Tirade. Jaargang 38 (nrs. 350-355)(1994)– [tijdschrift] Tirade– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 231] [p. 231] Jan Kuyper De tombe van René Char Je leven, alle levens overdoen - het gaat vanzelf, je weet niet beter meer. Eerst heerste de idee: je leeft maar één keer, toen kreeg je het groene boek in je schoen en wat je hebt beleefd beleef je weer, al is het niet precies hetzelfde als toen jezelf daar liep: het gras was vroeger groen en voor zover je weet was je geen beer. Nu hang je bang aan deze luchtballon tussen de bijen en de stekeldorens. Of de ballon paste in de honingpot, zo leeg en stuk dat dat makkelijk kon. Toch nog een mooi cadeau, maar niet alvorens ik mij geschikt heb in mijn ezelslot. [pagina 232] [p. 232] De tombe W.S. Graham Taal ha daar heb je me dan. Tong bij nacht, je vlam heb ik bij dag niet kunnen zien. Beer, ben jij de Grote Berin? misschien door begoocheling, of door toverkracht? Om wat ik in dit vagevuur verdien dans ik naar je pijpen - komt er een klacht over mijn lippen, dan hoor ik een zacht gebrom: bon jeu ah à mauvaise mine. Pardon, ik was een ongelikte beer. De pelikaan gaf mij haar hartebloed en ik ben doodgeknuffeld door de apin. De kop van de struisvogel daalt alweer, de krokodil baadt in een tranenvloed en mijn zwanezang past er ook nog in. [pagina 233] [p. 233] De tombe van Guido Cavalcanti Je bent zo duister en zo moeilijk, dood, dat ik aan jou niet gauw voorbij zal streven. Als goedendag ben je eenvoudig, en even onbenaderbaar als een asymptoot. Zo moet ik mij beperken tot het leven, dus tot een kleine streep over een groot gebied. Het vel is wit, de snee is rood - die is het einde ervan, een eind voor even. Mercator projecteerde sneeuw en ijs op de plaats die ze toekomt. Overal is wit op deze verticale band. Of nee, er zit een vlekje op, grauw of grijs, bij nader toezien blauw met een aantal schimmige figuren. Mijn sprookjesland. [pagina 234] [p. 234] De tombe van T.S. Eliot Tussen de idee en de werkelijkheid moet een verband bestaan. Maar welk verband? wat is er in de lucht, wat in de hand, of maken we liever een onderscheid tussen twee ideeën: aan de ene kant die binnen in ons, waartoe de eigenheid gedistilleerd is uit realiteit, en anderzijds, buiten de wereldwand, de dingen die zich daarop projecteren? Als ik afga op mijn gevoel voor jou dragen wij uilen uilen naar Athene. In Plato's rijk, in Pythagoras' sferen, in mijn hart ben jij de absolute vrouw - in jou versmelten wij tot het al-ene. Vorige Volgende