behalve poëzie publiceerde hij de roman Het moeras en schrijft hij regelmatig voor De Groene Amsterdammer.
Wim Hofman schrijft kinderboeken, die hij ook zelf illustreert. Zijn laatste boek is Zwart als inkt (1997), een verhaal over Sneeuwwitje. Onlangs verschenen zijn vertalingen van gedichten van Jacques Prévert.
Harry Mesterom is dichter en schilder. Zijn poëzie werd gebundeld in Een gat in de lucht. Verder publiceerde hij in De Gids, De Zingende Zaag en Tirade.
Hanny Michaelis schrijft gedichten, haar laatste nieuwe bundel was Wegdraven naar een nieuw utopia (1971). In 1995 ontving zij de Anna Bijnsprijs voor haar poëzie; een jaar later verschenen haar Verzamelde gedichten.
Guus Middag is essayist, vertaler en editeur. Daarnaast schrijft hij over poëzie in NRC Handelsblad. Hij publiceerde onder meer de essaybundels Alles valt in stukken uiteen en, eind vorig jaar, De eerste keer.