Tirade. Jaargang 39 (nrs. 356-361)(1995)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 505] [p. 505] J. Bernlef Drempel Dingen verdwijnen zonder dat wij het merken zij vertrekken en laten alleen geheugensporen na in onze dromen en neerslachtige momenten Houten kleppers in de autoloze straat knisperende lavendelzakjes in de linnenkast het zoeven van steentjes uit een katapult Midden in het toenemende geraas wordt het steeds stiller (als onder een stolp) daar voltrekken zich de proeven Plotseling beginnen daarbinnen alle huiskamerklokken te tikken, zoemen gloeiende radiobuizen aan tot Op de drempel van dit moment zij zich terugtrekken in de stomme films van onze dromen en neerslachtige momenten. [pagina 506] [p. 506] Het aambeeld I Voor mij de besneeuwde akker, achter mij in dat zelfgetimmerde bed zijn verwilderde blik Ik richt mij op de net bevroren rivier, verpand mij aan het stromende water daaronder Langzaam zakken om mij heen de huizen trekt het landschap zich in een wieldop terug. Hij kon op het laatst geen kopje meer tillen. Steeds zwaarder de hamer maar het aambeeld vliegt! Ergens is een plek voor hem vrijgemaakt in het oog dat dit alles begrijpend omvat. [pagina 507] [p. 507] II Zijn blik wilde weg uit zijn gezicht om maar te kunnen blijven bestaan Trillend als een stemvork waarin alle muziek en waaruit zij nu wegliep in de rivier. Hij was nog hier, zwaar en ziek, maar zijn blik verhief zich van het bed, begon te vliegen Maar bleef in de gesloten ruimte en wiekte dwars door mij heen. Pas in het laatste ogenblik krijg je de onzichtbare grens te zien De roerloze bliksemsnelle passage de hartstilstand van de herinnering. [pagina 508] [p. 508] De eilanden Hij sprak over zijn archipel alsof die al gezonken was verdronken in herinnering En hij daar zonder spiegeling van eiland tot eiland voer ‘eens heb ik ze stuk voor stuk gekend.’ Tot hij de steven wendt, de diepte in en daar vindt wat hij altijd zocht ‘eilanden zijn verbonden, net als mensen, Hebben elkaar in afzondering gevonden, in wat zij voor elkaar verzwegen hun gezamenlijke ondergrond Waaruit zij eens stegen en nu opnieuw naar een oppervlak waar zij in mijn geschreven samenhang bewegen.’ [pagina 509] [p. 509] Paternoster Rechtstandig in schachten dalen en stijgen zwijgende mannen van negen tot vijf Zij ontgaan ons, laten niets na, worden verspiegeld in glas en beton Hoe anders de man op het blauwe balcon! Hij staat met opgestroopte mouwen verblind door de zon hij kijkt naar de kantoren aan de overkant, lang en roerloos Hoor hoe achter wapperend wasgoed de merel luidkeels zingt! Rechtstandig in schachten dalen en stijgen zwijgende mannen van negen tot vijf. [pagina 510] [p. 510] Voor de duur van een seconde (Joseph Cornell) Verbindingen - duizendvoudig opgevouwen in ieder hem ontglippend ogenblik zodat hij weigert te kiezen uit wat hij ziet Schittering van flessenscherven op een muur en voor de duur van een seconde daaronder een meisje met een plastic zak waaruit bloesemtakken steken tederroze appelbloesems zacht bewegen Voor de duur van een seconde zien hoe iemand in het stof op een vensterbank de aanzet tot zijn naam geschreven heeft en toen is doorgelopen Hoe voor de duur van die seconde het kind zijn klap krijgt, de moeder haar cassette wisselt en haar billen tegen het glimmend klimrek wrijft Nog steeds in die ene doodstille seconde een meerpaal mikpunt voor een kopmeeuw wordt zijn vleugels even flikkerend in het licht. Dit is zijn wanhoop: hij kiest doordat hij ziet zijn epifanie een wajangspel tegen een achtergrond van doodvermoeide ogen, hij doet ze dicht herinnert zich wat hem ontging in dromen [pagina 511] [p. 511] In die ene brandschone, sterheldere seconde komen alle samenlopen samen maar maken geen verbinding: losse gebaren op een leeg toneel dat hij vult met gewatteerde kindersterren Overspoeld door het wrakhout van de stad jaagt hij dagelijks met de wapens van de verzamelaar - systeemdoos, ordner, opbergmap - achter steeds nieuwe onverenigbare feiten aan. Vorige Volgende