die in ons land vloeiend Nederlands hebben leren spreken en die ik dan ook om die reden in mijn hart sluit.
Om diezelfde reden kan een allochtoon die de moeite heeft genomen goed Nederlands te leren spreken bij mij eigenlijk geen kwaad doen. Er zijn mensen die beweren dat Nederland te klein is en te vol. Dat is onzin. Je zou 's in Londen moeten kijken of in Parijs, dát is pas vol. Nee, iedereen die Nederlands spreekt mag van mij hier blijven. Liever heb ik als buurman een Turk die Nederlands spreekt dan een Engelsman die geen Nederlands spreekt, want dan moet ik in mijn eigen land Engels spreken en dat zou ik - op de lange duur - vernederend vinden. Iedereen die Nederlands spreekt beschouw ik als een landgenoot, met dezelfde rechten en dezelfde plichten - om de wereld maar even ideaal voor te stellen.
De werkelijkheid trekt dit beeld evenwel onmiddellijk scheef. Een maatschappij is de plaats waar mensen die in principe allemaal gelijke rechten hebben door hun functies die allemaal verschillend zijn al snel allemaal verschillende rechten krijgen. Zo is het leven. Die verschillen zijn vaak nog extra benadrukt en zelfs geïnstitutionaliseerd door de cultuur van een volk. Daardoor verschillen culturen. Wat de ene cultuur voorschrijft is in een andere cultuur verboden. Het zijn weer de politici die, in hun pogingen van de mensheid één broederschap te maken, denken dat culturen genormaliseerd kunnen worden, ‘de scherpste kantjes eraf’. Ze hebben het daarbij vaak over ‘kruisbestuiving’. Een witte en een paarse distel zouden, kruisbestoven, een lila distel opleveren. Maar van mijn biologielessen herinner ik me dat wederzijdse kennismaking nieuwe spierwitte en dieppaarse distels oplevert.
Cultuur is een spel dat, ernstig gespeeld, resulteert in uitersten van verfijning. Wie die cultuur belijdt, ontleent er zijn waarde aan. Een cultuur is meestal niet het resultaat van een compromis, maar van een doorgevoerde specialisatie: heb je eenmaal gekozen voor het een of ander, dan wil je het zo goed en zo streng mogelijk doen. Culturen zijn als bomen die, te dicht bij elkaar, elkaar in de weg staan. Zo zou ik me niet goed kunnen voorstellen dat ik, zeg geologie studerend, me daarbij zou laten kruisbestuiven door het scheppingsverhaal. Misschien nog wel als me dat een suggestie opleverde, maar niet als het me een andere suggestie zou verbieden. Geïnspireerd door de idee dat de hele wereld voor me openstaat en dat het mij is toegestaan te schrijven en te denken wat mij goed dunkt, moet ik er niet aan denken dat delen daarvan verboden zouden zijn. En dat geldt voor alles wat aan het papier kan worden toevertrouwd. Persvrijheid is in het Wes-