ken, velg, naaf, spaak, trapas, crank, pedaalas, ketting, derailleur, remmen, de bel. Het doet me allemaal niks. Ik kan het niet helpen. Het moet de zadelpijn zijn. Daar, ergens in die buurt, moet mijn fietsgeheugen zitten. Voelt deze blauwe stofjas dat? Wie is er zo stom dat hij iets gaat doen waar hij niet van houdt? Uit eigen vrije wil. Gewoon iets doms doen. Uit welke perverse geest komen dergelijke gedachten voort? Een gekwelde geest. Een gekwelde vrije geest. Erg vrij, zo vrij, zo ongelooflijk vrij. Een geest die denkt dat het af en toe goed is om iets doms te doen. Ik open de deur die toegang geeft tot zijn fel verlichtte koninkrijk:
Heeft u een fiets voor de Maasroute?
Het is geen weer, botst de blauwe stofjas er bovenop, de Maas moet je zien met zon. Hij praat zonder mij aan te kijken.
Volgens mij is de Maas op z'n mooist bij dit grijze sombere weer, sputter ik tegen.
Onzin, zegt de stofjas, met dit weer ga je de Maasroute niet fietsen! Dat doe je gewoonweg niet. Het klinkt alsof het hier een grove belediging van de rivier betreft. Een mannequin 's ochtends vroeg in bed betrappen, zonder dat ze voorbereid is.
Bovendien vervolgt de stofjas zijn betoog, heb ik geen fiets voor je. Jawel, komt zijn hulpje tussenbeide, er is een fiets binnengekomen.
Nee, klinkt het bits, die is kapot en moet eerst gemaakt worden. Ik kijk rond. Niemand zegt een woord. Heeft deze man begrepen dat ik bezig ben met een heel dom plan?
Heb je de weersberichten wel bekeken? gaat de stofjas verder. Hij laat zijn in de ruimte zwevende sonde alleen, loopt naar de werkbank en slaat ter plekke de krant open.
Weersvoorspellingen, zo leest hij voor, verwachting tot vanavond. Veel bewolking en af en toe regen. De vooruitzichten voor dinsdag tot en met vrijdag: van tijd tot tijd regen en slechts af en toe zon. Vanochtend regen in het hele land. De regenzone trekt langzaam naar het oosten weg. De wind is matig. De komende nacht zijn er enkele opklaringen. Hij kijkt mij aan: Daar heb je niks aan, dat is 's nachts. Morgen overdag is het grotendeels bewolkt. De zon is er slechts af en toe, zo nu en dan valt er regen. De stofjas lacht.
Mooi geformuleerd, grinnikt hij, maar wie tussen de regels leest begrijpt dat hier staat: regen, regen en nog eens regen. Dat de zon zich mogelijk ook nog even laat zien staat hier genoteerd vanwege de therapeutische werking. Voor de allersomberste onder ons. Hij beseft niet dat hij ondertussen druk doende is mij eigenhandig in een depressie te duwen.