*
De kapitein werd helemaal niet boos of wat.
Iemand op de wal vroeg toen of hij de motor en de navigatieruimte mocht bekijken. Hij was piloot; zijn vliegtuig dreef daar aan de overkant.
Het was duidelijk dat hij verstand van zaken had, dus hij kreeg koffie en werd rondgeleid aan boord.
Het werd een leuk bezoek.
Op zíjn beurt bood hij hun een rondrit over de Lofoten aan. Was hier geboren en getogen, kende iedereen en wist de weg.
De kapitein zei dat hij op het schip bleef, want de stroomvoorziening haperde. Die moest eerst worden gerepareerd. Maar de rest kon rustig mee.
's Middags toerden ze over de eilanden, die met de nieuwste bruggen aan elkaar verbonden waren. Hun chauffeur vertelde dat de eb- en vloedstroom hier de sterkste van de wereld was.
Onder de brug zag je het wilde water gaan.
Ze stopten bij gehuchten die op eilandjes en rotsen in de zee waren gebouwd, liepen door een opgegraven nederzetting uit de Middeleeuwen rond en zaten op de houten banken van een sauna hoog op palen in een fjord.
En dan bezweet het zoute water in om af te koelen. Kees kon er geen genoeg van krijgen. Hij sprong wel zés keer uit de wolken van het stoombad in de diepte van de zee... Daarna douchen, sapjes drinken, en een uurtje blijven zitten. Anders was het niet gezond.
Nu het eb was, lag de schoener bij hun terugkeer anderhalve meter lager.
Kees sloeg een paar keer op de landvast naar het achterdek en riep uit volle borst: ‘Ahoí!’
In de diepte klonk gedempt gestommel. Even later stak de kapitein een lachend hoofd vol zwarte vegen uit het luik.
‘Hoe gaat het hier?’ vroeg Kees, toen hij aan boord geholpen werd. Benieuwd.
‘Dynamo versleten. Moet opnieuw gewikkeld, want een nieuwe hebben ze hier niet.’
Kees kon het nooit laten mensen op fout taalgebruik te wijzen: ‘Moet omwikkeld worden, moet je zeggen. Met koperdraad.’
‘Wijsneus,’ zei de kapitein. ‘Dat betekent dat jij morgen koud moet douchen. Ook de ijskast en de vriezer doen het niet.’